Review Mufasa: The Lion: over het ontstaan van de échte alfaman Leeuwenkoning vanaf 18 december in de bioscoop
Mufasa: The Lion King
Met het origineel uit 1994 in het achterhoofd heeft Mufasa: The Lion King 30 jaar later grote schoenen te vullen. Kan Disney met een nieuwe blik op het ontstaan van dé Leeuwenkoning de hooggespannen verwachtingen waarmaken?
Door: Loeke de Waal
In Mufasa: The Lion King vertelt Rafiki aan Kiara (Blue Ivy Carter), de dochter van Simba (Glover) en Nala (Beyoncé), het verhaal van twee leeuwen: haar grootvader Mufasa (Pierre) en Taka (Harrison Jr.). De wees Mufasa werd namelijk door Taka’s familie geadopteerd, waarna de twee als broers opgroeiden. Maar Taka’s vader Obasi waarschuwde hem al voor de buitenstaander en zijn mogelijke verraad. Hij wist echter niet dat dat verraad uit een andere hoek zou komen.
De underdog
Nog voor de film uitkwam, ontstond er al reuring. Mufasa als wees? Hij was toch dé Leeuwenkoning, de OG, de natuurlijkste leider, de meest koninklijke leeuw der leeuwenkoningen, hij die Simba de weg wees met de wijsheid van generaties leeuwenkoningen in pacht? Maar Barry Jenkins legde gelijk uit dat deze keuze Mufasa vooral diepere lagen moest geven en zijn veerkracht moest tonen.
Die belofte maakt Jenkins waar. Als het je lukt de gemaakte keuze snel te accepteren. Dat Mufasa géén geboren koning is, maakt namelijk dat je meer betrokken raakt bij zijn ontwikkeling. Zijn ontwikkeling tot een ware alfaman. Het soort dat is opgegroeid met vrouwen, dat leert op zijn zintuigen en gevoelens te vertrouwen, leidt vanuit vertrouwen en aanmoediging en zich bekommert om anderen, niet alleen zij die familie of bloed zijn. Daarmee wordt duidelijk hoeveel talenten Mufasa heeft, die alleen de kans kregen zich te ontwikkelen als opgenomen buitenstaander in Taka’s koninklijke familie.
De scheuren in het verhaal van Mufasa: The Lion King blijken heel ergens anders zitten. Bijvoorbeeld de toevoeging van een kudde ‘Outsiders’ - sneeuwwitte leeuwen die elke kudde die ze tegenkomen uitroeien - die achter Taka en Mufasa aanzit, voelt vergezocht (ondanks de fijne stem van Mads Mikkelsen). Om nog maar even niet te speculeren over waarom de grote namen (lees: Donald Glover en Beyoncé) uit de live action remake uit 2019 überhaupt nog een keer moesten komen opdraven. Met flauwe metagrappen van Timon en Pumbaa en een eerlijk gezegd overbodige rol voor Blue Ivy’s Kiara.
Lekkere songs dan?
Niet om ook een storm op Lin Manuel Miranda’s parade af te sturen, maar de liedjes in Mufasa zijn helaas ondermaats. Geen epische, opzwepende liefdesliedjes of dreigende, maar tegelijk grappige presentaties van opperschurken die je thuis op de piano wil leren naspelen. De liedjes in Mufasa: The Lion King zijn meer van het kaliber ‘met je stem pronken’ dan gecreëerd vanuit gevoel (wat je af en toe wel weer voelt als het originele motief uit 1994 de kop opsteekt). En borderline copycat. De liefde is vanavond helaas niet te voelen als Sarabi (Boone) en Mufasa - een beetje zoals Nala en Simba in het origineel bij de waterval - door een bevroren watermassa elkaars ziel proberen te doorgronden.
Maar de komst van Sarabi en de vernieuwde neushoornvogel Zazu zijn de redders van Mufasa: The Lion King. Niet alleen omdat hun toevoeging aan de kudde misfits het verschil tussen leven en dood maakt voor Mufasa en Taka. Ook omdat juist zij de vrolijke noot wel weten te brengen. Samen met de jonge Rafiki, die vol vertrouwen in zijn (bovennatuurlijke) gaven de groep leiding geeft. Wanneer zij hun entree maken, begint de film pas echt.
Leeuwentriomf?
De originele The Lion King (1994) film is dertig jaar na dato nog steeds de bestbezochte bioscoopfilm in Nederland ooit. Ook met de nostalgie van toen trekkend aan de verwachtingen, zal de nieuwe generatie naar de bios trekken. De legende van Mufasa blijft.
- Mufasa: The Lion King (2024)
- Cijfer: 7
- Disney
- Duur: 2u
- Regie: Barry Jenkins
- Cast: Aaron Pierre, Kelvin Harrison Jr., Tiffany Boone, Donald Glover, Blue Ivy Carter, Beyoncé