De Nederlandse rechtspraak is hopeloos verouderd. Kan kunstmatige intelligentie haar redden?
- Artikel
- 08 jun 2021
- 9 minuten leestijd
Anno 2021 zien wij burgers steeds vaker af van een rechtsgang. Waarom zetten we niet vaker AI in om te helpen met bulkzaken met veel data, zoals verkeersovertredingen? (Spoiler: omdat het soms goed is om technologisch gezien wat achter te lopen. Wij leggen uit waarom).
De Nederlandse rechtspraak lijkt anno 2021 echt van deze tijd: het heeft een eigen website, twittert over rechterlijke beslissingen met een hashtag (#uitspraak) en deelt filmpjes op Instagram waarin een rechter uitlegt wanneer spijbelen strafbaar is of waar de grenzen van vrije meningsuiting liggen. Toch is de rechtspraak minder toekomstbestendig dan op het eerste oog lijkt, zegt Floris Bex, bijzonder hoogleraar Data Science en Rechtspraak aan Tilburg University.
Hij onderzoekt de rechtspraak van de toekomst. Daarin spelen intelligente machines een cruciale rol, voorziet hij. Als datagedreven redders in nood kunnen zij de druk op rechters verlichten, de lange wachttijden wegwerken en de toegang tot het recht verbeteren. Maar die toekomst komt er niet vanzelf.
Rechters zijn overbelast, vertelt Bex, terwijl burgers en bedrijven steeds vaker afzien van een rechtsgang. In een alarmerend rapport kwam een onafhankelijke onderzoekscommissie tot harde conclusies: door een gebrek aan geld, capaciteit en visie moderniseert de rechtspraak niet snel genoeg, duren rechtszaken onnodig lang en leiden veel juridische procedures niet tot oplossingen. Als het tempo van verandering niet wordt opgeschroefd, schreef de commissie, dreigt de burger het vertrouwen in de rechterlijke macht te verliezen.
Datagedreven toekomst
De rechtspraak moet de koers verleggen in de richting van de nieuwe, datagedreven wereld. Maar hoe? Bex buigt zich over die vraag. Zijn leerstoel, die in 2018 is ingesteld door de Rechtbank Oost-Brabant en de Tilburgse rechtenfaculteit, is gewijd aan de technologische toekomst van de rechtspraak. Die toekomst lijkt nog ver weg. De opmars van intelligente machines speelt zich buiten de muren van rechtbanken en gerechtshoven af, en van arbeidsbesparende technologieën maakt de rechterlijke organisatie nauwelijks gebruik. “Dat is opvallend, omdat juist in de rechtspraak veel werk eigenlijk al heel algoritmisch van aard is.”
Er zijn genoeg tijdrovende klusjes die robots en computermodellen prima kunnen overnemen: dossiers doorploegen, uitspraken anonimiseren, samenvattingen maken, vonnissen vergelijken, naar patronen zoeken, juridische aanbevelingen doen. Nu moet al dat werk door mensen worden gedaan, soms nog handmatig.
“Dat de rechtspraak geen koploper is op het gebied van technologische ontwikkelingen is op zich niet erg”, zegt Bex. De rechtspraak heeft nu eenmaal niet de wendbaarheid van een startup. Bovendien kan het voor een organisatie met een groot maatschappelijk belang juist verstandig zijn om op een veilig afstandje achter nieuwe ontwikkelingen aan te lopen – als een fundamenteel element van de rechtsstaat zich te gemakkelijk laat meeslepen door de zoveelste golf van modernisering die zich schuimend en razend over de wereld stort, kunnen de consequenties ingrijpend zijn. Een zekere behoudendheid is daarom goed, zegt Bex. “Maar de afstand mag niet te groot worden.”
Volgens Erik Boerma, faillissementsrechter in Den Bosch, is dat laatste het geval. Het baart hem zorgen dat burgers met een juridisch probleem vaak niet naar de rechter stappen. “Dat procederen voor veel mensen te ingewikkeld, te duur of te tijdrovend is, moet voor ons een wake-upcall zijn. De rechtspraak kan alleen functioneren als het als nuttig en waardevol wordt ervaren”, zegt hij. “Om relevant te blijven, zal de rechtspraak radicaal moeten veranderen. Anders verliezen we op den duur onze maatschappelijke waarde.”
Datatechnologie kan het tij keren, denkt Boerma. Waar de rechtsorganisatie zelf niet snel genoeg in slaagt, lukt met behulp van AI misschien wel. De wachttijden terugdringen en de druk op rechters verlichten, bijvoorbeeld. Of alle rechterlijke uitspraken anonimiseren en online publiceren, zodat iedereen – het publiek, de wetenschap en de rechtspraktijk – toegang heeft tot een slim doorzoekbare database waarin alle vonnissen en arresten worden opgenomen. Hoewel dat laatste een operatie met haken en ogen is, zou volgens Bex iedereen profijt hebben van een snellere, slimmere en beter toegankelijke rechtspraak: “Rechters, advocaten, maar zeker ook burgers.”
Geen glazen bol
Toch lost AI niet alle problemen op. Volgens Bex is het een misvatting dat met genoeg data alles te beheersen en te voorspellen is. “AI kan heel veel, maar ook heel veel niet”, zegt hij. Zo kan een zelflerend AI-systeem de beste schakers en dammers onder tafel spelen, maar vergt rechtspreken bij uitstek menselijke intelligentie.
“AI is goed in schaken omdat het alle mogelijke zetten en uitkomsten kent, maar ook omdat de mogelijkheden in een schaakspel afgebakend zijn: het schaakbord kan niet groter of kleiner worden, en er komen niet ineens meer kleuren of nieuwe schaakstukken bij. Het recht werkt anders”, legt Bex uit. “In een rechtszaak kan er altijd iets onverwachts gebeuren, iets waar de computer geen rekening mee kan houden. En bovendien: het recht wordt vaak gezien als een verzameling regels. Maar het omvat ook belangrijke concepten als redelijkheid en billijkheid, die je niet kunt vatten in vaste formules.”
Zijn onderzoek aan de Tilburgse rechtenfaculteit is een zoektocht naar de datagedreven toekomst van de rechtspraak. Door experimenten op te zetten en te analyseren, maar ook door meer beschouwende wetenschappelijke artikelen te schrijven over ethische en juridische vraagstukken, wil hij de rechtspraak helpen vooruitkijken.
Bex schetst een optimistisch toekomstbeeld van de rechtspraak, waarin robotisering niet tot verkilling leidt maar juist ruimte biedt voor de menselijke maat. Paradoxaal genoeg schuilt daarin de grootste belofte van intelligente machines, zegt hij: “We moeten zorgen dat AI de rechtspraak menselijker maakt.”