Waar komen de eiwitten in vleesvervangers vandaan?
- Artikel
- 07 feb 2019
- 3 minuten leestijd
‘Rijk aan eiwitten’ staat op de verpakkingen van veel vleesvervangers. Maar als die eiwitten niet uit vlees komen, waar komen ze dan wel vandaan? De keuringsdienst zet de belangrijkste bronnen van vleesvervangende-eiwitten op een rij.
Soja
De
eiwitrijke sojaboon wordt op veel manieren gebruikt om vlees te vervangen. Soja
is daardoor misschien wel de bekendste vleesvervanger. De boon is onder andere
de basis voor tofu en tempeh. Tofu is gestremde sojamelk en tempeh krijg je
door sojabonen te pellen, te weken, te koken en met behulp van een schimmel
dagen te laten fermenteren. Maar sojaeiwitten zijn vaak ook de basis voor
kant-en-klare vleesvervangers, zoals balletjes, burgers en schnitzels.
Seitan
Seitan hoort
samen met tofu en tempeh tot de ‘traditionele’ vleesvervangers. Alleen seitan
wordt gemaakt op basis van tarwemeel en water in plaats van soja. Door
tarwedeeg steeds opnieuw uit te spoelen hou je het tarwe-eiwit, oftewel de
gluten, over. Door het te koken in water of bouillon krijg je een sponsachtig
product met veel eiwit en ijzer.
Schimmels
Als je aan
proteïne denkt, denk je niet snel aan schimmels. Maar mycoproteïne, zoals deze
schimmeleiwitten ook wel heten, vind je al terug in de supermarkt schappen. De
eiwitten worden verkregen door de schimmel Fusarium
venenatum te laten fermenteren. Om de eiwitten uit de schimmel bij elkaar te
houden wordt er eiwit uit eieren als bindmiddel toegevoegd.
Erwtenmeel
Erwten zijn
al eeuwen een belangrijk landbouwgewas in Europa. Tegenwoordig wordt ook het
winnen van eiwitten uit erwtenmeel steeds meer gedaan. Het meel van erwten is
qua samenstelling vergelijkbaar met dat van sojabonen en daarom een prima bron
van eiwitten. Vooralsnog wordt eiwit uit erwtenmeel echter voornamelijk
gebruikt in veevoeding.
Algen
Bij het eten
van algen denk je waarschijnlijk eerder aan sushi dan aan eiwitten. Maar op dit
moment wordt er volop getest met eiwitten uit algen en zeewier. Deze zeeplanten
zijn namelijk een goede bron van proteïne. In de supermarkt heeft de alg nog
weinig voet aan de grond gekregen, maar de mogelijkheid om bijvoorbeeld een
algenburger te eten is al er wel.
Zuivel
Zuivel staat
op zichzelf al bekend als een bron van proteïne. Eiwitten kun je echter ook
scheiden van de melk om vleesvervangers van te maken. Om een vleesachtige structuur aan deze eiwitten te geven
worden voedingsvezels uit bijvoorbeeld de bovengenoemde algen toegevoegd. Het
nadeel van eiwitten uit zuivel is dat ze niet plantaardig zijn en vaak ook niet
perse beter voor het milieu.
- 07-02