Voor Tim Haars is er maar één ding het allermooiste in de wereld en dat is, jawel... het Brabants worstenbroodje.

Tim Haars houdt van zijn moeder en van haar de kast op jagen. Haarmatjes vindt ‘ie cool, vooral als de heer in kwestie een biertje dichtknijpt met de hand en naar billen loert. Flaneren in z’n auto doet ‘ie ook graag; iets met zijn ultieme mannelijkheid tonen ofzo... Maar er is één ding dat een wel heel speciale plek in zijn hart heeft. Hij dagdroomt erover, ook ’s nachts, terwijl het kwijl uit z'n mond sijpelt. Zijn hart zit er zo vol van dat hij er hardop over praat. Tegen zichzelf. We nemen het hem niet kwalijk. Hij is er feitelijk door gevormd...

Het worstenbroodje.

Zijn levensovertuiging dankt hij er aan, het was de reden dat hij naar de kerk ging. Na de mis werd er immers Brabants trots gegeten. En nog steeds wordt zijn leven er door gedomineerd. Het worstenbroodje is de reden dat hij mensen ontmoet. De herinnering van de geur doet hem tig kilometers afreizen naar zijn moeder. Zijn hele familie ziet hij eigenlijk om deze reden; met z'n allen worstenbroodjes eten. Gesprekken met zijn verwanten vermijdt hij tot een hap van deze heilige zaligheid door z’n keel is gegleden.

Tim is sinds een paar maanden vader, vertelt hij terwijl we als hongerige hyena's afreizen naar Brabant om zijn zucht te voeden. Hij is het niet helemaal eens met mensen die zeggen dat de geboorte van je eerste kind het mooiste is wat er is. Ik weet wel waarom... Hij denkt maar aan één ding. Voor de zieke geest van een worstenbroodjesjunk zijn gesprekken over baby's maar grootspraak. Kinderspel. Er is maar één ding het allermooiste in de wereld en dat is. Jawel.

HET BRABANTSE WORSTENBROODJE

Ik snap het als je de obsessie voor dit vleesbroodje niet helemaal behapt. Maar probeer het eens, en het begint de dagen. De hostie van je nieuwe levensovertuiging is maar een luttele 2,5 uur van je verwijderd. Zie hier het recept.

Ingrediënten

  500 g tarwebloem

  25 g verse gist of 1 zakje gedroogde gist

  50 g boter, gesmolten

  150 ml melk, lauwwarm

  olie

  2 sneetjes oud wit brood

  500 g half-om-halfgehakt

  nootmuskaat

  1 ei, losgeklopt

Bereiden

Doe de bloem in een kom. Wrijf verse gist erboven fijn en meng de gist door het meel. Meng ook 10 g zout erdoor. Maak in het midden een kuil en schenk er de boter, 100 ml melk en 200 ml lauwwarm water bij. Meng alles tot een zacht deeg en laat dit 15 minuten staan.

Bestrijk het werkvlak met een beetje olie en kneed hierop het deeg 5-10 minuten tot het soepel en elastisch is. Vorm het deeg tot een bal, leg deze terug in de kom en laat het deeg afgedekt met plasticfolie op een warme plek 1 uur rijzen tot het volume verdubbeld is.

Week de sneetjes brood 10 minuten in de rest van de melk. Doe het gehakt in een kom. Knijp de sneetjes brood uit en meng ze met 10 g zout en peper en nootmuskaat door het gehakt. Kneed het gehakt goed door. Kneed het deeg even door en verdeel het in 12 gelijke stukken. Druk die op het werkvlak uit tot stukken van 10 bij 12 cm. Vorm het gehakt tot 12 rolletjes van 10 cm lang en leg ze op de stukken deeg. Klap het deeg over het rolletje en druk het rondom het gehakt dicht.

Leg de worstenbroodjes met voldoende tussenruimte op een ingevette bakplaat, dek ze af met een met bloem bestoven doek en laat ze weer 1 uur rijzen. Verwarm de oven voor op 220 °C. Roer wat zout door het losgeklopte ei en bestrijk de worstenbroodjes dun met ei. Schuif de bakplaat in het midden van de oven en bespuit enkele malen met een plantenspuit. Bak het brood in 15-20 minuten goudbruin en gaar. Laat de broodjes uit de oven afkoelen op een rooster.

Extra benodigd

Plasticfolie

Kookboek

Het recept 'Zelfgebakken worstenbroodjes' vind je op OKOKO.

NPO 3 FOOD
Nog meer honger? Kijk op npo3.nl/FOOD