Dit artikel over jonglerende Japanners is door jullie geschreven!
Dit artikel over jonglerende Japanners is door jullie geschreven!
- 11 minuten leestijd
De 3 op reis!
Tobias Camman, Jurre Geluk en Harco waren al drie weken aan het backpacken in Japan. Ze hadden al veel gezien en gedaan, maar hun grootste droom was om giraffen te spotten in het wild. Ze hadden gehoord dat er een plek was waar giraffen vrij rondliepen, maar die was niet makkelijk te bereiken. Het was een afgelegen school in de bergen, waar een excentrieke leraar giraffen had geïmporteerd en verzorgde.
Ze besloten om de uitdaging aan te gaan en namen de trein naar het dichtstbijzijnde station. Daar huurden ze fietsen en volgden de bordjes naar de school. Na een paar uur fietsen kwamen ze aan bij een groot hek met een bordje: "Welkom bij de Giraffenschool. Betreden op eigen risico."
Ze zetten hun fietsen neer en liepen naar de ingang. Daar werden ze begroet door een lange man met een baard en een hoed. Hij stelde zich voor als meneer Takahashi, de leraar en eigenaar van de school.
De giraffen van meneer Takahashi
De giraffen van meneer Takahashi
"Hallo jongens, wat leuk dat jullie er zijn. Ik krijg niet vaak bezoekers hier. Zijn jullie gekomen om mijn giraffen te zien?"
"Ja meneer, dat klopt. We zijn grote fans van giraffen en we hebben gehoord dat u ze hier heeft," zei Tobias enthousiast.
"Nou, dan hebben jullie geluk. Ik heb er twaalf hier op het terrein. Ze zijn heel tam en vriendelijk. Jullie mogen ze voeren als jullie willen."
"Dat willen we zeker," zei Jurre blij.
"Kom dan maar mee," zei meneer Takahashi. "Maar eerst moeten jullie iets weten."
"Wat dan?" vroeg Harco nieuwsgierig.
"Dit is geen gewone school," zei meneer Takahashi mysterieus. "Dit is een magische school."
"Een magische school?" herhaalden de jongens verbaasd.
"Ja, dat klopt. Deze school heeft speciale krachten die ik nog niet helemaal begrijp. Soms gebeuren er vreemde dingen hier die ik niet kan verklaren."
"Zoals wat?" vroeg Tobias.
"Nou, soms verandert het weer plotseling, of verschijnen er rare objecten uit het niets, of verdwijnen mensen zonder spoor."
"Verdwijnen mensen?" vroeg Jurre geschrokken.
"Ja, dat gebeurt wel eens," zei meneer Takahashi nonchalant. "Maar maak je geen zorgen, meestal komen ze wel weer terug."
"Meestal?" vroeg Harco bezorgd.
"Ja, meestal," herhaalde meneer Takahashi met een glimlach. "Maar genoeg gepraat nu. Laten we naar de giraffen gaan."
Hij leidde hen naar een grote wei waar twaalf prachtige giraffen stonden te grazen. De jongens waren onder de indruk van het schouwspel en vergaten even hun angst voor de magische school.
"Wauw, wat zijn ze mooi," zei Tobias bewonderend.
Meneer Takahashi en z'n soepstengels
"Hier heb ik wat soepstengels voor jullie," zei meneer Takahashi terwijl hij hen elk een pakje gaf. "Giraffen zijn dol op soepstengels."
De jongens namen de soepstengels aan en liepen naar de giraffen toe. De giraffen keken hen nieuwsgierig aan met hun lange wimpers en strekten hun nekken uit om de soepstengels te pakken.
"Dit is zo gaaf," zei Jurre terwijl hij een soepstengel aan een giraf gaf.
"Inderdaad," stemde Harco in.
Ze gaven de giraffen de soepstengels en aaiden hun zachte vacht. De giraffen leken te genieten van de aandacht en maakten zachte geluidjes.
"Dit is echt een droom die uitkomt," zei Tobias.
"Ja, dit is zo cool," zei Jurre.
"Zeg meneer Takahashi, hoe bent u aan deze giraffen gekomen?" vroeg Harco.
"Oh, dat is een lang verhaal," zei meneer Takahashi. "Ik was vroeger een bioloog en ik deed onderzoek naar giraffen in Afrika. Ik raakte zo gefascineerd door deze dieren dat ik besloot om er een paar mee te nemen naar Japan. Ik kreeg toestemming van de autoriteiten en ik bouwde deze school om tot een opvangcentrum voor giraffen."
"Wow, dat is geweldig," zei Tobias.
"Ja, dat was het wel," zei meneer Takahashi. "Maar toen gebeurde er iets vreemds."
"Wat dan?" vroeg Jurre.
"Ineens kon ik jongleren met soepstengels"
"Nou, op een dag kwam er een UFO uit de lucht en landde op het dak van de school," zei meneer Takahashi.
"Een UFO?" herhaalden de jongens verbaasd.
"Ja, een UFO. Een grote schotelvormige metalen bol met lichtjes en antennes. Het leek wel uit een sciencefictionfilm te komen."
"En wat deed die UFO hier?" vroeg Harco.
"Ik weet het niet precies," zei meneer Takahashi. "Maar ik denk dat hij iets te maken had met de magie van deze school. Want sinds die dag begonnen er allerlei rare dingen te gebeuren hier."
"Zoals wat?" vroeg Tobias.
"Nou, bijvoorbeeld dat ik opeens kon jongleren met soepstengels," zei meneer Takahashi terwijl hij drie soepstengels uit zijn zak haalde en ermee begon te jongleren.
"Wat? Hoe doet u dat?" vroeg Jurre verbluft.
"Ik heb geen idee," zei meneer Takahashi. "Het ging gewoon vanzelf. En dat was nog maar het begin."
"Het begin? Wat gebeurde er nog meer?" vroeg Harco nieuwsgierig.
"Nou, soms zag ik mensen verdwijnen in het niets," zei meneer Takahashi. "Of soms verschenen er mensen die ik nog nooit had gezien."
"Mensen verdwijnen? Mensen verschijnen? Wie dan?" vroeg Tobias bezorgd.
"Tja, allerlei soorten mensen," zei meneer Takahashi.
"Soms waren het toeristen die verdwaald waren geraakt, soms waren het beroemdheden die hier kwamen filmen of fotograferen, soms waren het historische figuren zoals samurai of ninja's.
"Wat? Samurai en ninja's?" riep Jurre uit.
"Ja, echt waar," zei meneer Takahashi. "Ik heb zelfs eens gesproken met Oda Nobunaga, de beroemde krijgsheer uit de 16e eeuw."
"Wat heeft hij u verteld?" vroeg Harco geïnteresseerd.
Meneer Takahashi en de UFO-ninja's
"Hij was heel vriendelijk en beleefd tegen mij."
"Dat klinkt ongelooflijk," zei Tobias vol bewondering.
"Het was ook ongelooflijk," zei meneer Takahashi. "Maar niet altijd even leuk."
"Waarom niet?" vroeg Jurre bezorgd.
"Nou, soms waren de mensen die verschenen niet zo vriendelijk," zei meneer Takahashi. "Soms waren het criminelen of soldaten die hier kwamen om te roven of te vechten. Of soms waren het aliens die hier kwamen om te experimenteren of te ontvoeren."
"Aliens?" riepen de jongens uit.
"Ja, aliens. Wezens van andere planeten die met hun UFO's hier kwamen," zei meneer Takahashi. "Ze zagen er heel anders uit dan wij. Sommigen hadden groene huid en grote ogen, anderen hadden tentakels en schubben, weer anderen leken op dieren of planten."
"Heeft u ooit met ze gesproken?" vroeg Tobias.
"Nee, dat niet," zei meneer Takahashi. "Ze spraken een taal die ik niet kon verstaan. En ze leken ook niet geïnteresseerd in communicatie. Ze wilden alleen maar kijken of meenemen."
"Kijken of meenemen? Wat bedoelt u daarmee?" vroeg Jurre.
"Nou, soms namen ze dingen mee van de school," zei meneer Takahashi. "Zoals boeken, gereedschap, kleding of eten. Of soms namen ze levende wezens mee."
"Levende wezens? Zoals wat?" vroeg Harco.
"Zoals vogels, insecten, katten of honden," zei meneer Takahashi. "Of soms zelfs mensen."
"Mensen? Hebben ze ooit mensen meegenomen?" vroeg Tobias geschrokken.
"Ja, dat hebben ze wel eens gedaan," zei meneer Takahashi zachtjes. "Soms namen ze bezoekers mee die hier kwamen om de giraffen te zien. Of soms namen ze mij mee."
De ruimte-ontvoering van meneer Takahashi
"U? Hebben ze u ooit meegenomen?" vroeg Jurre vol ongeloof.
"Ja, dat hebben ze wel eens gedaan," herhaalde meneer Takahashi met een treurige blik in zijn ogen. "Ze namen me mee naar hun UFO en deden allerlei tests op me. Ze prikten me met naalden, schenen licht in mijn ogen en plakten elektroden op mijn hoofd."
"Wat? Dat is verschrikkelijk," riep Harco uit.
"Het was ook verschrikkelijk," beaamde meneer Takahashi. "Maar gelukkig brachten ze me altijd weer terug naar de school."
"Waarom deden ze dat?" vroeg Tobias.
"Ik weet het niet precies," zei meneer Takahashi. "Misschien waren ze nieuwsgierig naar mij en mijn school. Misschien wilden ze iets leren over ons en onze wereld."
"Of misschien wilden ze ons voorbereiden op iets groters," suggereerde Jurre.
"Wat bedoel je daarmee?" vroeg Harco.
"Nou, misschien wilden ze ons klaarmaken voor een invasie of een contact," opperde Jurre.
"Een invasie of een contact?" herhaalde Tobias verward.
"Ja, je weet wel," legde Jurre uit. "Een invasie is als de aliens ons willen aanvallen en overnemen. Een contact is als de aliens ons willen helpen en samenwerken."
"Oh, ik snap het," knikte Tobias.
"Mmm... dat zou kunnen," peinsde meneer Takahashi. Maar ik hoop dat het geen invasie is."
Hij keek bezorgd naar de lucht alsof hij verwachtte elk moment een UFO te zien verschijnen.
De jongens keken ook omhoog en voelden een rilling over hun rug gaan.
Plotseling hoorden ze een luid gezoem boven hun hoofd.
Ze keken geschrokken op en zagen tot hun verbijstering een enorme metalen bol
die boven hun hoofd zweefde. Het was dezelfde UFO als die op het dak van de school.
"O nee, daar zijn ze weer," zei meneer Takahashi angstig.
"Wie zijn ze?" vroeg Tobias.
"De aliens," zei meneer Takahashi. "Ze komen ons halen."
"Halen? Waarom?" vroeg Jurre.
"Ik weet het niet," zei meneer Takahashi. "Maar we moeten weg hier."
Hij draaide zich om en rende naar de ingang van de school.
"Kom op, jongens, volg me," riep hij.
De jongens aarzelden geen moment en renden achter hem aan.
De giraffen reageerden ook op het geluid van de UFO. Ze werden onrustig en begonnen te briesen en te stampen. Sommigen probeerden weg te rennen, anderen bleven staan en keken omhoog met een bange blik in hun ogen.
Meneer Takahashi en de UFO-ninja's
"Hij was heel vriendelijk en beleefd tegen mij."
"Dat klinkt ongelooflijk," zei Tobias vol bewondering.
"Het was ook ongelooflijk," zei meneer Takahashi. "Maar niet altijd even leuk."
"Waarom niet?" vroeg Jurre bezorgd.
"Nou, soms waren de mensen die verschenen niet zo vriendelijk," zei meneer Takahashi. "Soms waren het criminelen of soldaten die hier kwamen om te roven of te vechten. Of soms waren het aliens die hier kwamen om te experimenteren of te ontvoeren."
"Aliens?" riepen de jongens uit.
"Ja, aliens. Wezens van andere planeten die met hun UFO's hier kwamen," zei meneer Takahashi. "Ze zagen er heel anders uit dan wij. Sommigen hadden groene huid en grote ogen, anderen hadden tentakels en schubben, weer anderen leken op dieren of planten."
"Heeft u ooit met ze gesproken?" vroeg Tobias.
"Nee, dat niet," zei meneer Takahashi. "Ze spraken een taal die ik niet kon verstaan. En ze leken ook niet geïnteresseerd in communicatie. Ze wilden alleen maar kijken of meenemen."
"Kijken of meenemen? Wat bedoelt u daarmee?" vroeg Jurre.
"Nou, soms namen ze dingen mee van de school," zei meneer Takahashi. "Zoals boeken, gereedschap, kleding of eten. Of soms namen ze levende wezens mee."
"Levende wezens? Zoals wat?" vroeg Harco.
"Zoals vogels, insecten, katten of honden," zei meneer Takahashi. "Of soms zelfs mensen."
"Mensen? Hebben ze ooit mensen meegenomen?" vroeg Tobias geschrokken.
"Ja, dat hebben ze wel eens gedaan," zei meneer Takahashi zachtjes. "Soms namen ze bezoekers mee die hier kwamen om de giraffen te zien. Of soms namen ze mij mee."
De ruimte-ontvoering van meneer Takahashi
"U? Hebben ze u ooit meegenomen?" vroeg Jurre vol ongeloof.
"Ja, dat hebben ze wel eens gedaan," herhaalde meneer Takahashi met een treurige blik in zijn ogen. "Ze namen me mee naar hun UFO en deden allerlei tests op me. Ze prikten me met naalden, schenen licht in mijn ogen en plakten elektroden op mijn hoofd."
"Wat? Dat is verschrikkelijk," riep Harco uit.
"Het was ook verschrikkelijk," beaamde meneer Takahashi. "Maar gelukkig brachten ze me altijd weer terug naar de school."
"Waarom deden ze dat?" vroeg Tobias.
"Ik weet het niet precies," zei meneer Takahashi. "Misschien waren ze nieuwsgierig naar mij en mijn school. Misschien wilden ze iets leren over ons en onze wereld."
"Of misschien wilden ze ons voorbereiden op iets groters," suggereerde Jurre.
"Wat bedoel je daarmee?" vroeg Harco.
"Nou, misschien wilden ze ons klaarmaken voor een invasie of een contact," opperde Jurre.
"Een invasie of een contact?" herhaalde Tobias verward.
"Ja, je weet wel," legde Jurre uit. "Een invasie is als de aliens ons willen aanvallen en overnemen. Een contact is als de aliens ons willen helpen en samenwerken."
"Oh, ik snap het," knikte Tobias.
"Mmm... dat zou kunnen," peinsde meneer Takahashi. Maar ik hoop dat het geen invasie is."
Hij keek bezorgd naar de lucht alsof hij verwachtte elk moment een UFO te zien verschijnen.
De jongens keken ook omhoog en voelden een rilling over hun rug gaan.
Plotseling hoorden ze een luid gezoem boven hun hoofd.
Ze keken geschrokken op en zagen tot hun verbijstering een enorme metalen bol
die boven hun hoofd zweefde. Het was dezelfde UFO als die op het dak van de school.
"O nee, daar zijn ze weer," zei meneer Takahashi angstig.
"Wie zijn ze?" vroeg Tobias.
"De aliens," zei meneer Takahashi. "Ze komen ons halen."
"Halen? Waarom?" vroeg Jurre.
"Ik weet het niet," zei meneer Takahashi. "Maar we moeten weg hier."
Hij draaide zich om en rende naar de ingang van de school.
"Kom op, jongens, volg me," riep hij.
De jongens aarzelden geen moment en renden achter hem aan.
De giraffen reageerden ook op het geluid van de UFO. Ze werden onrustig en begonnen te briesen en te stampen. Sommigen probeerden weg te rennen, anderen bleven staan en keken omhoog met een bange blik in hun ogen.Ren naar het bier!
De UFO daalde langzaam naar beneden en richtte een fel licht op de wei. Het leek alsof de aliens iets zochten of scanden.
Meneer Takahashi en de jongens bereikten net de ingang van de school toen ze een luide knal hoorden.
Ze keken om en zagen tot hun ontzetting dat de UFO een straal had afgevuurd op een van de giraffen. De giraf viel neer met een doffe klap en bleef roerloos liggen.
"O nee, ze hebben een giraf gedood," riep meneer Takahashi uit.
"Waarom doen ze dat?" vroeg Harco geschokt.
"Ik weet het niet," zei meneer Takahashi. "Misschien willen ze hem meenemen als trofee of als voedsel."
"Dat is wreed," zei Tobias verontwaardigd.
"Ja, dat is het zeker," stemde meneer Takahashi in. "Maar we kunnen er niets aan doen. We moeten ons verstoppen voor ze ons ook pakken."
Hij duwde de jongens naar binnen en deed snel de deur dicht.
Hij leidde hen naar een kelder onder de school waar hij een geheime schuilplaats had gemaakt.
"Hier zijn we veilig," zei hij terwijl hij een lamp aandeed. "Ze kunnen ons hier niet vinden."
Hij liet hen zien waar ze konden zitten en gaf hen wat water en eten.
"Hier heb ik wat bier voor jullie," zei hij terwijl hij hen elk een flesje gaf. "Het is Japans bier, heel lekker."
"Bier? Maar we zijn nog geen 18 jaar oud," protesteerde Jurre.
"Ach, wat maakt het uit," wuifde meneer Takahashi weg. "We zitten hier in een noodsituatie. Een beetje bier kan geen kwaad."
Hij opende zijn eigen flesje en nam een slok.
"Mmm... dat smaakt goed," zuchtte hij tevreden.
De jongens keken elkaar aan en haalden hun schouders op. Ze besloten om ook maar mee te doen en openden hun flesjes bier.
Ze namen elk een slok en trokken een vies gezicht.
"Bah... dat smaakt bitter," klaagden ze allemaal tegelijk.
Hoe dit verder gaat? Dat lees je de volgende keer!
Hoe dit verder gaat? Dat lees je de volgende keer!