De Noordzee vol met exoten
- Artikel
- 16 maa 2021
- 4 minuten leestijd
Exotische dieren die soms wel duizenden kilometers afleggen om te genieten van de Noordzee en daar vervolgens ook blijven. Soms al wel bijna een eeuw lang. Dit klinkt als iets bijzonders, maar er kleven ook nadelen aan. Wat zijn deze nadelen precies en om welke dieren gaat het?
Schipper mag ik overvaren?
Maar liefst 75% van de exoten belanden in de Noordzee via intercontinentale scheepvaart. Dit doen ze slim door zich vast te klampen op de romp van een boot of aan de touwen die bij stilstand in het water liggen. Ook als de schepen van ballastwater af proberen te komen zitten daar soms diertjes in verstopt. Genoeg manieren dus om in onze wateren terecht te komen. En als deze exoten eenmaal daar terechtkomen zijn ze bijna niet meer weg te krijgen.
Langste afstand
De Nieuw-Zeelandse zeepok is de exoot die de langste afstand ooit heeft afgelegd. Ze kwamen via bondgenoten, die gestationeerd waren aan de andere kant van de wereld, in Europa terecht. Dit gebeurde in de Tweede Wereldoorlog toen zij zich lieten meevoeren via de oorlogs- en vrachtschepen. In 1950 werd dit soort voor het eerst waargenomen en tot op de dag van vandaag is de Nieuw-Zeelandse zeepok in de Noordzee te vinden. De reden waarom ze zo goed kunnen overleven is te vinden in het feit dat exoten uit het verre buitenland hier vaak geen natuurlijke vijanden kennen. Hierdoor kunnen deze dieren zich met gigantische aantallen uitbreiden en vervolgens een plaag vormen met alle gevolgen van dien. Een natuurlijke vijand creëren is geen goede oplossing, gezien het feit dat dit dier zich vervolgens ook zou kunnen richten op soorten waar ze van oorsprong niet op zouden moeten jagen.
Door de jaren heen hebben verschillende soorten zich in de Noordzee gevestigd. De oester bijvoorbeeld. Dit schelpdier had de Noordzee lang voor zich alleen totdat een eencellige parasiet, de Bonamia ostreae, de populatie flink liet slinken. Eind jaren 60 kwam er echter een andere oester bij, de Japanse creuse. Deze is beter opgewassen tegen de eencellige parasiet en is vandaag de dag dan ook de algemene soort geworden.
Daarnaast zal je op het strand van onze zuiderburen dat grenst aan de Noordzee nog weinig oorspronkelijke krabben aantreffen. De krabben die je daar ziet, voornamelijk de penseelkrab en de blaasjeskrab, komen oorspronkelijk uit Azië. Deze zijn ongeveer tussen 2003 en 2006 in de Noordzee terechtgekomen maar spelen de inheemse strandkrab nu al uit.
Gunst of last
Hoewel het natuurlijk erg leuk klinkt dat diertjes uit het buitenland zich graag in ‘onze’ wateren nestelen kunnen ze ook zeker tot last zijn. De Chinese wolhandkrab is er als sinds 1933 maar graaft zich graag in onze dijken, dit zou in de toekomst voor stabiliteitsproblemen kunnen zorgen. De Amerikaanse ribkwal maakte het nog bonter door in de jaren 80 een ecologische ravage aan te richten in de Zwarte Zee, waardoor de vangst van ansjovis nagenoeg onmogelijk werd. Deze kwal bleek namelijk dol te zijn op ansjovis, met als gevolg dat de visserij rondom de Zwarte Zee, zoals Iran, compleet instortte. Sinds 2007 is deze ribkwal ook in de Noordzee aangetroffen maar richt tot heden nog weinig schade aan. Het zou kunnen dat ook bij ons in de toekomst bepaalde vissoorten in gevaar komen. Zo’n 10 tot 15 procent van de exoten worden namelijk als problematisch gezien in Europa. Dit komt doordat ze inheemse soorten verdringen en schade toebrengen aan het ecosysteem. Dit kan ook schade toebrengen aan de economie, zoals door de Amerikaanse ribkwal is gebeurd, maar ook voor onze gezondheid doordat ze bijvoorbeeld ziektekiemen verspreiden. Wat de toekomst ons brengt met deze exoten in de Noordzee zal de tijd leren.
Bronnen: De Standaard via Blendle, Vist ik het maar!