Gooise jongeren: het nieuwe tuig van de richel?
- Artikel
- 06 sep 2021
- 13 minuten leestijd
Komen dronkenschap, agressie en (groeps)geweld werkelijk bovengemiddeld voor onder deze groep, of is het slechts een kwestie van framing? We doken in de cijfers en spraken met experts om je een antwoord te kunnen geven op die inmiddels toch best prangende vraag.
Wat hebben de gewelddadige rellen in Knokke-Heist (juli 2020), de uit de
hand gelopen examenstunt in Bussum (april 2021) en het
uitgaansgeweld met dodelijke afloop in Mallorca (juli 2021) met elkaar
gemeen? Bij al deze incidenten waren beschonken jongeren uit het Gooi
betrokken, voor zover bekend voornamelijk jongens van 16 tot 20 jaar die op dat
moment in de laatste schooljaren van de middelbare school zaten of net hun
diploma hadden gehaald.
En dat gegeven is door Nederlandse media niet onopgemerkt gebleven. Wie
nieuwsberichten terugleest over deze geweldsuitbarstingen zal zien dat het niet
‘Nederlandse’ of ‘Noord-Hollandse’ jongeren zijn die in de honderden koppen
worden genoemd, maar nadrukkelijk Gooise. De website GeenStijl ging
laatst nog een stapje verder en noemde de nasleep van de dodelijke
geweldpleging in Mallorca zelfs een ‘Gooisch
kakkersverhaal’.
Afgaande op het nieuws van het afgelopen jaar is het verleidelijk te
concluderen dat Gooise jongeren ‘s lands nieuwste tuig van de richel zijn. Maar
is dat beeld terecht? Komen dronkenschap, agressie en (groeps)geweld werkelijk
bovengemiddeld voor onder deze groep, of is het slechts een kwestie van
framing? Ik dook in alle beschikbare cijfers en ging in gesprek met
verschillende experts om je een zo compleet mogelijk antwoord te kunnen geven
op die inmiddels toch best prangende vraag.
Voordat we verder gaan, eerst even wat belangrijke achtergrondinformatie: het Gooi valt bestuurlijk gezien onder de Gooi en Vechtstreek, dat bestaat uit de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Huizen, Laren, Hilversum, Eemnes, Weesp en Wijdemeren. Daarvan worden de eerste vijf gemeenten over het algemeen tot het ‘echte’ Gooi gerekend. Echter worden de meeste relevante data enkel voor de regio als geheel verzameld. Tenzij anders vermeld, wordt met ‘Gooise jongeren’ in dit artikel dus feitelijk jongeren uit de Gooi en Vechtstreek bedoeld.
Laten we dan nu de verschillende onderwerpen waarmee Gooise jongeren in verband zijn gebracht apart onder de loep nemen, te beginnen met alcoholgebruik.
Drinkcultuur
Want zijn Gooise jongeren werkelijk zo vaak en graag kachel? Kijk je naar de
volledige groep jongeren in de 2e en 4e klas van de middelbare school, dan
bieden de cijfers daarvoor een voorzichtige bevestiging. Volgens de laatste Gezondheidsmonitoren van de regionale GGD
ligt het alcoholgebruik in deze groep al jaren structureel iets hoger dan wat gemiddeld is voor Nederlandse tieners.
Dat geldt ook voor dronkenschap: 17,8 procent van de Gooise scholieren zei in
de meest
recente monitor dat hij in de afgelopen maand dronken was geweest,
tegenover 13,5 procent van alle Nederlandse jongeren tussen de 12 en 17 jaar.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in het Gooi relatief
veel jongeren met een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis worden gesignaleerd,
al ontbreken hier recente cijfers over. Verschillende regio-experts en
preventiewerkers wijzen erop dat excessief alcoholgebruik onder Gooise jongeren
aan het afnemen is, maar er wordt ook beaamd dat er nog altijd sprake is van
een stevig ingebedde drinkcultuur.
“Hoe die cultuur precies is ontstaan weet ik niet”, zegt Jacqueline Krouwel die als preventiespecialist van Jellinek werkzaam is in de regio. “Maar toen ik hier net kwam werken, viel me op dat alcohol een belangrijk sociaal smeermiddel is tijdens netwerkbijeenkomsten van de relatief grote groep ondernemers.”
De Gooise 65+'ers lusten er al helemaal pap van: ruim een kwart drinkt overmatig.
Met de paplepel ingegoten
In de alcoholpoli van het Tergooi ziekenhuis in Blaricum ziet Krouwel dat de normalisering van overmatig alcoholgebruik vaak van ouder op kind wordt doorgegeven. "Ik spreek regelmatig ouders die het probleem van hun kind bagatelliseren of een alcoholvergiftiging wegwuiven als onschuldig ongelukje. Diezelfde ouders lijken er moeite mee te hebben om in praktijk het goede voorbeeld te geven. Vooral onder de meer welgestelde jongeren is alcoholgebruik soms echt iets dat ze met de paplepel wordt ingegoten.”
Dat Gooise volwassenen van een borrel houden blijkt ook uit de cijfers: volgens de laatste Gezondheidsmonitor drinkt 18,2% van de 18 tot 65-jarige inwoners in de regio ‘overmatig’, daar is sprake van bij meer dan 14 glazen per week voor mannen en meer dan 7 voor vrouwen. Landelijk ligt dat percentage op 15,5%. De Gooise 65+’ers lusten er al helemaal pap van: van hen drinkt ruim een kwart (25,7%) overmatig.
Hoe hardnekkig de lokale drinkcultuur is, blijkt ook uit het laatste Antenne-onderzoek dat de Hogeschool van Amsterdam in 2019 uitvoerde in opdracht van Jellinek. Daarin staat te lezen: “De risico’s van (fors) alcoholgebruik worden vaak met de mantel der liefde bedekt. Zolang ouders niet zelf het goede voorbeeld geven, blijft het hangen in goede voornemens. Minderjarigen die alcohol drinken kunnen dit ongestoord blijven doen, denken professionals. De groepsdruk blijft groot. Het drinken van (sterke) alcohol is diepgeworteld in de jongerencultuur.”
Volgens Krouwel is het belangrijk om mee te nemen dat er in de Gooi en Vechtstreek relatief veel hoogopgeleide mensen wonen en relatief weinig mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. De eerste groep zou in het algemeen meer drinken, de tweede groep juist minder. Dit eerste klopt tot op zekere hoogte. Landelijke cijfers van het RIVM laten namelijk zien dat Nederlanders met een hbo- of wo-opleiding niet vaker overmatig drinken dan mensen met een lager opleidingsniveau. Volgens de GGD-Gezondheidsmonitor geldt dat ook voor de hoogopgeleide volwassenen van 18 tot 65 jaar in het Gooi: van hen drinkt een kleiner deel overmatig dan volwassenen die een vmbo of mbo-opleiding hebben afgerond.
Wat de precieze verklaringen voor de drinkcultuur in de regio dan ook zijn, feit blijft dat excessief alcoholgebruik onder Gooise jongeren kan worden beschouwd als een bekend en opvallend sociaal probleem. Maar geldt dat ook voor agressief gedrag en het plegen van geweld, in het bijzonder geweld in groepsverband onder invloed van alcohol?
"Gebruik van fysiek geweld is
aangeleerd gedrag."
Vertrouwdheid met geweld
Iemand die al jaren onderzoek doet naar het ontstaan van groepsgeweld is Don Weenink, als socioloog verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Volgens Weenink vormt alcoholgebruik in het algemeen een belangrijke katalysator bij het ontstaan van groepsgeweld. “Alcohol neemt bepaalde remmingen weg”, laat hij weten. “Het is bekend dat sommige mensen er agressiever van worden en er sneller fysiek door handelen.”
De socioloog benadrukt echter dat middelengebruik alléén meestal niet voldoende verklaring biedt voor de ernstige geweldsincidenten die hij onderzocht. “Zo’n groep bestaat vrijwel altijd uit jongens waarvan er één of twee een bepaalde vertrouwdheid hebben met intimidatie en geweld. Diegenen zijn er in de loop van hun leven aan gewend geraakt dat conflicten met fysiek geweld kunnen worden opgelost. Het is aangeleerd gedrag.” Volgens Weenink zijn het in praktijk dan ook vaak slechts enkele groepsleden die overgaan tot de fysieke aanval, de rest kijkt ernaar of grijpt in.
Dat roept de vraag op in hoeverre de gemiddelde Gooise jongere ‘een bepaalde vertrouwdheid’ heeft met geweld. Om dat te achterhalen is het relevant een blik te werpen op de beschikbare cijfers over huiselijk geweld in de regio. In de laatste Gezondheidsmonitor van de GGD zijn ook over dit onderwerp gegevens opgenomen. Van de ondervraagde volwassenen in de Gooi en Vechtstreek geeft 11,9 procent aan dat hij het afgelopen jaar slachtoffer is geweest van een vorm van huiselijk geweld. Daarbij gaat het vaker om psychisch- en emotioneel geweld (10,5 procent) dan om lichamelijk geweld (1,5 procent).
Volgens de nationale prevalentiemonitor van het CBS uit 2020 geeft landelijk 8,3 procent van de Nederlanders boven de 16 jaar aan recent slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Een ervaring met fysiek huiselijk geweld wordt daarbij door 3,7 procent genoemd. Maar die cijfers kunnen niet zomaar worden vergeleken met de regionale cijfers uit het Gooi, zegt de woordvoerder van bestuursregio Gooi en Vechtstreek Marije Mansfeld. “De wijze waarop de Prevalentiemonitor van het CBS is uitgevoerd en de vragen die daarbij zijn gebruikt verschillen daarvoor te veel met de Gezondheidsmonitor”, laat ze desgevraagd weten.
Op basis van de beschikbare data over huiselijk geweld is er dus geen reden om te vermoeden dat Gooise jongeren vaker dan gemiddeld opgroeien in een situatie waarin ze vertrouwd kunnen raken met geweld. Maar hoe zit dat buitenshuis? Komen openbare agressie, geweldpleging en vandalisme in de regio meer voor dan elders?
In 2012 kwam de Groest in Hilversum regelmatig in het nieuws vanwege ernstige geweldsincidenten waar groepen jongeren bij betrokken waren.
Opborrelende frustraties
Het korte antwoord is ‘nee’. Zowel voor meldingen van overlast als voor geregistreerde misdrijven houdt de Nederlandse politie een handige database bij per gemeente. Daaruit valt op te maken dat Gooise gemeenten per hoofd van de bevolking al jaren heel gemiddeld en soms juist relatief laag scoren op openlijk geweld, mishandeling, vernieling, overlast door jeugd en overlast in verband met alcohol.
Wel is er één plek in het Gooi die lange tijd in verband werd gebracht met openlijke agressie en groepsgeweld: de Groest in Hilversum, een populair uitgaansgebied onder Gooise jongeren.
“Als ze eenmaal een jaar of 20 zijn, gaan de meeste jongeren uit de regio
stappen in grote steden als Utrecht en Amsterdam”, zegt Jaco Huisman die als
teamleider Handhaving voor de gemeente Hilversum werkt. “Maar tot die leeftijd
is Hilversum de plek om in het weekend naartoe te gaan. Tot ongeveer 2015 waren
er inderdaad vaker incidenten onder jongeren bij wie zich gedurende de week
persoonlijke frustraties leken op te borrelen. Tijdens het uitgaan en onder
invloed van alcohol kwam dat dan tot uitbarsting.”
In 2012 kwam de Groest in Hilversum regelmatig in het
nieuws vanwege ernstige geweldsincidenten waar groepen jongeren bij betrokken
waren. Maar sindsdien is het er rustiger geworden, zegt Huisman. “Er is vanuit
de gemeente flink ingezet op actieve cameraregistratie en extra toezichthouders
en politie, dat heeft gewerkt.” Ook merkt de teamleider op dat de verhoging van
de alcoholleeftijd in 2014 voor verandering zorgde. “In het begin was dat voor
de 18-minners nog wennen en ging een deel hangen op straat, maar langzaam werd
ook dat minder.”
Hoewel het uitgaanscentrum van het Gooi dus een aardige track record heeft
wat betreft agressief gedrag, overlast en groepsgeweld, kan ook hier niet
worden vastgesteld dat Gooise jongeren opgroeien in een bovengemiddeld
gewelddadige omgeving, wanneer we kijken naar de cijfers.
"We zien landelijk het aantal meldingen van overlast door jongeren omhoog knallen."
Even vakantie van je moraal
Om de eerdergenoemde geweldsincidenten met jongeren uit het Gooi in Knokke, Bussum en Mallorca beter te begrijpen, is het volgens onderzoeker Weenink dan ook belangrijk om de context waarin die incidenten zich voordeden in beschouwing te nemen. Want hoewel de drie incidenten van elkaar verschillen in ernst en omvang, is er, naast het feit dat er Gooise jongeren bij betrokken zijn, nog een belangrijke gelijkenis. “Het gaat om situaties die ik graag een ‘morele vakantie’ noem”, zegt Weenink. “Daarbij voelt een groep zich tijdelijk afgezonderd in plaats en tijd. De groepsleden wanen zich geïsoleerd van het dagelijks leven en de bijbehorende normen en conventies.”
Tijdens zo’n morele vakantie vertonen jongerengroepen volgens de socioloog sneller onbezonnen gedrag. “Ze voelen zich op zo’n moment sterker en minder geremd en gecontroleerd. Dat kan, zeker onder invloed van alcohol en drugs, overslaan in een meer grimmige sfeer van ontregeling. En dat leidt dan weer, afhankelijk van de groepsleden en onderlinge dynamiek, tot geweldsescalaties.” De behoefte aan zo’n morele vakantie en collectieve grensoverschrijding is onder jongeren mogelijk toegenomen sinds de corona-pandemie en bijbehorende restricties, merkt Weenink op.
De belangrijke impact die corona heeft op het gedrag van jongeren wordt ook onderstreept door criminoloog Ton Nabben, die meewerkte aan het eerdergenoemde Antenne-onderzoek. “We zien landelijk het aantal meldingen van overlast door jongeren omhoog knallen. Ze kunnen niet naar de horeca en willen ook niet eeuwig op hun kamer zitten, dus zoeken ze elkaar maar op straat op.”
Nabben denkt dat de lange onthouding van vrijheid zich bij een deel van de jongeren omzet tot protest en het ageren tegen autoriteiten. “Dat zagen we bijvoorbeeld duidelijk bij de avondklokrellen.” Maar, benadrukt hij, dat geldt niet méér voor Gooise jongeren dan voor jongeren uit andere regio’s. “De avondklokrellen begonnen juist in kleine dorpen buiten de Randstad, van Urk in Flevoland tot Stein in Limburg. Er werd veel alcohol gedronken, dingen werden in brand gestoken en vernield, ook dáár werd het gewelddadig.”
Dat ‘Limburgse jongeren’ in tegenstelling tot Gooise jongeren vervolgens nauwelijks terug te vinden zijn in krantenkoppen, lijkt dan ook vooral het gevolg van redactionele keuzes. Of een geweldsincident aandacht krijgt en hoe erover wordt bericht ligt in praktijk niet altijd in lijn met de schaal en representativiteit van een gebeurtenis.
De meeste Gooise jongeren zijn niet de agressieve dronkaards die we in het nieuws voorbij hebben zien komen.
Het eindoordeel
Voordat ik jullie meeneem naar het langverwachte eindoordeel, herhaal ik eerst nog even de vraag waar het allemaal mee begon: zijn Gooise jongeren écht het nieuwe tuig van de richel, zoals de recente stroom aan nieuwsberichten doet vermoeden? Wie kijkt naar de breed gedeelde Gooise liefde voor alcohol en dronkenschap zou zijn beeld daarin bevestigd kunnen zien worden. Maar neem je de aanwezigheid van agressief gedrag en groepsgeweld nader onder de loep, dan ontkom je niet aan een andere conclusie.
Hoe verleidelijk het ook kan zijn om Gooise jongeren collectief bij de spreekwoordelijke polokraag te vatten, luidt mijn voorlopige antwoord dan ook: nee. Hoewel het relevant zou zijn om de groepsdynamiek en sociaal-culturele achtergrond van de daders van de drie genoemde geweldsincidenten nader te bestuderen, kan op dit moment niet worden gesteld dat hun verwerpelijke acties voortkomen uit bredere maatschappelijke problemen die tekenend zijn voor het Gooi. De meeste Gooise jongeren zijn niet de agressieve dronkaards die we in het nieuws voorbij hebben zien komen.
Al zullen ze het zelf misschien niet toegeven, over het algemeen zijn Gooise jongeren stiekem ontzettend doorsnee.