'Hoe meer mensen sterven, des te minder het ons uitmaakt': dit is waarom je gevoelloos raakt door alle ellende in je tijdlijn
- Artikel
- 06 aug 2024
- 10 minuten leestijd
Genocide, ecologische ineenstorting, ziekte — het is begrijpelijk dat we gevoelloos worden door alle ellende in de wereld. Apathie is menselijk maar gevaarlijk, omdat het ons vermogen om in actie te komen verlamt. "Na het zien van zoveel slecht nieuws bouw je een muur op."
“Het is te veel, te groot, te oneerlijk.” Emma (26) merkt dat ze door de jaren heen steeds apathischer wordt naarmate ze via nieuws en scrollend op sociale media geconfronteerd wordt met de eindeloze stroom wereldproblemen. “Vanaf een gegeven moment, na het zien van zoveel slecht nieuws, bouw je een muur op en laat je de gevoelens niet meer toe.” Soms gaat dit voor haar gepaard met schuldgevoel, soms met fatalisme. “Het is door de opeenstapeling van problemen in de wereld ook soms moeilijk vooruit te plannen. Dit stukje aarde is straks toch overspoeld.”
Ook Alex (24) voelde zich jarenlang bijna verlamd door het dagelijkse nieuws over crises en gruwelijkheden. “Natuurlijk word ik verdrietig van wat er in Palestina gebeurt, maar omdat ik er geen persoonlijke relatie mee heb is het wel makkelijker om die gevoelens na een tijdje los te laten. Ik denk dat die apathie echt een defensiemechanisme is tegen de machteloosheid die je voelt als je het nieuws leest.”
Emma is werkzaam als Gender Advocate: samen met lokale gemeenschappen over de hele wereld werkt ze aan problemen als gendegerelateerd geweld. Alex zet zich in de lokale politiek in om dakloosheid en andere problemen aan te pakken. Aan een gebrek aan compassie kan het bij hen dus niet liggen. Hoe komt het dan dat hun emoties bij het zien van slecht nieuws afgestompt zijn tot het punt van gevoelloosheid? En wat valt daar tegen te doen?
De beste persoon om deze vragen aan te stellen is misschien wel de Amerikaanse hoogleraar psychologie Paul Slovic (86). Bijna dertig jaar lang heeft hij onderzoek gedaan naar de psychologische factoren die een rol spelen bij apathie tegenover genocide, politiek geweld en menselijk lijden. De aanleiding voor zijn onderzoek was de genocide in Rwanda. “Er waren 800.000 mensen vermoord in ongeveer 100 dagen”, vertelt Slovic mij in een Zoom-call. “De wereld wist dat dit ging gebeuren, maar reageerde niet. Toen het daadwerkelijk gebeurde was er geen politieke macht die ingreep. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?”
‘Hoe meer mensen sterven, des te minder het ons uitmaakt’
Iedereen voelt zich weleens apathisch. Het is zelfs noodzakelijk: “Je kan niet lang in een emotionele staat blijven, dit is te stressvol voor het lichaam”, zegt Slovic. Maar tegelijkertijd schuilt er een gevaar in apathie: als we weinig voelen bij een probleem, zijn we veel minder geneigd om in actie te komen, zowel als individu als op politiek niveau. Dat kan rampzalige gevolgen hebben bij kwesties die gaan over menselijk welzijn, zoals Slovic zag gebeuren tijdens de genocide in Rwanda.
Om dat tegen te gaan, is het volgens Slovic belangrijk dat we ons er bewust van zijn hoe dit psychologische proces in onze hersenen te werk gaat. “Onderzoek toont keer op keer aan dat onze beslissingen niet voortkomen uit een weloverwogen berekening van kosten en baten, maar eerder zijn gebaseerd op onze gevoelens. Dit werkt vaak prima in onze dagelijkse bezigheden, maar heeft ook flinke gebreken. Zo zijn onze gevoelens niet goed in getallen.” Dat onvermogen om met grote getallen om te gaan is misschien niet zo erg als het gaat om het voorstellen van wat 1GB opslagruimte op je telefoon precies is, maar hetzelfde mechanisme treedt in werking als we ons proberen in te denken hoeveel mensen omgekomen zijn tijdens een ramp of een oorlog. Met een brute constatering vat Slovic dit samen: “Hoe meer mensen sterven, des te minder het ons uitmaakt”.
Als een slachtoffer één van velen is, raken we ontmoedigd
“We ervaren de meeste empathie bij individuele verhalen”, ontdekte Slovic. Hij haalt de beroemde foto aan van Alan Kurdi, het Syrische jongetje dat dood aanspoelde op het strand. Toen die foto in 2015 verscheen, was de oorlog al vier jaar bezig met een dodental van naar schatting 250.000 mensen, maar door dat beeld werden mensen massaal bewust en kwam ook de politiek in actie. “De foto, die emotioneel krachtig was, deed iets wat de statistieken van 250.000 doden niet konden doen.” Voor Emma is dit herkenbaar. “Ik heb iemand leren kennen die Oeganda heeft moeten ontvluchten door zijn seksualiteit. Pas sinds deze kennismaking besef ik echt hoe ingrijpend de vervolgingen van de lhbti+-gemeenschap daar zijn. Zonder zulke persoonlijke verhalen is het veel makkelijker om deze realiteit van je af te schuiven.”
Psychic numbing
Maar al als we van één naar twee slachtoffers gaan, gebeurt er iets opmerkelijks in onze hersenen. Hoewel het aantal slachtoffers twee keer zo groot is, verdubbelt onze empathie niet. Onze empathie schaalt niet proportioneel op. “Stel je voor dat ik je vertel over vijf kinderen die verderop in gevaar zijn”, legt Slovic uit. “Je maakt je zorgen, natuurlijk. Maar stel dat ik zeg: 'Wacht even, het zijn geen vijf kinderen, maar zes.' Waarschijnlijk voel je je niet anders over zes kinderen in plaats van vijf.”
Het is een verontrustend mechanisme. Je emoties vlakken niet alleen snel af, maar op een gegeven moment kunnen ze gewoon in elkaar storten. Dit is wat Slovic ‘psychic numbing’ is gaan noemen. Je gevoelens stompen af en je vervalt in apathie. Ook te veel individuele verhalen kunnen verdoven. In de experimenten die Slovic erbij haalt gaat het vaak over slachtoffers, maar dit proces is ook van toepassing op de opeenstapelingen van problemen in de wereld. ‘Miljoenen mensen in armoede’, ‘recordtemperaturen die keer op keer worden verbroken’, ‘extremistische politici die aan de macht komen’ – voor onze hersenen zijn dit abstracties. Met een ‘oorlog’ hebben velen van ons in Nederland (gelukkig) geen ervaring, maar juist daarom vinden we het lastig om de juiste emoties daarbij te voelen.
We willen ons goed voelen
Ook de context waarin een slachtoffer zich bevindt maakt een groot verschil. Slovic legt dit uit aan de hand van de resultaten van een experiment. “Stel we zouden een slachtoffer kunnen redden, bijvoorbeeld door geld te doneren, dan doen de meesten dat wel. Maar laat je zien dat dit slachtoffer een van velen is, dan raken we ontmoedigd van alle mensen die we niet redden en daalt de actiebereidheid aanzienlijk. Het voelt niet meer effectief, terwijl we nog wél die ene persoon kunnen redden.”
We worden in grote mate gedreven door onze emoties, zegt Slovic. “Gevoelens zijn cruciaal. We helpen anderen in de eerste plaats omdat ze onze hulp nodig hebben, maar ook omdat we ons goed willen voelen door het te doen. We hebben geleerd dat het negatieve gevoelens oproept als je de aandacht vestigt op mensen die niet geholpen kunnen worden. Die negatieve gevoelens mengen zich met de goede gevoelens over het helpen van, bijvoorbeeld, een kind of meerdere kinderen. De goede gevoelens worden daardoor verzwakt en we kunnen besluiten om de hulp die we kunnen bieden, niet te geven.” Dat is een slechte zaak, benadrukt hij. “Dit is fout, want er zullen altijd kinderen zijn die je niet kunt helpen. We zouden niet moeten nalaten te doen wat we kunnen, alleen omdat we niet alles kunnen doen. Er is een gezegde om deze mislukking van ‘onze rekenkunde van compassie’ tegen te gaan: ‘Zelfs gedeeltelijke oplossingen kunnen hele levens redden.’”
We zouden niet moeten nalaten te doen wat we kunnen, alleen maar omdat we niet alles kunnen doen
Ook de hoeveelheid aandacht speelt een cruciale rol in hoe we reageren op een probleem. Aandacht is erg beperkt en verschuift continu. Als je een probleem geen aandacht geeft, dan ontstaan er ook geen emoties. Maar ook voor welke problemen we de aandacht hebben, zit een voorkeur. Slovic spreekt hier van ‘the prominence effect’. “Bij het nemen van beslissingen waarbij je moet kiezen tussen het helpen van velen en het behartigen van je eigen directe belangen en veiligheid, neigt je aandacht naar de directe zaken, waardoor je min of meer de rest negeert.” Hoe irrationeel het vanuit een moreel perspectief ook mag klinken, een deadline op werk wordt belangrijker dan een bomaanslag in een ander land als je bestaanszekerheid afhangt van je werkprestaties.
Als je eenmaal weet hoe dat apathie-mechanisme in je eigen hoofd werkt, kan je proberen er omheen te werken. Accepteer dat je aandacht beperkt is en dat het biologisch gezien niet mogelijk is om op al het leed op de wereld met emotie te reageren. Doe vervolgens je best om een probleem op een intellectueel niveau te begrijpen, zegt Slovic. “Denk actief aan de individuele levens onder de getallen. Focus op een individu, een familie of een kleine groep die geraakt wordt door een probleem. Bestrijd de verdoving, kijk niet zomaar vluchtig naar het getal.” Juist door je aandacht te verschuiven naar het kleine kan je je inzetten voor het grote. Ook de media zou dit advies ter harte mogen nemen. Breng niet alleen de cijfers, maar vertel – waar het platform dat toelaat – de verhalen achter die cijfers. “Dit is een sterk tegengif tegen psychic numbing”.
Een politiek probleem
Maar, we moeten apathie ook als een politiek probleem benaderen, zegt Slovic. Zoals eerder omschreven raken mensen apathisch van onmacht. Zelfs als je één kind kunt redden, word je ontmoedigd door de gedachte aan al die anderen die je niet kunt helpen. Als een van de oorzaken van apathie onmacht is, kunnen we dit dan bij de wortel tegengaan door mensen simpelweg meer macht te geven? “Absoluut”, antwoordt Slovic. Zelf moet ik hier denken aan initiatieven als burgerberaden, waar iedere burger evenveel kans krijgt om geloot te worden om met andere burgers samen te werken aan een groot, omvangrijk probleem. Of het idee van ‘the commons’, waarbij de controle over geprivatiseerde middelen (bijvoorbeeld energie, water of een fabriek) weer teruggegeven wordt in publiek bezit.
En tot de tijd dat dit gerealiseerd is, sta je samen sterker. Sinds Alex zich meer is gaan inzetten voor de lokale politiek, merkt die dat dit hen sterker bestand maakt tegen apathie. “Je ziet dat je niet alleen staat. En dat je wel degelijk verandering teweeg kan brengen, ook al zijn de stapjes soms kleiner”.
Aan apathie zal je nooit volledig ontsnappen, en dat is waarschijnlijk maar goed ook. Maar streven naar een betere balans in waar we emoties voor voelen is niet enkel een duidelijke noodzaak, maar ook een mooi, waardig doel. Zoals de filosoof Bertrand Russell ooit zou hebben gezegd: “Het kenmerk van een beschaafd mens is het vermogen om te kijken naar een tabel met cijfers, en te huilen”.