Lichamelijk beperkt en eenzaam: “Behandel ons gewoon als mensen”
- Artikel
- 19 mei 2021
- 7 minuten leestijd
Weet je je geen houding te geven in de omgang met mensen met een fysieke beperking? Niet zo mooi, want dat draagt bij aan een gevoel van eenzaamheid, zeggen deze drie jonge mensen.
Let op: het is de Week van Eenzaamheid onder Jongeren bij Brandpunt+ van 17 tot 21 mei 2021. Dat verdient aandacht, want recent onderzoek liet zien dat bijna zeventig procent van de mensen tussen de 18 en 24 jaar zich eenzamer voelde dan vóór de coronacrisis. De hele serie onder dit thema vind je hier.
Als ze in beeld verschijnt, lijkt er op het eerste gezicht niks ‘anders’ aan haar. Debra (25) is een zelfverzekerde, goedlachse, jonge vrouw met een bos donker haar die in een studentenhuis in Enschede woont. “Online leren mensen mij eerst echt kennen om wie ik ben”, vertelt ze. “Als ik dan later vertel dat ik in een rolstoel zit, is dat meer een bijzaak.”
Dat eenzaamheid onder jonge mensen door corona een groot probleem is, weten we inmiddels. Maar wist je ook dat dit onder mensen met een fysieke beperking al langer het geval is? Bijna veertig procent van de mensen met een beperking voelt zich wekelijks eenzaam, tegenover iets meer dan tien procent van de mensen zonder beperking. Dat blijkt uit eerder onderzoek van KRO-NCRV.
Die eenzaamheid komt voor op verschillende niveaus. Je hebt emotionele eenzaamheid, waarbij vooral een hechte, emotionele band wordt gemist. Dan is er sociale eenzaamheid, waarbij iemand mensen kent dan hij zou willen, en tot slot is er existentiële eenzaamheid, het gevoel dat je er niet toedoet.
Hoe kan het dat deze jonge mensen zich zo eenzaam voelen en wat kunnen we hiertegen doen? We bespraken het met Debra, Lotte en Jelle.
Debra (25)
Een deel van dat eenzame gevoel komt doordat mensen hen vaak anders behandelen dan andere mensen, legt Debra uit. “Als je in een rolstoel zit, zien mensen je niet echt. Als ik bijvoorbeeld samen met iemand in een winkel ben, communiceren de medewerkers meestal alleen met die ander.” Dat meer contacten nu online verlopen, heeft voor haar dus ook een positieve kant.
Twee jaar woont ze nu op zichzelf in Enschede. Ze is geboren met een heupafwijking, waardoor ze steeds moeilijker is gaan lopen. Waar Debra dus lang afhankelijk was van de hulp van haar ouders, was ze nu opeens voor een groot deel op zichzelf aangewezen in een nieuwe stad. “Dat ging me redelijk goed af. Ik had toen eindelijk meer vrijheid doordat ik een handbewogen rolstoel had gekregen, en ging overal en nergens naartoe.”
Niet zo lang daarna ging het mis. Debra maakte een lelijke smak met haar rolstoel, waar ze nu nog steeds van aan het revalideren is. “Heel lullig.” Daardoor zit ze nu sinds een jaar in een elektrische rolstoel, en is ze afhankelijk van speciaal taxivervoer. Spontaan iets ondernemen zit er voor Debra dus niet in en dat maakt vrienden maken lastig. “Zo’n taxi moet je eigenlijk twee dagen van tevoren plannen”, legt ze uit.
“Ik doe het ‘Honours programme’, een extra programma naast mijn studie. Dat is altijd ’s avonds met een hele gezellig groep mensen. Laatst was het echt lekker weer en ging iedereen samen een ijsje halen. Ik kon toen bijvoorbeeld niet mee, omdat er al een taxi op me aan het wachten was.”
“De eerste keren dat zoiets gebeurt, reageren leeftijdsgenoten meestal wel begripvol”, gaat ze verder, “maar ik heb ook ervaren dat mensen het daarna wel echt vervelend kunnen gaan vinden.” Dat heeft alles te maken met onbegrip en een gebrek aan inlevingsvermogen. “Zij denken dan: we wonen in Nederland, hier is alles toch goed geregeld?”
“Als je iemand met een lichamelijke beperking ziet: spreek die persoon gewoon aan zoals je bij ieder ander doet.” En luister gewoon, is haar andere tip. “Ik lach vaak dingen weg, maar daar gaat wel meer achter schuil.”
Lotte (17)
De zeventienjarige Lotte uit Apeldoorn merkt ook dat praktische zaken het voor haar moeilijk maken om contacten te leggen. “Als leeftijdsgenootjes merken dat er dingen zijn om rekening mee te houden, merk ik dat ze het te ingewikkeld vinden. Het is niet zo dat ze me even kunnen bellen en dat ik over tien minuutjes in de stad ben. Ik moet eerst kijken of het toegankelijk is en of het in mijn energieplanning past.”
Lotte is geboren met cerebrale parese, een aandoening die het moeilijk maakt om te bewegen en daarnaast zorgt voor weinig energie. Door haar eenzaamheid zat Lotte niet lekker in haar vel en kwam ze in een depressie terecht.
‘Hoe gaat het?’ dan ook een vraag die ze de laatste tijd niet graag beantwoordt, schrijft ze in een gedicht op Instagram. Toch is het blijven stellen van die ene simpele vraag erg belangrijk, vindt ze.
“Redelijk oké”, antwoordt ze me. Dat Lotte nu wat beter in haar vel zit, heeft onder andere te maken met haar ‘buddy’. Toen haar moeder haar erop wees dat de organisatie HandicapNL een buddy-programma had voor mensen met een verstandelijke beperking, trok Lotte “de stoute schoenen aan” en nam contact op. Want waarom was er niet ook zoiets voor haar?
Zo gezegd, zo gedaan. Er werd een nieuw project opgestart en Lotte werd gekoppeld aan Vera. “Het was heel fijn om iemand te hebben met wie ik het ook over andere dingen kan hebben dan alleen medische zaken. Voor Vera bestond mijn sociale leven bijna alleen uit mijn ouders, en artsen.”
“Bij Vera is het niet zo van, ‘oh die moeten we ook nog contacten’. Het is heel fijn om iemand te hebben die je zíet, want je voelt je dan gewoon meer waard.”
“Ik zou het mooi vinden als leeftijdsgenootjes anderen met een fysieke beperking ook gewoon mee zouden vragen, en niet anders zouden behandelen. Het is heel fijn om gewoon als persoon gezien te worden. We zijn niet gek.”
Jelle (29)
Ook Jelle (29) uit Gouda ergert zich kapot als hij niet serieus wordt genomen. “Mensen denken vaak dat ik ook verstandelijk minder ‘goed’ ben. Ze weten dan niet hoe ze me moeten benaderen. Dat merk ik bijvoorbeeld als ik in de supermarkt ben en ergens niet bij kan”, zegt hij. “Heel irritant en frustrerend.”
Of nou ja, typt, want door een stofwisselingsziekte kampt hij met een spraakgebrek. Aan mensen die Jelle langer kennen, kan hij zich verstaanbaar maken, maar het interview gaat via videobellen waarbij hij vooral in de chat antwoordt. Tussen de vraag en zijn antwoord zit dus steeds een pauze.
“Daardoor merk ik dat mensen die ik spreek snel afgeleid raken, of ze stellen heel veel gesloten vragen.”
Dat Jelle net als de twee meiden aan een rolstoel gebonden is (“want soms zak ik als een plumpudding in elkaar”) belemmert ook hem in zijn sociale leven. Maar zeker niet zijn optimisme en gevoel voor humor.
Over de vraag wat hij niet kan dat anderen wel kunnen, moet hij dan ook lang nadenken. Hij werkt ‘gewoon’ als filmmaker en is erg oplossingsgericht, blijkt. “Wat wel een punt is, is de spraak. Maar dat had je misschien al gemerkt 😂.”