Waarom wij Nederlanders onze “bammetjes” hebben
- Artikel
- 26 sep 2019
- 3 minuten leestijd
Het botert van oudsher al goed tussen de boterham en de Nederlander. De boterham met kaas is eerder dit jaar zelfs officieel uitgeroepen tot cultureel erfgoed. Maar hoe is dat zo ontstaan? Hoe komen wij aan onze bekende bammetjescultuur?
Middeleeuwen
Tot in de middeleeuwen bakte men zijn brood thuis. De vrouw des huizes deed in die tijd veel meer dan alleen het huishouden: “Zoals jam maken voor de winter, groenten op zuur zetten, maar ook brood bakken. Daar gebruikten ze vaak de bekende “Dutch oven” voor. Een dikke gietijzeren pan die je in een oven of openhaard kon zetten. Daar werd ook brood mee gebakken”, vertelt meesterbakker Peter Bienefelt.Industrialisatie
Door de industrialisatie in de 19de eeuw veranderde
onze manier van lunchen. Voor die tijd gingen arbeiders rond een uur of twaalf
naar huis om op hun gemak te lunchen. Maar door de economische groei was er
minder tijd om te lunchen. Het moest snel tussendoor. Efficiëntie werd het
sleutelwoord. De bammetjes in een broodtrommeltje meenemen was daarvoor de
manier. Ook het calvinisme speelde hierin een rol. Hierdoor heeft in Nederland
voedsel nooit echt de functie van genotsmiddel gehad. Het doel van voedsel was
om het lichaam brandstof te geven en niet om ervan te genieten. “Nederland is
wat dat betreft heel rationeel. Het gaat om gemak. Je hoeft maar een of twee
keer per week naar de bakker. Dat kost minder tijd. Alles heeft dezelfde vorm
en past precies in het broodtrommeltje. Dit was de oplossing”, aldus
Bienefelt.
Busbrood
Om aan de groeiende vraag om efficiëntie te voldoen is het zogenaamde busbrood bedacht. Daarbij wordt het deeg in een ingevet bakblik, de zogenaamde bus, gelegd en gaan de bussen zo de oven in. Dat was sneller dan een bol of puntvormig deeg op een plek neer te leggen die ook nog bestoven moet zijn met bloem. Later is men deze bakblikken met vier aan elkaar gaan maken, waardoor de bakker nog sneller zijn brood kon bakken. Een bijkomend voordeel was dat de broden hierdoor allemaal hetzelfde formaat hadden, waardoor ze zij aan zij in de schappen kunnen liggen en minder ruimte innemen.
Eigenwijs
Nederland is het enige land ter wereld met zo’n uitgesproken “bammetjes cultuur”, denkt Bienefelt. En daar is hij als meesterbakker trots op: “Ik heb als bakker alle brood ter wereld wel een keer gemaakt. Maar het bammetje met kaas is eigenwijs Nederlands en daar ben ik ook trots op.”
Geschreven door: Maic Oudejans
Bronnen: Peter Bienefelt, Meester Boulanger en wereldkampioen broodbakken, broodsmakelijk, Vice.
- 26-09