In gesprek met regisseur Safi Graauw over Koeriers
- 5 minuten leestijd
“Wie nooit onderdeel uitmaakte van het spel, leert zelf de spelregels creëren. Van niets iets kunnen maken. Daar gaat Koeriers om” In gesprek met regisseur Safi Graauw over gemak vinden in ongemak en de hobbelige weg naar een inclusieve filmwereld.
Toen hij 21 jaar oud was kocht Safi Graauw zijn eerste filmcamera. Hij oefende dagenlang op zijn kamer om eerst zijn grote teen op beeld te brengen. Zo’n tien jaar later staat hij als autodidact met zijn webserie ‘Koeriers’ als maker aan de top van een nieuwe lichting die als missie heeft het televisielandschap inclusief en toegankelijk te maken voor een diverser en jonger publiek.
De serie Koeriers laat zien waar de jonge koeriers dagelijks mee te maken hebben: situaties die herkenbaar zijn, pijnlijk, grappig maar bovenal: nog onbesproken. De serie maakt een primeur als eerste NPO productie met een volledig gekleurde cast. Is dit iets dat anno 2021 überhaupt benoemd moet worden? Wel als het aan de filmmaker ligt. “Als het op inclusie aankomt gebruik ik vaak metaforen. Als je over de hele wereld zou kijken naar eetgewoontes dan weet je dat er mensen zijn die met lepels eten, zij die met mes en vork, handen, stokjes of andere dingen… In Nederland denken we dat iedereen met mes en vork eet. Dat betekent dat jouw idee van inclusie tot een bepaald punt reikt. Maar nee. Er zijn zoveel variaties als het om eetgedrag gaat, en dat geldt ook voor cultuur.”
Geen diversiteit als afvinklijstje
Het zijn net die variaties in ervaringen en verhalen van biculturele jongeren die hun weg zoeken als jongvolwassene in het divers evoluerende Nederland, die Koeriers in beeld wil brengen. Dit is iets waarin de webserie zich in onderscheid als pionier binnen het huidige NPO-aanbod als productie met een diverse cast en crew. Want waar het volgens de regisseur vaak mis gaat bij het vertalen van deze verhalen naar een breed publiek op het doek, is vaak bij het begin al: door wie ze worden gemaakt. Hoe inclusief is je team in doen en denken? Graauw: “In een schrijfproces moet je durven breken met jouw kaders en die echt gaan verbreden. Want als je dan niet goed luistert als regisseur naar het perspectief en/of de achtergrond van een schrijver of karakter, dan ga je ook niet begrijpen waarom die persoon bv. met zijn handen eet.” Volgens hem is het grootste probleem binnen de media en het bedrijfsleven in Nederland een goede kennis van de diversiteit aan mensen en hun variaties aan ervaringen. “Diversiteit is nog te veel een lijstje dat afgevinkt moet worden.”
Daarom benadrukt de filmmaker dat vooral bij gevoelige sociaal maatschappelijke thema’s het vertrouwen tussen cast, schrijver en regisseur erg belangrijk is om die verschillende ervaringen te leren ontdekken. Zo geeft hij aan hoe het Koeriers personage ‘Chanel’ ook vorm kreeg door de invulling van Congolees-Nederlandse actrice, Jorabelle Lukoki. Graauw: “Omdat Jorabelle Congoleese roots heeft, spreekt ze ook Frans. Ik heb haar vanuit regie aangegeven: dat als ze eenmaal scheldt, dat ze mag schelden zoals ze zelf wil. Scheld in het Congolees, scheld in Frans of dialect, whatever. Uit je gewoon. Hier vinden we dan ook volgens hem het verschil tussen diversiteit en inclusie: wanneer uit de diversiteit van mensen een verrijking ontstaat op ideeën niveau. “Diversiteit is een verzameling van kennis en respect voor verschillende culturen, en wat daaruit volgt is inclusie en sociale cohesie. Graauw benadrukt dat in een script vaak iets expressiefs staat, en dan dat je als acteur eigen kunnen maken, dat is inclusief werken. “Diversiteit is: we hebben een zwarte vrouw. Inclusiviteit is: ze is inderdaad een zwarte vrouw, maar ze mag ook zichzelf zijn en dat wordt ook door iedereen gewaardeerd.”
Wie verhaalt die bepaalt
Naast de afvinklijstjes-mentaliteit is een gebrek aan diversiteit ook verbonden aan de onwil om zaken anders te durven doen. En dat betekent ook leren omgaan met falen en ongemak.“Ik betrapte mezelf in het verleden ook op iets als colourism zoals we dat ook bij de NPO zien waarbij de lichtere meisjes met braids de rollen krijgen. Tot mijn omgeving mij daar gelukkig op wees.”
Volgens de regisseur is het problematisch wanneer beeldmakers niet bewust zijn van de impact van hun beelden. “Ik vind dat je niet zo maar ongegeneerd beeld mag maken.” Daarin mogen we volgens hem niet uitgaan van onderbuikgevoelens. Dit ziet de filmmaker ook terug in de kritieken die we online zien over Koeriers en dat het witte mensen zou uitsluiten. “Hoezo zou deze serie polariseren als ik gewoon aangeef: “deze serie is ontstaan met ‘my people’ in het achterhoofd. Waarom mag dat niet? Want er zijn duizenden series gemaakt met witte mensen in het achterhoofd,” benadrukt hij.
“Als
je een huis bouwt met honderd bouwstenen en negenennegentig zijn rood, en één is
geel. Is dan de gele steen het probleem of maakt die steen het totaal niet
diverser?”
Dat zaken soms niet in één keer aankomen bij een publiek en diversiteit in de mediawereld een moeizaam proces is, dat neem je er dan bij volgens de filmmaker. “Uiteindelijk gaat het om van niets, iets kunnen maken. Wie nooit onderdeel uitmaakte van het spel, leert zelf de spelregels creëren. En al doende kom je er in dat proces door de struggles erachter, wie je bent. En dat is uiteindelijk waar het bij Koeriers om gaat: jezelf vinden in dat proces.”
Door Sakina Elkayouhi