In de grachten van Groningen belandt Raven bij Frits in de boot, die haar meeneemt op een nachtelijk avontuur om de wateren van Groningen op te ruimen.
Diep in de nacht dwaalt Raven over de duistere straten van Groningen, wanneer die iets ziet bewegen in de gracht. “Wow, wow, wow, kijk!” Het monster van de Groningse Loch Ness? Een zeemeermin? Langzaam zien we de contouren van een bootje duidelijker worden tegen de nachtelijke schaduwen. Daar vaart iemand! What the fuck?!
“AHOY!” Roept Raven vanaf de kant. Een gebogen figuur in het bootje kijkt op en stuurt de boot langzaam naar de kant toe. De motor van zijn ronkende sloep maakt een spinnend geluid, dus heel onopvallend is hij niet. Het silhouet blijkt Frits te heten, die de boot aanlegt en wat afval aan de kant schuift.
Wat is dit nou? Wat ben je aan het doen?
Een beetje relaxen na een lang weekend. En een beetje vuil oprapen in het water. Ik doe dit al jaren.
Echt waar?
Ja, het maakt ook niet uit of het nou drie uur ‘s nachts is, zeven uur ‘s ochtends, of 11 uur ‘s avonds.
Dus dat treft!
Ja!
Kan ik een stukje mee?
Ja tuurlijk, stap maar aan boord.
Raven entert het wiebelige bootje in en vaart samen met Frits weg.
Hoppa!
Welkom aan boord!
Al snel gooit Frits het roer om.
Oh, zie je wat liggen?
Ja! Ik zag hier ook een stuk plastic.
Waarom voel jij je hier dan zo verantwoordelijk voor?
Ik weet niet of ik me echt verantwoordelijk voel, het is gewoon een hobby geworden. Je ziet het op straat liggen, tijdens de hond uitlaten zie je het overal liggen. Ik ben het gewoon gaan doen, het plastic ruimen. M’n vader zei ooit: laat het altijd schoner achter dan je het aantreft. En dat doe ik gewoon nog steeds.
Ja… Oh, hier ligt iets, ik pak deze wel even.
Raven pakt een ogenschijnlijk lege milkshake van de kant om in de boot te leggen.
Hè, gadverdamme! Al die milkshake-zooi over me heen… Argh! Weer plastic. Het is altijd dezelfde zooi hè? Van fastfood.
Meestal wel ja. Maar het is hartstikke mooi, kijk om je heen. We zitten heerlijk op het water, midden in de nacht.
Ja, het is wel lekker stil.
Overdag zit ik met duizend mensen per minuut om me heen, maar ‘s nachts… Stilte, rust. Alleen zijn, ja, dat vind ik heerlijk.
Ja? Ben je altijd al een nachtmens geweest?
Ja, op een gegeven moment, als je overdag veel gepest wordt, dan is de nacht ook wel een rust.
Als je gepest wordt? Als kind?
Ja.
En je weet niet waarom?
Nee. Ook echt lichamelijk.
Ja?
Ja, in de bosjes geduwd worden, pootje laten flippen. Alles wat je niet wil als kind.
Toen ben jij je al terug gaan trekken en meer ‘s nachts actief geworden, als kind? Wat ging je dan doen?
Ja, dan ging ik vaak even fietsen. Lekker een stukje met m’n hoofd in de wind. En dan mijn gedachten verzetten. En dat is altijd zo gebleven.
Ja, vervelend.
Ja, toen wel. Nu ben ik er overheen gegroeid, denk ik.
Dat mag ik godverdomme hopen van wel, ja!
Haha.
Wanneer is die omslag gekomen dan?
Toen ik voor mezelf ging kiezen. Ja, ik zat in die tijd aan de verdovende middelen. En ik wilde er echt van af. Toen ben ik gevlucht, weg van mijn eigen huis.
Waar ben je toen heen gegaan?
Vreemd genoeg naar het Vondelpark in Amsterdam.
Haha.
En toen erna, rustig aan verder geblowd naar andere drugs, eigenlijk. En het steeds meer achter me gelaten. Ik heb nog in Parijs gezeten, een paar maanden. Toen ben ik eigenlijk min of meer jankend de trein op gestapt en terug naar huis gegaan. Het was genoeg geweest, ik was kapot. Ik had last van mijn rug, had te lang op straat geslapen.
En toen ben je hier weer helemaal opnieuw begonnen?
Ja, toen heb ik hier onder een brug gewoond. En met een woonwagentje op een woonwagenkamp. En nu in m’n bootjes.
Ja…
Ik kan niet anders zeggen dan dat ik dolgelukkig ben met het leven dat ik hier leid. En ‘s nachts werk ik zo nu en dan in bepaalde kroegen.
Dus dat nachtelijke is er nooit uitgegaan?
Nee, dat zal er ook nooit uit gaan.
Nee… Wow.
Was echt tof!
Ja he?
En een goede daad verricht! Bedankt man!