Dit is wat jonge boeren écht vinden: ‘Er is veel onwetendheid bij burgers'
- Artikel
- 22 mei 2024
- 7 minuten leestijd
We gaven twee jonge boeren 6 stellingen over de grote agrarische vraagstukken van deze tijd. “Iedere boer heeft z’n eigen visie. En het zal mij een worst wezen wat de rest ervan denkt”.
Vandaag spreken we Dennis (23). Hij groeide op op de boerderij van zijn oom, een middelgroot melkveebedrijf met 120 koeien. Hij is net klaar met zijn agrarische opleiding en werkt nu parttime op het familiebedrijf, dat melk levert aan FrieslandCampina. Dennis hoopt de boerderij uiteindelijk over te kunnen nemen.
Zijn gesprekspartner Jara (31) komt in de verste verte niet uit een boerenfamilie. Sterker nog: ze zag op haar twintigste pas een koe van dichtbij, tijdens het vrijwilligerswerk dat ze deed op een melkveeboerderij. Ze was direct verkocht, en besloot te stoppen met haar economiestudie om zich volledig te wijden aan het boerenleven. Nu runt ze met haar collega een biodynamische boerderij in de Achterhoek.
We gaan met Dennis en Jara in gesprek over de meest prangende boerenkwesties van deze tijd. Dan nu, de eerste stelling:
Stelling 1). Er is een kloof tussen de boeren en de burgers
Dennis: “Ik denk van wel. Vroeger had iedereen wel een boer in de familie, nu niet meer. Het aantal bedrijven is zo gekrompen.”
Jara: “Wij merken dat ook. Mensen hebben vandaag de dag minder boerenbedrijven in de buurt. Tegelijkertijd merken wij ook dat steeds meer mensen producten rechtstreeks bij de boer willen kopen. Er is interesse, maar er is ook nog steeds veel onwetendheid. De boeren hebben trouwens ook een taak om hun verhaal naar buiten te brengen.”
Stelling 2). Ik sta achter het overheidsbeleid voor de agrarische sector
Dennis: “Nee, in grote lijnen niet. Veel regelgeving is goed, maar er is ook veel onwetendheid bij de mensen die het beleid maken. Dierenwelzijn, waterkwaliteit; daar zitten goede gedachten achter, maar het ontbreekt vaak aan haalbaarheid.”
Dennis: “Er zijn bedrijven die nu omvallen door alle regels. Door de afschaffing van de derogatieregeling, bijvoorbeeld, lopen de kosten nu voor veel Nederlandse boeren hoog op."
Jara: “Wij hebben het gedaan, dat anticiperen. De helft van onze veestapel ging eruit, we zijn al ons voer en stro zelf gaan verbouwen. Dat betekent dat je een heel nieuw verdienmodel moet creëren. Dan doe je het als boer dus zelf. Maar ja, dat kost inderdaad heel veel moeite, en is niet voor iedereen mogelijk. Daar zou de overheid ook hulp kunnen bieden.”
Jara: “Wat ik bijzonder vind aan dat derogatieverhaal, is dat het wel al heel lang bekend was dat er iets moest veranderen, die signalen kwamen al langer uit Brussel. Er waren genoeg redenen om het systeem aan te passen. Maar de boeren hebben gewacht tot het laatste moment. Waarom zijn we daar niet eerder mee begonnen? Dat is met heel veel regelgevingen het verhaal; we beginnen te laat met oplossingen bedenken.”
Dennis: “Ja, maar de overheid komt ook met korte-termijnstrategieën. Melkveehouders werden bijvoorbeeld eerst aangespoord om zoveel mogelijk melk te produceren. Maar daarna moesten we opeens weer krimpen, vanwege het milieu.”
Stelling 3). Boeren in Nederland moeten beter hun best doen om te verduurzamen
Dennis: “Verduurzamen is altijd beter. Maar we moeten ook kijken naar de haalbaarheid. Het moet rendabel zijn.”
Jara: “En er zijn heel veel gradaties van 'duurzaam'. Maar het is wel zo dat we heel veel energie gebruiken in de landbouw. Er zijn hele grote uitdagingen, dus er moet momentum in de zaak komen."
NW: Gaat er niet al heel veel subsidie naar het verduurzamen van de landbouw?
Jara: “Ja, er gaat heel veel subsidie om in de landbouw, maar je hebt als boer ook een grote verantwoordelijkheid: voor voedsel bijvoorbeeld, en voor natuurbehoud. Dus het is ook redelijk dat er iets tegenover die maatschappelijke verantwoordelijkheid staat. Het geld moet alleen wel op de goede plekken belanden. Er is heel veel greenwashing: de term ‘duurzaam’ hoeft er maar in te staan, en je kunt allerlei subsidies aanvragen.”
Dennis: “Ja, je kunt overal subsidie voor aanvragen als je wilt. Het geld moet effect hebben, doen waar het voor bedoeld is.”Jara: “Onder de streep blijft er meestal wel verduurzaming over, maar wel maar een beetje. Terwijl het heel veel geld kost.”
Stelling 4). De Nederlandse agrarische sector exporteert driekwart van de productie naar het buitenland. Dat moet teruggeschaald worden
Dennis: “Er zijn steeds meer mensen op de wereld, hun voedsel moet érgens geproduceerd worden. Op de Nederlandse bodem kun je superefficiënt voedsel verbouwen ten opzichte van veel andere plekken in de wereld, en het dierwelzijn is hier ook nog eens relatief goed. We hebben het bovendien ook nodig voor de schatkist. En mensen vergeten vaak dat wij ook veel importeren. We consumeren hier allerlei producten uit het buitenland.”
Jara: “Ja, het is fijn dat we kunnen importeren, zodat we koffie kunnen drinken en niet alleen kool hoeven te eten in de winter. Een gedeelte is goed. Maar de mate waarin we het nu doen, die is zó extreem. Als we ons landbouwsysteem meer inrichten op hoeveel grond we hier hebben, krijg je een voedselsysteem met een minder hoge uitstoot. Je krijgt verduurzaming hier, en je biedt ook andere landen een kans om een voedselsysteem op te richten dat bij die landen past.”
Stelling 5). De boerenprotesten gingen te ver
Dennis: “Die allereerste paar keer, toen we naar Den Haag gingen, werd het hele land op z’n kop gezet. Er kwam een omslagpunt bij burgers, en er was opeens sympathie. Maar daarna zijn er kleinschalige protesten gehouden die ik te ver vond gaan. Een keer een statement was goed, maar nu moeten we het anders gaan aanpakken.”
Jara: “Ik snap die acties heel goed. Echt. Maar er zit echt iets helemaal krom in het landbouwsysteem, dáár moet wat mee gebeuren. Ik denk: dan los ik het zelf wel op. Ik ga niet wachten tot er regelgeving komt die kan helpen. Er zijn altijd manieren om het zelf op te lossen. Misschien kost het veel tijd en energie, maar je hebt dan tenminste de touwtjes in handen.”
Stelling 6). Ik voel mij vertegenwoordigd in de media
Jara: “Nee. En dat wordt door sociale media ook verergerd. Er wordt een zwart-witbeeld neergezet, met aan de ene kant de 'gangbare' sector, aan de andere kant natuurinclusief. Alsof dat twee verschillende werelden zijn die lijnrecht tegenover elkaar staan. Dat is niet zo. Maar ja, uitersten doen het goed op sociale media."
Dennis: “De nuance mist inderdaad vaak. Een tijdje terug was er een veehouder die z'n dieren had verwaarloosd. De kop is dan: 'Veehouder verwaarloost koeien'. Als je dat leest, lijkt het alsof alle veehouders dat doen.”
“Een ander mooi voorbeeld vind ik het concept van de weidegang. De Nederlandse burger vindt het mooi als koeien in de wei lopen, maar het is niet ongewoon dat melkkoeien niet naar buiten gaan. Als wij bezoek krijgen, moet ik dat soms uitleggen. Het verbaast mensen, maar daarna snappen ze het wel.”
Jara: “Misschien dat het daar fout gaat. Burgers horen dat koeien niet naar buiten mogen, maar scharen dat meteen onder ‘dierenmishandeling’. Terwijl iédere boer het beste voor z’n koeien wil. De visie over wat het beste is, verschilt alleen. Mijn visie is dat een koe zoveel mogelijk koe moet zijn – dag en nacht buiten, het gras zelf grazen. Onze beide systemen komen voort uit onze visie op de landbouw. Maar het uitgangspunt is altijd: het beste voor onze koe.”
Dennis: “Da’s een mooie.”