De verhalen achter drie bijzondere streekproducten
- Artikel
- 19 sep 2019
- 3 minuten leestijd
Eerlijke producten, geteeld, gebrouwen of gekweekt in een idyllische streek. Nederland heeft veel mooie streekproducten. Daarom vroegen wij aan René de Bruin van keurmerk Erkend Streekproduct naar de bijzondere verhalen achter gecertificeerde streekproducten. De Keuringsdienst heeft er drie op een rij gezet.
Een erkend streekproduct word je niet zomaar. Er moeten regionale grondstoffen worden gebruikt en het product moet ook daadwerkelijk gemaakt worden in de streek. Daarnaast moet de streek er zelf beter en mooier van worden. Daarbij moet je denken aan het behoud van de natuur en dierenwelzijn dat boven de wettelijke eisen ligt. Het is belangrijk dat het verhaal klopt. René de Bruin van keurmerk Erkend Streekproduct is iemand die weet welke verhalen van streekproducten kloppen. Daarom vroegen wij hem een selectie te maken van de mooie verhalen achter enkele streekproducten.
1. Texels lamsvlees
“Texel is een echt schapeneiland met een eigen schapenras: Het wereldberoemde Texelse schaap. Maar een jaar of tien geleden constateerden lokale schapenhouders dat op de menukaart van restaurants op het Waddeneiland schapenvlees stond uit landen als Nieuw-Zeeland. Zelf konden de schapenhouders hun Texelse vlees moeilijk kwijt. Daarom verenigden de schapenhouders zich om hun vlees op de kaart te krijgen en dat is gelukt. Alles wordt op het eiland gedaan, van het houden van de schapen tot het slachten. Daarnaast zijn de schapenhouders verplicht om het typische Texelse landschap in stand te houden. Je hebt daar de bekende zandbult, de specifieke schapenschuren en de wallen die zo behouden blijven.”
2. Limburgse morel
“De bekende kers is zoet. De morel is iets steviger en zuurder. Deze werd in Limburg tot de jaren vijftig nog op grote schaal verbouwd. Maar door goedkope import uit het buitenland is de teelt van de morel grotendeels verdwenen. Nu zijn er nog acht telers over. Die hebben zich verenigd om morel weer terug in de Limburgse vlaaien te krijgen. Heel veel vulling van vlaaien komt tegenwoordig uit Polen en Tsjechië. De telers hebben een coöperatie opgezet en hebben afspraken gemaakt met de bakkers om de morel weer in de kersenvlaai te stoppen. Door de morel weer in de kersenvlaai te stoppen hebben zowel telers, bakkers en het eindproduct weer verbinding met de streek. Nu is het verhaal weer rond. De morel is overigens geen kers die heel lekker is om los te eten. Maar in combinatie met de vlaai werkt het goed. In België ziet je de kers ook opduiken in het bekende Kriek bier. In Limburg is die traditie niet zo sterk, maar wie weet komt dat nog.”
3. Oosterschelde kreeft
“Tot slot wil ik de Oosterschelde kreeft noemen. Dit is een speciaal ras kreeft dat in de Oosterschelde in het wild voor komt. Er is een beperkt aantal vissers dat hierop mag vissen. Zij hebben onderling ook weer afspraken gemaakt om overbevissing te voorkomen. Ze vissen alleen in een bepaalde periode van het jaar en vangen alleen de grote, volwassen exemplaren. Het is een echt product dat een heel kort seizoen verkrijgbaar is. De Oosterschelde kreeft is echt geschikt voor de lokale en regionale horeca. Ook de Oosterschelde heeft de status van nationaal landschap. Door een verantwoorde manier van visserij blijft de visstand in stand.”
Geschreven door: Maic Oudejans
Bron: René de Bruin, secretaris Keurmerk Erkend Streekproduct
- 19-09