De Keuringsdienst zoekt uit waar de Nederlandse bijvangst naartoe gaat.
In de industriële visserij heb je altijd bijvangst. Dat is de vis waar niet gericht op wordt gevist door de visser. Ze komen in het net, de visser krijgt er geld voor op de afslag, maar toch zien wij ze weinig in de winkel. Waar gaat al die vis heen?
Nederlandse vissers richten zich op de vissen die in Nederland populair zijn en voor veel geld verkocht worden. Supermarkten verkopen de bijvangst in toenemende mate of als ‘scharrel of duurzame vis’. Dit is om de onbekendere soorten die hier gevangen worden wat meer onder de aandacht te brengen.
Maar vissen als wijting, rode poon of tarbot zijn nog altijd niet zo bekend en geliefd. Daarom exporteren we ze massaal naar (Zuid-)Europa. De verse vis wordt met name graag gegeten in de warme zuidelijke landen, terwijl de ingevroren visstick-soorten naar Duitsland, Scandinavië en Engeland vertrekken.
De top 10 wegwerpvissen beslaat zo'n 20.432 ton bijvangst per jaar. Het aandeel rode poon is met 17% het grootst. Daarna volgen de schar, bot en rog (ieder 15%). Tarbot en griet zijn goed voor 13% en ook inktvis maakt nog 10% van de totale bijvangst uit. De wijting (7%), mul (5%), tongschar (3%) en zwarte koolvis (1%) sluiten de top 10.
Een overzicht waar elke vissoort naartoe gaat:
Met dank aan de Visfederatie
Geschreven door: Cilia Hulspas