Het mannelijke schoonheidsideaal: afgetraind en vooral geen bierbuik.
- 4 minuten leestijd
Het gaat de laatste tijd steeds meer over een inclusiever schoonheidsideaal. Opvallend is dat hierbij vaak de focus ligt op vrouwen. Maar hoe zit dit eigenlijk bij mannen? Wij zochten uit hoe dik zijn zich ten opzichte van het mannelijk schoonheidsideaal verhoudt.
Het gaat de laatste tijd steeds meer over een inclusiever schoonheidsideaal, iets wat wij bij Dikke vette leugens alleen maar toejuichen. Opvallend is dat hierbij vaak de focus ligt op vrouwen. Maar hoe zit dit eigenlijk bij mannen? Wij zochten uit hoe dik zijn zich ten opzichte van het mannelijk schoonheidsideaal verhoudt.
Het mannelijke schoonheidsideaalHet mannelijk schoonheidsideaal, in de westerse wereld, is in drie woorden samen te vatten: wit, gespierd en slank. Al sinds de Grieken en Romeinen is er aan dit ideaalbeeld van een man weinig veranderd. En daardoor is de druk om eraan te voldoen voor veel mannen groot.
Dit gold ook voor fotograaf/schrijver Stijn de Vries (25), hij ging daarom voor de Spuiten en Slikken serie ‘mooi, man’op zoek naar antwoorden over zijn worsteling met het mannelijke schoonheidsideaal. Uiteindelijk kan Stijn aan het einde van de serie zeggen dat het streven naar die grotere biceps of die sixpack niet zijn grootste prioriteit heeft. Voor hem is zelfliefde het allerbelangrijkst.
Mannen in de media
Het mannelijke schoonheidsideaal wordt veel uitgedragen in magazines. Op de covers staan vaker afgetrainde hunks dan mannen met normale lichamen. In Nederland is het blad Men’s Health hiervan een goed voorbeeld. Iedere editie staat op de cover een bekende Nederlander die na een uitputtend trainingsregime trots zijn goddelijke lichaam toont. Dat dit goddelijke lichaam een onrealistisch, en voor sommige mannen zelfs onhaalbaar, doel is, is geen onderwerp van gesprek.
Maar een tijdschrift is niet de enige plek waar je het mannelijke schoonheidsideaal vandaag de dag gedwongen tegenkomt. Ook in reclames struikel je over de wasbordjes. We kennen allemaal de onderbroekmerken die gulzig gebruik maken van de gespierde lichamen van afgetrainde (en grootgeschapen) mannen. De merken hopen zo psychologisch bij mannen een verband te leggen tussen de onderbroeken die ze kopen en het ideaal van een gespierd lichaam.
Dik zijn in de queer-scene
Hoewel je zou verwachten dat de queer-scene super inclusief is voor iedereen valt dit in de realiteit toch een beetje tegen. Ook in de queer-scene heerst er een strakomlijnd lichaamsideaal, zo stelt cultuurjournalist Marco Dreyer in het interview met Dikke vette leugens: ‘’Er heerst een enorm beeld dat je altijd maar afgetraind moet zijn of een sixpack moet hebben. Dan ben je begeerlijker.’’ En als je daar niet aan voldoet, bijvoorbeeld als je dik bent, dan word je volgens Marco uitgesloten. ‘’Dan willen mensen niet meer met je daten, of zelfs niet meer naar je kijken.’’
De effecten van het schoonheidsideaal
De invloed van het onrealistische lichaamsideaal op mannen kan groot zijn. Uit een onderzoek van Harvard blijkt dat mannen die zich druk maken over hun lichaam een grotere kans hebben op depressie, alcoholisme en onnodig diëten. Daar komt dan nog bij dat tien procent van de mannen zelfs last heeft van een vorm van morfodysforie. Bij die stoornis houd je je overmatig veel uren per dag bezig met je eigen lichaam en uiterlijk, zonder dat er voor de buitenwereld een duidelijke en aantoonbare afwijking is.
Ook hebben sommige mannen last van de stoornis bigorexia. In plaats van een obsessie met dun worden, zoals met anorexia, willen mannen met bigorexia juist heel veel spiergroei. Maar omdat de mannen met bigorexia geen realistisch beeld hebben van hun eigen lichaam is het bereikte effect nooit voldoende. Brandpunt+ sprak voor een aflevering van‘Het Goddelijke Lichaam’ met Rick en Shandor. In de aflevering vertellen ze hoe hun eigen lichaamsbeeld een negatieve invloed had op hun sociale leven. ‘’Op een gegeven moment zag ik mijn vrienden wel veel minder, ik zonderde mij af van de buitenwereld. Vooral omdat ik geen energie meer had om dingen te ondernemen’’, zegt de 25-jarige Shandor.
In verhouding tot vrouwen
Daarnaast is het ook opvallend dat het aantal mannen dat aan een eetstoornis lijdt in vergelijking met vrouwen niet groot is. Slechts vijf tot tien procent van de mensen met een eetstoornis is man. Deze lage cijfers lijken positief maar zijn waarschijnlijk deels te verklaren door het feit dat minder mannen zich uitspreken op dit onderwerp. Veel mannen krijgen nu waarschijnlijk nog niet de hulp die ze eigenlijk nodig hebben.