Cádiz: een stukje Cuba in Europa

Artikel
22 jun 2023
4 minuten leestijd

Bram Megens

Cádiz is misschien niet de eerste stad waar je aan denkt als je door Zuid-Spanje reist. Toch is het eeuwig zonde om de oudste Europese stad over te slaan. Het heeft het allemaal: goed eten, een strand waar je kan surfen en een rijke cultuur. Stap door de stadspoorten van Cádiz.

Cadiz, Spanje

‘Klein Havana’, zo wordt de stad ook wel genoemd. Waarom? Omdat beide havensteden een malecón, een soort boulevard, hebben. En die zouden best op elkaar lijken. Niet voor niets dat de locatie regelmatig gebruikt is in films en series als decor voor het Havana van Cuba. Zo begint de Jamesbondfilm Die Another Day in ‘Cuba’ en ook de serie Killing Eve maakt gretig gebruik van de sterke gelijkenissen tussen Cádiz en Havana om de Cubaanse hoofdstad na te bootsen.

Maar je voelt ‘m al aankomen: Cádiz was er eerder dan Havana. Al zo’n 1.100 jaar voor Christus strijken de Feniciërs hier neer en stichtten ze deze stad. De sporen uit de oudheid zijn nog volop aanwezig. Een van de grootste trekpleisters is dan ook het Teatro Romano, een nog bijna helemaal intact amfitheater. Omdat er nog zoveel van de oorspronkelijke gebouwen en straten is overgebleven, wordt er ook wel gezegd dat dit de oudste nog overeind staande stad is van heel Europa. Wil je de oudste wijk van de stad zien? Dan moet je in El Pópulo zijn. Hier kan je je alleen al prima vermaken met een stadswandeling, struinend door de smalle straatjes en eeuwenoude gebouwen.

En stel je dan eens voor dat je hier aan het strand woont. De hele zomer lang geweldig weer, goed eten en als je de deur uitloopt spring je op je surfplank. Want ja, bij Playa de Santa María del Mar komen iedere dag surfwaardige golven het strand op gerold. Kom je vroeg in de ochtend? Dan kan je hier in relatieve rust op je surfplank staan, zeker in vergelijking met grotere surfplaatsen zoals San Sebastian of Biarritz.

Ga je verder het water op met je boot om walvissen te spotten? Kijk dan wel uit voor de orka’s die in dit gebied actief boten aanvallen.

Eten & drinken

Eten in een restaurant met een uitgebreide menukaart en daar dan tafelen aan je eigen tafeltje? Nee, dat kennen ze hier in Cádiz niet – en dat is eigenlijk maar goed ook. Hier eet je de hele dag door op de grote stadsmarkt Mercado Central. Op dit marktplein vind je zo’n honderd verschillende kraampjes waar heel Cádiz aanschuift om te lunchen, te borrelen en te dineren tot in de late uurtjes. Hier is een ongeschreven regel, namelijk dat je iets moet bestellen bij het kraampje waar je aan een tafel gaat zitten. Verder is alles free game. Oftewel: je kan kiezen tussen alle kraampjes op de markt. Zo gevarieerd als hier eet je dus nergens anders.

Mensen eten bij een kraampje op de Mercado Central in Cadiz, Spanje

Wil je toch liever aan een tafeltje eten? Dan is Taberna el Tio de la Tiza in het stadsdeel La Viña waar je moet aanschuiven. Hier eet je op een zwoele zomeravond op een binnenplaatsje op het terras tussen de inwoners van Cádiz. Reserveer hier wel een dag van tevoren, want het kan er redelijk snel volgeboekt zijn.

En als je in Zuid-Spanje bent, drink dan geen sangria zoals iedere toerist. Waag je aan een tinto de verano, hét drankje van Cádiz en de rest van Zuid-Spanje. Wat het is? Rode wijn gemixt met een soort bitter lemon. En dat is op die hete zomerdagen in Zuid-Spanje een van de meest verfrissende drankjes die er op de kaart staan.

Vervoer

Cádiz is heel makkelijk te bereiken. Het heeft met Jerez de la Frontera een eigen vliegveld, maar je bent ook al met een uurtje in de havenstad als je in de trein vanuit Sevilla stapt. Wat ook aan te raden is, is om via Sevilla met de bus eerst langs Ronda te reizen, het favoriete dorpje van wereldberoemde schrijver Ernest Hemingway. Ook de bekende filmmaker Orson Welles, regisseur van de klassieker Citizen Kane (1948), was erg verknocht aan dit stadje en liet er zelfs zijn as uitstrooien. Als een van de meest romantische plekken in Zuid-Spanje is het zeker de moeite waard om hier een bezoekje aan te brengen.