Nina en de tweeling moesten vechten voor hun leven
Nina en de tweeling moesten vechten voor hun leven
- 3 minuten leestijd
Nina had al een zoontje en toen raakte ze in verwachting van niet één maar twee kindjes.
Nina werkte 40 uur in de week en de weekenden werden gevuld met leuke activiteiten doen samen met haar vriend en zoontje Kaine. Zo zagen de dagen eruit voordat Nina in verwachting raakte. Haar cyclus is altijd al onregelmatig, maar nu duurde het toch wel erg lang. Voor de zekerheid deed ze een test en meteen was het te zien: positief. “O, shit.” Dacht Nina. Ze woont met haar vriend en zoontje bij haar opa. Maar haar opa reageerde meteen met de lieve woorden: “Geeft niks meissie. Alles komt goed.”
Opa’s voorgevoel was goed, want vanaf het begin zei hij direct: “Dit wordt een tweeling.” Bij de eerste echo ontdekte Nina samen met haar moeder dat ze in zwanger was van een tweeling. Ze moesten allebei heel hard huilen, maar ook heel hard lachen. “Oh my god. Hoe kan dit?” Opa had nog gelijk ook.
De zwangerschap verliep zwaar. Nina was de eerste weken erg ziek. Ze was zo moe dat ze niet meer kon werken. Na 28 weken moest ze al opgenomen worden in het ziekenhuis, omdat er kans was op vroeggeboorte. Ze hield ook af en toe ineens heel veel vocht vast en werd geconfronteerd met steunkousen.
Na weer een controle in het ziekenhuis, omdat Nina dacht dat ze vruchtwater verloren was werd ze naar huis gestuurd. Na een lange tijd van buikkrampen en maar een paar uur slaap werd ze weer opgenomen in het ziekenhuis. Ze bleek één cm te hebben en mocht niet meer naar huis. De bevalling kon op dat moment ingezet worden, maar het kon ook nog twee weken duren. Ze werd daarom overgeplaatst naar een ander ziekenhuis waar de weeën plotseling verdwenen. Na een gezellig babbeltje met de verloskundige, die zag dat alles goed ging en daarom weer verdween, brak de weeënstorm los. Na een kwartier zat ze al op vier centimeter en werd ze meteen naar het OK gebracht.
Met een keizersnede werden Jace en Jari geboren. Jari moest zelfs met beademing geholpen worden, omdat zijn longetjes nog niet rijp genoeg waren. Maar ook bij Nina ging het niet goed. Beiden moesten ze vechten voor hun leven. Nina had zoveel bloed verloren dat ze zes bloedtransfusies kreeg. Haar buik bleef dagen opgezet en de pijn in haar buik bleef. Ze kreeg zelfs op een gegeven moment ineens hele hoge koorts. De artsen dachten dat ze een baarmoederontsteking had, maar na een CT-scan ontdekte ze dat er nog bloed in haar buikholte zat. Ze werd weer geopereerd waar ze niet alles konden verwijderen en daardoor een drain in haar buik moest aanleggen. Helaas loopt ze nog voortdurend de deur van het ziekenhuis plat, want haar buik is nog steeds niet hersteld. Met Jari gaat het gelukkig een stuk beter. Ze zijn goed aangesterkt en netjes op gewicht. Ze hebben beiden nog wel een laag immuunsysteem waardoor ze veel ziek zijn, maar ook hiervoor lopen de onderzoeken in het ziekenhuis.
Haar kinderen houden haar op de been. Ze put veel geluk uit haar jongens en ondanks de vele ziekenhuisbezoeken heeft ze zin in de toekomst. Ze gaat binnenkort starten met de opleiding Pedagogisch Medewerker Kinderopvang en misschien een eigen huis voor hun vijven. Maar eerst nog even samen met opa genieten.