Jans Column: "De vrouw des huizes is not amused"
Jans Column: "De vrouw des huizes is not amused"
- 3 minuten leestijd
Toen ik nog een Jantje was, was dit -nog vóór stoepranden, “buutvrij!” roepen en in bomen klimmen.
Toen ik nog een Jantje was, was dit -nog vóór stoepranden, “buutvrij!” roepen en in bomen klimmen- mijn favoriete tijdverdrijf: stiekem aansluipen, de bel lang indrukken en snel wegrennen. Dus toen de redactie op het idee kwam om bij willekeurige mensen aan te bellen, om zo een kijkje in hun leven te nemen, was ik meteen enthousiast. Ouderwets belletje lellen. Heerlijk.
“Ik heb hier nog nooit makkelijk gedraaid”, zegt de cameraman onheilspellend terwijl we de auto instappen naar dé villawijk van Hilversum. Dat belooft wat. We rijden langs kasten van huizen. “Weer een hek!” “Is dat een camera?!” Maar dan: “Daar! Een deurbel!” Ik zit inmiddels licht zwetend op de achterbank. De spanning van vroeger is weer helemaal terug. Spannend!
Het huis (of eerder een kasteeltje) heeft hoge ramen en een statige trap. Ik loop zo onopvallend mogelijk met mijn felblauwe (!) pak aan de oprit op. “Tringgg!” Niks. Ik gebaar naar de cameraman die aan de overkant van de straat achter een boom verstopt zit. “Tringggg!” De deur gaat met een ruk open, de vrouw des huizes is not amused. Met de belofte dat we niets, echt niets, zullen uitzenden, laat ze me gaan. Pfoe. Hierna hebben we gelukkig wél succes. De tweede vrouw bij wie we aanbellen heeft “even een ontspanmomentje”. Heel goed. En de vierde is gehaktballen aan het draaien voor haar man. “Het gehakt is speciaal uit Utrecht gehaald.” Hè, lekker. Een vrouw hardloopt me tegemoet. Vol in de make-up, tassie d’r bij, gouden sieraden om. Iemand stapt rustig op een paard voorbij. En mannen met bladblazers, al die bladblazers…
Hoe anders is het op onze volgende bestemming. Na een uur in de
auto komen we aan in “een echte volkswijk” in Apeldoorn. Keurige rijtjes met
keurige huizen, met glazen voordeuren en de gordijnen open. Hollandser kan
niet: wij hebben niets te verbergen. Maar ook ik kan me zo niet echt verbergen.
De Rivierenkwartier-bewoners zien dan ook vaak een blauw gedaante voorbij
rennen. Oeps. Maar na de gouden tips van de cameraman (“Niet zo opvallend
rennen!”,“Hoofd naar beneden!”, “Achterstevoren!”), bel ik aan bij Esther. Ze
heeft net de culinaire klassieker kip, aardappelen en appelmoes gemaakt.
Vanavond alleen voor haar man en kinderen, maar, zo blijkt na een tijdje, drie
keer per week kookt ze ook voor de Syrische vluchteling Osama die verderop in
de noodopvang zit. Prachtig. Weer een happy end.
Tijd om naar huis te gaan!