Ilse (20) en Elles (23) keken de dood in de ogen
Ilse (20) en Elles (23) keken de dood in de ogen
- 3 minuten leestijd
Ilse maakte als EHBO’er meerdere reanimaties mee. Drie keer ging het mis. Elles kreeg op haar 18de een hartstilstand en werd gered dankzij een reanimatie.
Elles de Vogel (23) kreeg vijf jaar geleden na een avondje stappen totaal onverwachts een hartstilstand. "Ik was na een paar uurtjes al wakker en dacht dat ik moest overgeven door de brakheid", vertelt Elles. "Mijn moeder vond het al raar dat ik zo vroeg wakker was. Voordat ze zei dat ik moest gaan zitten, viel ik op de grond."
Wakker schudden hielp niet. Toen haar vader erbij kwam, begon ze al blauw te worden. Meteen belden ze 112. "Mijn vader kon zich gelukkig nog wat herinneren van de BHV-cursus en kon mij, begeleid door 112, reanimeren."
Nog geen vijf minuten later waren de burgerhulpverleners er met een AED, een kastje dat met elektrische schokken je hart 'reset'. Zonder die vrijwilligers had Elles het waarschijnlijk niet gered.
Er zijn 170.000 Nederlanders die kunnen reanimeren: een record. Volgens de Hartstichting is Nederland het eerste land ter wereld met zo'n groot netwerk van burgerhulpverleners. Bij een hartstilstand in de buurt krijgen hulpverleners een oproepje op hun mobiel om zo snel mogelijk te komen. En dat is belangrijk: de eerste 6 minuten kunnen namelijk het verschil tussen leven en dood betekenen.
"Bij mij is de reden van de hartstilstand eigenlijk nooit gevonden", zegt Elles. Dat vindt ze geen fijn gevoel. "Gelukkig heb ik nu een soort ingebouwde AED." Ze krijgt dan een schok als haar hart niet goed werkt. Dat voelt volgens Elles een stuk veiliger.
Elles vindt het een goede zaak dat er nu zoveel mensen zijn die kunnen reanimeren. "Ambulances kunnen niet altijd snel bij je zijn. Als je pech hebt is er niemand in de buurt die kan reanimeren terwijl je er echt levens mee kan redden. Ik ben daar het levende bewijs van."
Ilse van Steen (20) stond als EHBO'er juist aan de andere kant. "Ik ben in totaal zes keer opgeroepen met een sms'je. Van die zes keer moest ik drie keer echt reanimeren." Dat liep telkens verkeerd af. Alle drie de slachtoffers konden met een reanimatie niet worden gered.
Ilse kon daar niets aan doen. "Eén iemand van rond de negentig was al in slaap overleden. De ander was een oudere terminale man en ik heb een baby van vier maanden niet kunnen redden. Dat heeft wel veel impact gehad."
Toch gaat ze er erg nuchter mee om. "Maar als ik soms een baby tegenkom in de supermarkt schrik ik nog wel eens. Gelukkig ben ik na die kinderreanimatie wel heel goed opgevangen en kan ik er nu goed over praten."
De vervelende ervaringen weerhouden haar er niet van om haar EHBO-werk voort te zetten. Ze komt dan ook uit een echte EHBO-familie. Haar vader is EHBO'er en haar moeder is coördinator bij de BHV in Wormerland, de bedrijfshulpverlening. "Ik heb nog babyfoto's waar ik in een Rode Kruis-pakje lig."
Ilse heeft vanaf haar zestiende een EHBO-diploma. "Maar ik mocht van mijn moeder pas vanaf mijn achttiende reanimeren, omdat het een hele heftige ervaring kan zijn." Nu is zij juist degene die reanimeert. Haar moeder regelt de randzaken. "Ze vangt de familieleden op en belt de meldkamer terug."
De jonge EHBO'er is erg blij dat steeds meer mensen in Nederland kunnen reanimeren. "Het is heel erg belangrijk. Het kan overal voor je neus gebeuren en dan moet je er snel bij zijn."