NPO3 telt af naar de verkiezingen #4
NPO3 telt af naar de verkiezingen #4
- 4 minuten leestijd
Over minder dan een week verkiest het machtigste land ter wereld haar nieuwe leider. NPO3 kijkt vandaag naar peilingen.
Nu de verkiezingen steeds dichterbij komen neemt de spanning steeds meer toe. Dinsdag zal duidelijk worden wie de nieuwe president van Amerika wordt. Het Amerikaanse volk kiest tussen Democraat Hillary Clinton en Republikein Donald Trump. Volgens de peilingen neemt de voorsprong van Clinton steeds verder af, maar hoe zit dat eigenlijk? NPO3 stoomt je klaar voor de verkiezingsdag en neemt vandaag de peilingen onder de loep.
Deel 4: Kan ik de peilingen vertrouwen?
"Er zijn drie soorten leugens: leugens, verdoemde leugens en statistieken", zou de 19e-eeuwse Britse premier Benjamin Disraeli ooit hebben gezegd. In deze presidentsverkiezingen zijn de peilingen een heet hangijzer. Trump en Clinton pronken met iedere peiling waar ze voorstaan en lachen peilingen waar ze achterstaan weg alsof ze even onbetrouwbaar zijn als het weerbericht. Maar wie moeten we geloven en wat moeten we weten? Lees eerst - als je dat nog niet hebt gedaan - de alinea 'Kiesmannen?' terug uit Deel 2 van deze serie.
Hoezo lokale peilingen?
Vanwege het democratische systeem in Amerika zijn landelijke peilingen niet meer dan graadmeters van de populariteit van een kandidaat. Het aantal kiesmannen is namelijk doorslaggevend (nogmaals: denk jij nu 'kiesmannen...*stofwolkje*', lees Deel 2) en niet het landelijk aantal stemmen. Zo werden John Quincy Adams in 1824, Rutherford B. Hayes in 1876, Benjamin Harrison 1884 en George W. Bush in 2000 president, terwijl hun tegenstander meer stemmen kreeg dan zij. Het is daarom belangrijk om de peilingen in de zogeheten swing states in de gaten te houden. Van de meeste Amerikaanse staten valt de uitslag op voorhand min of meer te voorspellen. Zo stemt South-Carolina vrijwel altijd Republikeins en Vermont Democratisch. Staten waar de verschillen tussen de partijen klein zijn en de loyaliteit regelmatig verspringt worden swing states genoemd. Of purple states (paarse staten) als samenvoeging van de partijkleuren rood voor Republikeinen, blauw voor Democraten. Florida, Ohio, Pennsylvania, New Hampshire, Virginia en North-Carolina worden onder andere tot de swing states gerekend. Omdat de uitslag in deze staten bepalend kan zijn voor de uitkomst, wordt hier hevig campagne gevoerd. Vandaar de derde bijnaam battleground states (strijdveld staten). Om een goed beeld van de verkiezingen te hebben, is het dus handig om lokale peilingen goed bij te houden.
Paden naar de overwinning
Nu begint het echt interessant te worden. RealClearPolitics maakt gemiddelden van alle peilingen per staat, en zet dit over in een kaart met rode, blauwe en zwarte staten. Rode of blauwe staten zullen zo goed als zeker naar die partij gaan. In zwarte staten is het op basis van de peilingen niet vast te stellen wie er gaat winnen. Kandidaten puzzelen met welke staten ze hiervan moeten winnen en welke ze mogen verliezen om genoeg kiesmannen te winnen voor het kiescongres. Er zijn in totaal 538 kiesmannen en als een kandidaat de magische grens van 270 kiesmannen passeert, wordt hij of zij president.
Waarom vertrouwen mensen peilingen niet?
Amerikanen zijn erg trots op hun vrijheid en democratie. Gek genoeg is de Amerikaanse stemopkomst een van de allerlaagste ter wereld. Gemiddeld rond de 55% van de stemgerechtigden kiest een president. Tegenover een gemiddelde opkomst van 85% bij Tweede Kamerverkiezingen in Nederland. Veel laagopgeleiden en leden van etnische minderheden in Amerika hebben nog nooit gestemd. Deze mensen worden door peilingbureaus niet meegenomen in hun berekeningen. Als zij ineens toch besluiten te stemmen, kunnen zij geheel onverwacht de uitslag veranderen. Zo peilde Democraat Bernie Sanders tijdens de voorverkiezingen in Michigan op een verlies van rond de 20%. Hij wist echter heel veel jongeren te mobiliseren die normaal niet stemmen, waardoor hij wist te winnen met 5% verschil.
Conclusie?
In het landelijk gemiddelde staat Clinton met 1,7% voor op Trump. Volgens de statenkaart kan Clinton op 226 kiesmannen rekenen en Trump op 180. Er zijn nog tien staten die onzeker zijn en daar worden samen 132 kiesmannen verdeeld. Trump heeft het voordeel dat hij erg populair is onder laagopgeleiden. Als hij deze mensen zover kan krijgen te gaan stemmen, kan hij een onverwachte winst boeken. Omdat we dit effect niet kunnen meten is een ding is zeker: het gaat dinsdag ontzettend spannend worden.
Lees verder:
Deel 5: Waarom maar twee opties?
Deel 3: De lange adem
Deel 2: Hoe kiest Amerika een president?
Deel 1: Kiezen tussen twee kwaden