De Belutch, ook wel de Beloetjs, Beluch, Baloch of Baluch, zijn een groot volk, zonder eigen land.
De Belutch, ook wel de Beloetjs, Beluch, Baloch of Baluch, zijn een groot volk, zonder eigen land. Zoals de Catalanen liefst de baas willen zijn in ‘hun’ gedeelte van Spanje, zo mikken ook de Belutch op een eigen stekkie. Nu zijn de ongeveer tien miljoen Belutch nog verdeeld over Iran, Pakistan en Afghanistan.
De Iraanse Belutch wonen in het uiterste zuid-oosten van Iran in de provincie Belutchistan, en niet of nauwelijks in de noordelijke provincie Khorasan, zoals op het label van IKEA staat. In Khorasan worden wel veel tapijten geknoopt in de Belutch-stijl, maar vooral door andere Perzische stammen die deze populaire stijl kopieerden.
Belutchistan is een straatarm gebied. Vanuit Teheran gaat er weinig geld en aandacht naar de Belutchi’s. Ook staat de provincie bekend als gevaarlijk, omdat er veel smokkelaars actief zijn in de grensstreek tussen Iran en Pakistan. Regelmatig leidt dit tot gewapende confrontaties tussen smokkelaars en Iraanse grenswachten.
Vroeger waren de Belutch nomaden, maar door de gestegen levensstandaard verruilen steeds meer Belutch hun tent voor een huis van klei en steen. De Belutch hebben hun eigen taal en klederdracht, en zijn soennitisch, waar de meerderheid van de bevolking in Iran juist sjiitisch is. De Belutch beschouwen zichzelf dan ook uitdrukkelijk niet als Perzisch, maar staan toch vooral bekend vanwege hun Perzische tapijten.