Boek: Dieren Eten
Boek: Dieren Eten
- 3 minuten leestijd
'Dieren Eten' van Jonathan Safran Four
De Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer (bekend van o.a. ‘Alles is verlicht’ en ‘Extreem luid en ongelooflijk dichtbij’) maakte een soortgelijk proces door als Marijn Frank, regisseur van de documentaire ‘Vleesverlangen’. Tot enkele jaren geleden was Foer afwisselend vegetariër en vleeseter. Maar toen hij vader werd stelde ook hij zichzelf de vraag: waarom eten we dieren? En zouden we ze ook eten als we wisten hoe ze op ons bord terechtkomen?
Hij ging op onderzoek uit en schreef er een boek over: ‘Dieren eten’, een combinatie van filosofie, literatuur, wetenschap en undercoverjournalistiek.
Dit boek heeft bij veel lezers bewerkstelligd dat ze minder vlees zijn gaan eten of vegetariër zijn geworden. Dat geldt bijv. voor Marte, vriendin van onze vlogger Leonie, die dit boek noemt als ‘Eye-opener’.
Hieronder een hoofdstuk uit het boek.
Hoofdstuk Verstoppen / ZOEKEN (blz. 91 t/m 127)
Ik ben niet iemand die in het holst van de nacht rondstruint op de boerderij van een vreemde.
Ik ben in het zwart gekleed, het is in het holst van de nacht en ik bevind me ergens halverwege tussen niets en nergens. Ik draag operatiesloffen over mijn wegwerpschoenen en rubber hand-schoenen aan mijn trillende handen. Ik klop op mijn zakken en controleer nog een keer of ik alles bij me heb: zaklamp met rood- filter, identiteitsbewijs, veertig dollar aan contant geld, videoca-mera, een kopie van artikel 597e van het wetboek van strafrecht van Californië, een fles water (niet voor mezelf), mijn mobieltje met de beltoon uitgeschakeld en een toeter. We zetten de motor af en rollen de laatste honderd meter door naar de plek die we eerder op de dag tijdens een van onze diverse rondjes om het terrein heb-ben uitgekozen. Dit is nog niet het enge gedeelte.
Ik word vannacht vergezeld door een dierenactiviste, C. Pas toen ik haar met de auto oppikte, besefte ik dat ik me iemand had voor-gesteld die zelfverzekerdheid uitstraalde. C. is klein van stuk en slank. Ze draagt een pilotenbril, slippers en heeft een beugel.
‘Je hebt een hoop auto’s,’ merkte ik op toen we wegreden bij haar huis.
‘Ik woon momenteel bij mijn ouders.’
Op de grote weg – bij de plaatselijke bevolking bekend als ‘de Bloedroute’, vanwege zowel het grote aantal verkeersongelukken als de vele vrachtwagens die de weg gebruiken om dieren naar het slachthuis te vervoeren – had C. verteld dat een ‘inval’ vaak niet veel meer voorstelde dan door de ingang naar binnen lopen, hoe-wel dat steeds moeilijker werd doordat bedrijven tegenwoordig extra alert zijn op besmettingsgevaar en ‘herrieschoppers’. Het gebeurde steeds vaker dat er over hekken moest worden geklom-men. Regelmatig gingen er schijnwerpers aan of ging er een alarm af. Zo af en toe waren er honden, soms onaangelijnd. Ze was een keer een stier tegen het lijf gelopen die tussen de loodsen patrouilleerde, wachtend op rondsnuffelende vegetariërs die hij op de horens kon nemen.
‘Een stier,’ herhaalde ik met iets van ongeloof in mijn stem.
‘Een mannetjeskoe,’ zei ze kort, terwijl ze in een tas met knip-tangen rommelde.
‘En wat doen we als we vannacht een stier tegenkomen?’
‘Dat gebeurt niet.’
Een bumperklever joeg me op tot vlak achter een vrachtwagen die afgeladen met kippen op weg was naar het slachthuis.
‘In theorie.’
‘Doodstil blijven staan,’ adviseerde C. ‘Volgens mij reageren ze niet op stilstaande objecten.’
Lees hoofdstuk Verstoppen / ZOEKEN hier verder.