Zwanenzang van een acteerkanon
A Most Wanted Man
In Popcorntijd bespreekt André Nientied wekelijks het leukste filmnieuws en de beste kijktips. Deze week: A Most Wanted Man.
Deze zomer zou Philip Seymour Hoffman 50 jaar zijn geworden, als hij niet drie jaar geleden aan een overdosis heroïne was gestorven. Ik had drie keer het genoegen de geweldige acteur te mogen interviewen: twee keer aan het begin van zijn carrière, voor The Talented Mr Ripley en Flawless (beiden uit 1999), en een keer een paar jaar voor zijn dood, voor The Ides of March (2011). Die laatste keer, tijdens het filmfestival van Venetië, was minder prettig, want de acteur was behoorlijk chagrijnig en wist niet hoe snel hij het interview moest afraffelen om buiten een sigaretje te gaan roken. Typisch verslaafdengedrag, kan je achteraf zeggen.
Maar goed, hoe wispelturig Philip Seymour Hoffman dan ook in interviews mocht zijn, als acteur was hij altijd iemand om naar uit te kijken. Zo ook in A Most Wanted Man, een spionagethriller naar het boek van John la Carré, verfilmd door Anton Corbijn. Seymour Hoffman speelt Günther Bachmann, een uitgebluste en uitgerangeerde medewerker van de Duitse inlichtingendienst die in Hamburg een illegale Tsjetsjeen natrekt om uit te zoeken of deze vluchteling een terrorist is. De superieuren van Bachmann willen de Tsjetsjeen meteen oppakken, maar een hoge CIA-agente (Robin Wright) geeft Bachmann een paar dagen de tijd om te kijken of ze met de Tsjetsjeen als lokaas een grotere vis kunnen vangen. De gevluchte Tsjetsjeen krijgt intussen juridische bijstand van een idealistische advocate (Rachel McAdams) terwijl een Duitse bankier (Willem Dafoe) een schimmige rol als tussenpersoon speelt.
Dat drie Amerikaanse acteurs (Seymour Hoffman, McAdams en Dafoe) een Duitser spelen door Engels te spreken met een vet accent is helaas onvermijdelijk bij een Amerikaanse co-productie: Amerikanen houden er nu eenmaal niet van ondertitels te lezen. Maar Seymour Hoffman vergeef je het accent als je zijn getergde gezicht en slecht zittende pak ziet: je gelooft meteen dat deze morsige kettingroker een slecht betaalde Duitse spion is die ver over zijn hoogtepunt is. Dat uitgerekend deze rol zijn zwanenzang zou worden (zijn bijrol in The Hunger Games even niet meegerekend) maakt zijn vertolking nog tragischer.
De Nederlandse filmmaker Anton Corbijn bewees zich met A Most Wanted Man opnieuw als regisseur, na sfeervolle films als Control en The American. Corbijn heeft nog een cameo in de film (net als schrijver John le Carré) en stopte er muzikale verwijzingen in: in een café klinkt Brainbox en in een club is een nummer van Deutsch Amerikanische Freundschaft (DAF) te horen. Geestig, als je bedenkt dat de samenwerking tussen Duitsers en Amerikanen in de film uiterst moeizaam verloopt. In dit korte fragment legt Corbijn uit hoe hij een scène met onder meer Seymour Hoffman heeft geschoten en waarom hij het nummer van DAF in zijn film stopte.
A Most Wanted Man, vrijdag 17 maart, 22.25 uur, VPRO, NPO3