Actrice Joy Delima (30) is open – ook over haar seksleven: 'Hoe persoonlijk ook, er is altijd wel iemand die het ook heeft'
- Artikel
- 20 aug 2024
- 7 minuten leestijd
Joy Delima schreef columns over haar ervaringen met seks en op social media deelt ze intieme details over haar geestelijke gezondheid en pestverleden. “Stomme reacties krijg ik bijna nooit.”
Tekst: Sanne van Rij
Foto's: Maarten Delobel
Toen actrice en schrijfster Joy Delima (30) in 2015 een onderwerp voor haar afstudeervoorstelling moest verzinnen, koos ze haar grootste geheim: niet kunnen klaarkomen. ‘Die voorstelling ging over angst’, vertelt Joy in een café in Amsterdam, ‘en ik was bang dat ik kapot was. Ik dacht echt dat dat iets van mij was, dat niet kunnen klaarkomen.’
Die voorstelling leerde haar een belangrijke les: dat iets zelden alleen van jou is. Openheid, merkte ze, betaalt zich uit. ‘Toen ik het voor een publiek vertelde, werkte dat zo bevrijdend. Naderhand zeiden mensen: hé, ik heb dit ook. Via zo’n podium kun je mensen een goed gevoel geven over hun angsten, zo lang je je eigen schaamte maar opzij zet.’
Sinds dat kantelpunt deelt ze meer intieme dingen. Kwetsbaarheid is een beetje ‘haar stokpaardje geworden’, zegt Joy. Van 2020 tot 2023 schreef ze bijvoorbeeld persoonlijke columns over seks voor Volkskrant Magazine, later bewerkt en gebundeld in Goed Komen (2023), haar eerste boek. Op Instagram en TikTok praat ze over pijnlijk gynaecologisch onderzoek, haar pestverleden, de sociale angststoornis die daaruit voort is gekomen, single zijn. Er is weinig wat ze niet deelt – althans, zo lijkt het. Wat maakt dat openheid de rode draad door haar werk is?
Een voorstelling heeft een kleiner publiek dan een landelijke krant. Hoe voelde het om al die kwetsbare ervaringen in de Volkskrant te delen?
‘Ik begon met schrijven tijdens de coronalockdown. Grappig genoeg voelde het daardoor niet alsof ik het echt tegen veel mensen zei, omdat ik veilig achter mijn laptop zat. Toen ik weer het echte leven in mocht, dacht ik wel: oh mijn god. Het is best raar als mensen je op feestjes aanspreken over je columns, dingen over je seksleven weten.’
Maar dat remde je niet af?
‘Nee, ik ging juist elke week wat verder, wat dieper. Ik ontdekte: hoe persoonlijk ik ook denk dat iets is, er is altijd iemand die het ook heeft. Als ik het één kon schrijven, waarom het ander dan niet? Ik weet hoe beklemmend schaamte is, wilde mensen inspireren om hun angsten ook in de ogen aan te kijken. Toen ik bijna een soort dagboekverhalen van lezers begon te krijgen als reactie, wist ik dat ik ermee door moest gaan. Stomme reacties op mijn openheid kreeg ik bijna nooit, nog steeds niet. Op een toxic TikTok-reactie van een oude zure man na.’
Toen ik voor het eerst in mijn eentje naar de bios ging, was dat voor mij echt de dood
Op dat platform, TikTok, maak je je de laatste tijd hard voor zelfliefde. Je moedigt kijkers bijvoorbeeld aan om op solodates te gaan.
‘Ja, ik gun iedereen dat ze wat meer uit hun comfort zone durven stappen. Omdat ik actrice en schrijfster ben, denken mensen vaak dat ik geen angsten meer heb. Dat is niet waar: ik ben al zes jaar bezig met dingen in mijn eentje doen, maar soms laaien mijn sociale angsten nog steeds op. Aan mensen die boodschappen doen in hun eentje al eng vinden, vertel ik dat ik ook ergens ben begonnen. Toen ik voor het eerst alleen naar de bios ging, was dat voor mij echt de dood. Ik dacht: iedereen vindt mij een sukkel. Nu ga ik drie keer per week alleen naar de film, ik denk er niet eens meer bij na.’
Heeft therapie je daar ook bij geholpen?
‘Ja, al ben ik op mijn 21ste pas in therapie gegaan – veel te laat. Ik heb mijn hele jeugd gedaan alsof ik niet gepest werd, omdat ik niet wilde dat mijn ouders zich zorgen zouden maken. We spraken er thuis amper over, mentale gezondheid. Ik denk dat onze maatschappij er baat bij zou hebben als we kinderen zo vroeg mogelijk leren dat het oké is om dingen te voelen. Je hoeft niet koste wat het kost ‘gezellig’ mee te doen, je mag aan de bel trekken voor hulp.
Het belangrijkste wat ik in therapie heb geleerd, is de term Nivea: Niet Invullen Voor Een Ander. Vroeger zag ik mezelf altijd door andermans lens. Als ik ergens alleen aan het lezen was, zág ik van een afstandje gewoon hoe ik zat. Dan dacht ik: moet ik niet van houding veranderen, kan het niet leuker? Ik kon het gewoon niet loslaten. Mijn psycholoog vroeg: heb je ooit gecheckt of mensen daadwerkelijk die dingen over je denken? Ik ‘nee’ antwoorden, natuurlijk. Toen kreeg ik de opdracht mee om het in het vervolg eens te vragen.’
Vond je dat spannend?
‘Heel spannend, maar zo kwam ik er wel achter dat je eigen angstige gedachten bijna nooit kloppen. Als iemand naar jou kijkt, kan die persoon prima denken: wat een leuke ketting. Jij denkt: er is iets raar aan mij. Snap je? Ik ga er nu gewoon vanuit dat ik niet weet wat iemand van me denkt, het gaat erom dat ik blij ben met hoe ik eruitzie. Ik moet nog steeds vaak tegen mezelf zeggen dat ik ruimte mag innemen. Dat mantra herhaal ik net zo lang tot ik ontspan.’
De best friends-functie op Instagram gebruik ik nooit
Zijn er dingen die jij niet online deelt?
‘Over het algemeen ben ik een hele makkelijke poster: die best friends-functie op Instagram gebruik ik nooit, ik reguleer amper wat. Wat ik niet deel, zijn de dingen die ik op dat moment aan het verwerken ben. Als ik in therapie iets ontdek, zet ik dat niet dezelfde dag online. Bij mijn columns deed ik dat soms wel, dan bleek dat achteraf iets te snel gedeeld. Soms schreef ik iets vanuit boosheid en ontwikkelde mijn gevoel zich daarna anders dan verwacht. Ik heb er geen spijt van, maar geef mezelf nu meer ruimte om eerst te reflecteren op wat ik meemaak.
Ik heb de afgelopen jaren geleerd dat ik niet altijd eerlijk hoef te zijn tegen iedereen. Nu bewaar ik mijn energie wat beter: niet iedereen hoeft te weten dat ik een kutdag heb. Dat mag ik ook voor mezelf houden, of alleen delen met de mensen die dicht bij me staan.’
Is het niet lastig om die afweging(en) rondom je eigen ervaringen te moeten maken – wel delen, niet delen?
‘Soms wel. Toen ik stopte met de columns, vond ik het best een opluchting dat ik mijn seksualiteit even voor mezelf mocht houden. Je denkt toch dat je iets móét meemaken, anders heb je niks te vertellen. Ik had in die periode bijvoorbeeld al heel lang geen seks meer, dus dacht bijna: moet ik dat weer gaan doen? Dat was weird. Volgens mij ging ik daarmee toch een beetje over mijn eigen grens heen.’
Ben je daar veel mee bezig: dicht bij jezelf proberen te blijven?
‘Continu. Als ik door mijn sociale angsten geen zin heb in dingen buiten de deur, vraag ik me af: wil ik niet gaan omdat ik het eng vind, of omdat het beter is voor mijn mentale gezondheid? Laatst werd ik wakker: ik had een paar dagen gedraaid, het voelde alsof ik was overreden. Ik moest naar een evenement, had geen tijd om te ontbijten. Op weg naar de metro dacht ik: weet je, ik kan ook gewoon niet gaan – volgens mij is dit zo’n moment waarop ik naar mezelf moet luisteren. Ik ben omgedraaid, in de zon naar een café gelopen, en daar wat gaan eten. God, wat voelde dat goed.’