Kickbokser Jamal Ben Saddik over topsport tijdens de ramadan
Kickbokser Jamal Ben Saddik over topsport tijdens de ramadan
- 5 minuten leestijd
Niet eten en drinken overdag is al lastig genoeg. Maar hoe doe je dat als je topsporter bent en je al je energie nodig hebt?
Vorige week is de ramadan begonnen. Dit betekent voor veel
moslims een maand lang
niet eten, drinken, roken of seks hebben na zonsopgang en voor zonsondergang.
Dat geldt dus ook als je net zoals kickbokser Jamal Ben Saddik topsport
bedrijft.
De boomlange Belg met Marokkaanse roots is praktiserend moslim, maar traint ook twee keer per dag. En dat is niet altijd even makkelijk is als je niks mag eten en drinken overdag. Daarom vroeg wij hem hoe hij de ramadan met zijn sport combineert.
De ramadan is net begonnen, hoe voel je je?
“Ik heb net mijn tweede training achter de rug en het is een beetje wennen nog. Maar het is vandaag de eerste dag van de ramadan, dus ik voel nog niet zo veel verschil. Als je het over twee of drie weken nog eens vraagt, kan het helemaal anders zijn.”
Als topsporter is de ramadan misschien nog wel zwaarder dan voor mensen die bijvoorbeeld een kantoorbaan hebben. Hoe ervaar je dat zelf?
“Normaal als ik op sta, eet ik een stevig ontbijt om de eerste training te beginnen. Tijdens de ramadan moet ik dat overslaan en gelijk gaan trainen. Dat is moeilijk. Na de training neem ik een shake, maar dat mag nu ook niet. Dat is toch wel even een klap die je krijgt. Maar ik heb denk ik nog wel reserves van gisteren en eergisteren in mijn lichaam.”
Pas je je trainingen aan op het vasten?
“Ja, ik train een beetje lichter. En waarom doen we dat? Als we hetzelfde niveau aanhouden van voor of na de ramadan, dan zijn we meer aan het afbreken dan dat we aan het opbouwen zijn. Dus dat is geen goed idee.”
Kan je iets vertellen over je voedingsschema?
“Ik heb echt een eigen voedingsschema en daar hou ik me aan om 100% uit mijn trainingen te halen. Buiten de ramadan neem ik als ik op sta een stevige shake. Na mijn shake heb ik als tussendoortje voor de eerste training nog drie gekookte eieren. Dan begint de eerste training. Na de training heb ik mijn eerste warme maaltijd: groenten, vaak broccoli of bloemkool, met een stuk vlees. Na de eerste warme maaltijd heb ik een tussendoortje dat bestaat uit zalm met groenten. De laatste warme maaltijd is eigenlijk hetzelfde als eerste maaltijd, maar met zoete aardappeltjes. Zo krijg ik wat koolhydraten binnen.”
Keer je tijdens de ramadan dan ook je dag en nacht ritme om, om genoeg binnen te krijgen?
“We mogen vanaf half tien ’s avonds weer eten. Ik verdeel mijn voeding over de vijf uurtjes die ik heb tot ik ga slapen. Dan heb ik in ieder geval mijn maaltijden binnen. Om een uurtje of twee, half drie ’s nachts ga ik pas slapen. Het is wel zwaar, maar daarom wordt de training ietsjes lichter. Maar ik doe dit ondertussen al een jaar of zes, zeven op deze manier, dus het is wel normaal aan het worden.”
Je mag ook niet drinken overdag. Maar tijdens trainingen verlies je veel vocht. Hoe ga je daar mee om?
“Ja, dat klopt. We verliezen vocht, maar het is nu eenmaal zo. Het is zeker ook een beetje een uitdaging, maar als je mentaal gewoon goed in je kop zit en je gewoon gegeten hebt wat je moet eten, dan hoef je daar gewoon niet bang voor te zijn.”
Wat betekent de ramadan voor jou persoonlijk en wat haal je er uit als vechter?
“Het is één van de vijf zuilen van de islam. Ik ben goed gelovig en bid ook vijf keer per dag. Ik ben er mee opgegroeid en zie het als mijn plicht om te doen. Wat ik er uit haal? In deze maand kom ik echt tot rust en ben ik veel met mijn familie. Aangezien ik het hele jaar door twee keer per dag train en zo veel reis is dat normaal lastig.”
Heb je tot slot nog tips voor andere mensen die sporten tijdens de ramadan?
“Ja zeker. Eén van de belangrijkste is zorgen dat wanneer je mag eten, je lichaam krijgt wat het nodig heeft de dag nadien. Zwak voelen ga je sowieso doen. Rust gewoon goed uit wanneer je kan rusten en haal het maximale uit je trainingen. Dat is natuurlijk de kunst van topsport en de ramadan.”
Geschreven door: Maic Oudejans