Tim & Nicolaas hadden allebei geen idee waarin ze terecht zouden komen
- 5 minuten leestijd
Ggz-manager Annemiek de Wit was 100 dagen lang de mentor van Tim en Nicolaas. Hoe heeft ze dat beleefd? ‘Dat onder de indruk raken van een verhaal, dat moet je houden. En andersom ook dat je kippenvel krijgt van de mooie dingen die hier gebeuren.’
Door Nouryt Prinsze
‘Wat ik vanaf het begin heel erg leuk heb gevonden is dat ze allebei geen idee hadden waar ze in terecht zouden komen,’ vertelt Annemiek de Wit, die Tim en Nicolaas tijdens 100 dagen in je hoofd begeleidde. ‘De onbevangenheid van een kijker, die brachten zij met zich mee. Ook door allebei hardop te zeggen dat ze vooroordelen hadden. Ze hebben het zo laagdrempeliger gemaakt en dichter bij de kijker gebracht.’
Zorgen voor een leuke dag
Allebei hebben ze het proces op hun eigen manier doorlopen, legt Annemiek uit: ‘Nicolaas was heel erg bezig met het zorgen dat de cliënten een leuke dag hebben en kon af en toe wat moeilijker loskomen van de energie die het kostte. Heel herkenbaar, want dat overkomt meer mensen als ze bij ons komen werken. Bij Tim waren er wel momenten dat ik hoopte dat hij zichzelf niet té veel met de cliënten zou identificeren. Dat hij nog wel zou snappen dat er een grens is tussen wanneer je dit soort hulp nodig hebt en wanneer je er alleen kenmerken van hebt. Op een gegeven moment zag hij dat zelf ook scherp.’
‘Het komt wel dichtbij’
‘Ze hebben dezelfde fases doorgemaakt als iemand die hier nieuw komt werken. Dus van verwondering, naar: “Oh jeetje, het komt wel dichtbij.” Ik denk dat veel medewerkers zich hierin herkennen. Iedereen is zich er heel bewust van dat het kwartje zomaar de andere kant op kan vallen. En dat maakt je nederig in het oordelen over deze cliënten.’
Word het Annemiek dan nooit te veel? ‘Ook ik neem soms nog dingen mee naar huis. Het is in de serie er niet over gegaan, maar er overlijden wel eens mensen omdat ze ervoor kiezen dit leven niet meer te willen. Dat maakt nog steeds heel veel indruk op me. Het zijn niet dingen die je makkelijk naast je neerlegt.’
Deze cliënten zien in hun leven waarschijnlijk wel driehonderd verschillende hulpverleners voorbijkomen
‘Het is niet alleen maar leed’
‘Ik kan goed het onderscheid maken tussen werk en privé, maar dat heb ik moeten leren en ik blijf een mens. Als het niks meer met me zou doen, dan moet ik stoppen met dit werk. Dan ga ik er niet meer voor met hart en ziel. Dat onder de indruk raken van een verhaal of kippenvel krijgen, dat moet je houden. En andersom ook dat je kippenvel krijgt van de mooie dingen die hier gebeuren. Die zie je ook terug in de serie. Het is niet alleen maar leed, er zijn ook een hoop mooie dingen. Tim en Nicolaas hebben ook veel gelachen.’
Afscheid nemen
Het ligt voor de hand dat er na 100 dagen een band is opgebouwd tussen Tim en Nicolaas, medewerkers en patiënten. Hoe was het afscheid? ‘Ik heb de twee mannen erop voorbereid. Niet alleen op hun eigen afscheid, maar ook op wat het betekent voor de cliënten. Dit is geen afscheid zoals van een goede vriend. Deze cliënten zien in hun leven waarschijnlijk wel driehonderd verschillende hulpverleners voorbijkomen. Dus die wapenen zich tegen de binding. Zo wil je het niet, maar het is de realiteit.’
‘Nicolaas en Tim hebben een goed afscheid kunnen nemen en daarna moet je het ook loslaten. Dat is voor beide partijen beter, want het zijn geen vrienden. En ze komen niet meer terug. Alhoewel, Nicolaas is op een avond voor een dienst gebeld, want we hadden nog een dienst openstaan op de afdeling waar hij 100 dagen zat. Hij heeft het dermate goed gedaan daar, dat ze hem een avonddienst zouden toevertrouwen.’
Alleen moest Tim nog leren om wat meer rust in te bouwen. Niet gelijk vragen hoeveel drugs iemand gebruikt, bijvoorbeeld.
Wat heeft hij dan zo goed gedaan? ‘Nicolaas nam z’n werk heel serieus. Wat ik hem fantastisch heb zien doen is zichzelf een beetje overbodig maken en toch aansluiten bij de cliënt. Het ging niet over Nicolaas die heel graag iets van de cliënt wilde weten, maar Nicolaas vroeg oprecht: “Hoe is het met je? Kan ik wat voor je doen?” Heel indrukwekkend.’
Een beetje gekkigheid
Tim had meer moeite om uit de interviewmodus te komen, vertelt Annemiek. ‘Hij zat nog net niet met een microfoon. Maar Tim is op een andere manier heel ontwapenend geweest, want hij is gelijkwaardig aan de cliënten geweest in hun cynisme naar de behandeling toe. Hij brengt van zichzelf een beetje gekkigheid mee en wat luchtigheid. Hij had soms ook niet de juiste antwoorden, maar wist juist vanuit Tim te antwoorden en dat vond ik ook leuk om te zien, want dat maakte hem menselijk. En toegankelijk voor de cliënten. Alleen moest Tim nog leren om wat meer rust in te bouwen. Niet gelijk vragen hoeveel drugs iemand gebruikt, bijvoorbeeld. Ze waren totaal verschillend in wat ze deden, maar ze waren allebei goed op hun eigen manier.’
Lees alle verhalen:
1. Het verschil tussen ‘normaal’ en ‘gek’ is helemaal niet zo groot
2. Waar komen al die ‘verwarde personen’ vandaan?
3. Iemand is niet z’n diagnose
5. Hij dacht dat hij Jezus was
6. Snappen hoe je je voelt dankzij een paard