
“Dit boek laat zien dat jouw ervaringen als immigrant er mogen zijn”

- Artikel
- 12 aug 2020
- 5 minuten leestijd
Ebissé Wakjira-Rouw van de podcast Dipsaus las een aantal jaar geleden The Good Immigrant. Ze dacht: dit moeten wij ook in Nederland hebben. “De mensen over wie vaak wordt gedebatteerd en gesproken, komen in De Goede Immigrant zelf aan het woord."
Door Elisa Lo-A-Njoe
The Good Immigrant is een verhalenbundel samengesteld door de Britse schrijver Nikesh Shukla. Samen met Uitgeverij Pluim ontwikkelden Ebissé en haar twee collega’s van Dipsaus de Nederlandse versie, De Goede Immigrant. Bundels verkopen over het algemeen niet zo goed, waardoor schrijvers uiteindelijk weinig verdienen. Het opstarten van een crowdfunding was de manier om hun schrijvers fatsoenlijk te betalen en de Dipsaus-achterban erin te betrekken. Maar voordat het boek in hun handen lag, moesten ze over een aantal obstakels heen.
Brandpunt+ spreekt met tweederde van Dipsaus Podcast, Ebissé en Mariam El Maslouhi (Anousha Nzume kon niet). Ebissé werkt bij Raad voor Cultuur en als redacteur bij Uitgeverij Pluim. Mariam werkt als beleidsmedewerker in Den Haag en maakt veel podcasts. Anousha was niet bij het gesprek maar ze presenteert, schrijft en maakt theater en woont momenteel in New York. Daarnaast is Dipsaus ook een online magazine onder eindredactie van Sayonara Stutgard van Uitgeverij Chaos.
Ebissé en Mariam vertellen over het belang van dit boek en hoe zij het Nederlands literaire landschap ervaren.
Weinig ruimte
Ebissé: “Voordat we bij Uitgeverij Pluim uitkwamen hebben we veel gesprekken gevoerd met andere uitgevers om samenwerkingen aan te gaan. Ze waren wel geïnteresseerd, maar het leek alsof ze zich niet willen binden aan een platform vol activisme. Dat vind ik raar. Er is geen enkel probleem met het publiceren van een boek over een rechts politicus, maar samenwerken met een groep zwarte vrouwen is een brug te ver. Zelf werk ik al vijftien jaar in de uitgeefwereld en merk ik dat er vooral op de werkvloer weinig mensen van kleur zijn. Er zijn wel veel schrijvers van kleur, maar voor mij als redacteur is het eenzaam.”
Mariam: “Ik voel ook dat er weinig ruimte is in het Nederlands literair landschap. Zelf zou ik nooit de veiligheid voelen om bij een uitgeverij een boek uit te laten geven. Als ik een boek had willen schrijven over moslims en seksualiteit, dan hadden ze er een sexy boek van willen maken in plaats van een feministische. Daar zou ik me onveilig bij voelen. Daarom willen wij ruimte geven aan de verhalen van Nederlandse schrijvers met een migratieachtergrond, en zo erkenning en herkenning bieden tussen de verschillende generaties.”
Op zoek naar herkenning
Ebissé: “Ik voel me in Nederland een allochtoon en dat vind ik niet erg. Ik ben eerstegeneratie-immigrant en dat zal altijd zo blijven. Als je in een nieuw land komt wil je zo snel mogelijk integreren en erbij horen, maar als het systeem dat niet toelaat, dan is het ook makkelijker om te accepteren wie je bent en dat te omarmen. Nederlands-zijn betekent ook migrant-zijn en daar is niets mis mee.”
Mariam: “Ik heb een iets gecompliceerdere relatie met Nederland: ik ben geboren en getogen in Nederland, maar een Marokkaanse moslima zijn kon nooit samen met Nederlander zijn. Het voelde alsof ik in een aparte categorie viel. Ik ben opgegroeid met het idee dat je tussen al die verschillende identiteiten moest kiezen. Ik heb dat geprobeerd door te assimileren, maar ook door me af te zetten. En dan kom je erachter dat je niet de enige bent die zich zo voelt. In dit boek heb ik herkenning kunnen vinden in de verhalen van mede-Marokkaanse Nederlanders.”
Ebissé: “Ik vond het wel moeilijk om de verhalen uit De Goede Immigrant te lezen. Het deed mij herbeleven van mijn eigen trauma’s en ik voelde mee met het niet begrepen worden door de samenleving. Ik vind het hartverscheurend dat een negentienjarig meisje nog steeds pijn voelt. Wanneer stopt het nou? Het idee wat mijn dochter wellicht te wachten staat maakt mij verdrietig.”
Mariam: “Toen ik de verhalen voor het eerst las, hoopte ik ook dat andere leeftijdsgenoten er herkenning in kunnen vinden. Ik denk dat die vrede ontstaat door erkenning en herkenning. Als landen bijvoorbeeld in oorlog zijn geweest, dan moeten ze erkennen dat er iets is aangedaan en herkennen dat andere mensen hetzelfde hebben meegemaakt. Dit boek herinnert je eraan dat je ervaringen als immigrant er mogen zijn.”
Gesprek
Ebissé: “Ik zie dit boek als een middel waarmee we met migranten onder elkaar in gesprek gaan zonder dat de heersende cultuur er tussenkomt. Verzuiling is Nederlands eigen en dat hebben veel migranten ook eigen gemaakt. Nu moeten wij juist die zuilen doorbreken, waardoor we ook intergenerationeel tot elkaar kunnen komen.”
Mariam: “Een voorbeeld daarvan is hoe mijn moeder deze verhalen leest. De enige verhalen die zij kent, zijn de verhalen van haar eigen kinderen. Door dit boek weet zij ook over de worstelingen van andere generaties en culturen. Het wordt zo een gesprek tussen mensen van kleur en niet een afleiding van ruis van witte mensen en onwetendheid.”
Wordt vervolgd
Ebissé: “In oktober dit jaar verschijnen er nog meer samenwerkingen die erg relevant zijn in deze tijd. Het eerste boek is de vertaling van het boek Sister Outsider van Audre Lorde. De vertaling was out of print geraakt, maar nu kunnen wij dit weer in leven roepen. Elk feminist moet dit werk gelezen hebben. Het is zo belangrijk en van erg hoog literaire kwaliteit.”
“Het tweede boek is het vervolg op Zwart: Afro-Europese literatuur uit de Lage Landen, samengesteld met Vamba Sherif. Samen met de Belgische opiniemaker Dalilla Hermans stellen wij opnieuw een mix samen van fictie- en non-fictieverhalen. Wij willen met AfroLit: Moderne literatuur uit de Afrikaanse diaspora laten zien hoe breed zwart literatuur is in Nederland en België.”