Popcorntijd: The Magnificent Seven
In Popcorntijd bespreekt André Nientied wekelijks het filmnieuws en de beste kijktips. Deze week The Magnificent Seven en Tussen 10 en 12.
The Magnificent Seven
De western, een van de oudste filmgenres van Hollywood, wordt om de zoveel jaar dood verklaard. Maar het genre is even hardnekkig als de pioniers en cowboys waarop het is gebaseerd en het weet nog steeds filmmakers te inspireren. Begin dit jaar zagen we Oscarwinnaar Leonardo DiCaprio worstelen met een beer in de survivalwestern The Revenant en leverde Quentin Tarantino zijn bloeddorstige The Hateful Eight af, waarvan de titel een knipoog was naar de The Magnificent Seven uit 1960. En de afgelopen weken was de Nederlandse regisseur Martin Koolhoven met zijn feministische western Brimstone te gast op de filmfestivals van Venetië en Toronto.
De western wordt om de zoveel jaar dood verklaard, maar het genre is even hardnekkig als de pioniers en cowboys waarop het is gebaseerd
Waar The Revenant en Brimstone duidelijk een nieuwe visie bieden kiest regisseur Antoine Fuqua (Training Day, Olympus Has Fallen) met zijn remake van The Magnificent Seven op het eerste gezicht voor een klassieke aanpak. Dat begin al met de optiteling: lekker ouderwetse westernletters en vet aangezette muziek. Nu is het klassieke themanummer van Elmer Bernstein uit het origineel ook niet kapot te krijgen.
En ook het verhaal zelf is klassiek: anno 1879 wordt een klein stadje, Rose Creek, geterroriseerd door de bende van de schmierende schurk Bartolomew Bogue (Peter Sarsgard). Deze ploert wil alle bewoners uit het stadje verjagen omdat er goud in de grond zit. Hij deinst er niet voor terug om de kerk in de fik te steken en ongewapende burgers in de rug te schieten.
Ook de man van Emma (Haley Bennett) wordt laf afgeknald maar in plaats van te treuren zoekt ze hulp bij de in zwart geklede Chisolm (Denzel Washington met een flinke soulsnor). Deze premiejager neemt de opdracht aan en zoekt handlangers voor de onmogelijke klus: de gokker Josh Faraday (Chris Pratt), oorlogsveteraan Goodnight Robicheaux (Ethan Hawke), diens messen werpende metgezel Billy Rocks (Byung-hun Lee), de Mexicaan Vasquez (Manuel Garcia-Rulfo), rouwdouwer Jack Horne (Vincent D’Onofrio) en de Comanche indiaan Red Harvest (Martin Sensmeier).
Dit zootje ongeregeld vormt samen The Magnificent Seven, en vergeleken met het origineel van een halve eeuw geleden (dat op zijn beurt weer was gebaseerd op Seven Samurai van Akira Kurosawa) zijn ze een stuk veelkleuriger. Want waren het in 1960 nog vooral blanke helden die de Mexicaanse dorpelingen te hulp schoten, nu zijn het zeven schutters van uiteenlopende afkomst die, geleid door een zwarte cowboy, de blanke dorpelingen helpen. Regisseur Antoine Fuqua is dan ook een zwarte Amerikaan die zich regelmatig heeft uitgesproken over racisme in Hollywood. Maar afgezien van deze multiculturele insteek is deze ‘Fast and Furious Seven’ met dik twee uur toch een ouderwets trage western, vol paardenleed en bordkartonnen tegenstanders die bij bosjes door de helden worden afgeknald, vreemd genoeg zonder dat er veel bloed vloeit. Overigens is The Magnificent Seven ook een reünie voor Denzel Washington en Ethan Hawke, die eerder door Fuqua werden geregisseerd in het Oscar winnende (en veel betere) Training Day uit 2001.
Tussen 10 en 12
Van de Geweldige 7 naar 'Tussen 10 en 12': het verschil kon nauwelijks groter zijn. Op een zomerdag bellen twee agenten aan bij de 17-jarige Mike om te vertellen dat zijn zusje is omgekomen bij een verkeersongeval. Mike rijdt vervolgens samen met zijn vriendin mee met de agenten die het trieste nieuws moeten vertellen aan zijn vader en moeder.
Het drama wordt van grote afstand gefilmd zodat de kijker letterlijk op afstand wordt gehouden. De film ging in 2014 in première op het filmfestival van Venetië en won in 2015 de prijs van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten.