Ik (progressieve queer deugneus) gaf docent Laurens Buijs de discussie waar hij om vroeg
- Artikel
- 13 feb 2023
- 13 minuten leestijd
UvA-docent Laurens Buijs ligt onder vuur door zijn uitspraken over non-binariteit en ‘wokisme’. Onze redacteur Lars ging bij hem op de koffie voor een verhit gesprek: “Wat jij nu zegt draagt bij aan haat en onbegrip.”
Docent sociologie Laurens Buijs en ik zijn geen onbekenden. Er was een
tijd, het voelt inmiddels als een ver verleden, dat we elkaar regelmatig tegen
het lijf liepen in het Amsterdamse queer uitgaansleven of op de verjaardag van
een gemeenschappelijke vriend. Voor mijn journalistieke werk interviewde ik hem
over discriminatie en geweld tegen homo’s, altijd weer onder de indruk van zijn
grondige kennis, heldere uitleg en activistische houding. We waren, zo ervoer
ik dat, gelijkgestemden.
De jaren verstreken, covid maakte onze wereld klein, spontane ontmoetingen
bleven uit. Maar online zag ik hoe Laurens zich verder ontwikkelde: in blogs en
facebookposts las ik zijn kritiek op het coronabeleid, zijn scepsis over het
mRNA-vaccin en een vermeende angstcultuur binnen en buiten de universiteit. Ik
zag zijn toon verharden en las steeds vaker een verwijzing naar alternatieve en
spirituele bronnen en complotdenkers.
En toen, op 18 januari 2023, zag ik zijn naam plotseling overal voorbij komen.
In een opiniestuk in universiteitsblad Folia had hij geschreven over
het ‘radicale woke gedachtengoed’ dat als een ‘paard van Troje’ de Universiteit
van Amsterdam zou zijn binnengehaald. Twee maanden eerder had hij zich als
klokkenluider bij het College van Bestuur gemeld met een eigen, 30-pagina’s
tellend rapport waarin hij schetst hoe ‘woke’ de academische vrijheid zou
beknotten.
Na Laurens’ opiniestuk, waarin hij ook uithaalt naar non-binariteit, riepen
studenten onder de hashtag #nietmijndocent op tot zijn schorsing en het
verwijderen van het artikel. Een petitie werd gestart, de
opleidingsdirecteur van de afdeling Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen
nam nadrukkelijk afstand van zijn uitspraken, op
Twitter hielden mensen een vurig pleidooi voor of juist tegen Laurens, al gauw
stonden alternatieve en rechtse
media in de rij voor een interview.
Maar, zo schreef Laurens teleurgesteld op social media, in zijn eigen
‘progressieve bubbel’ lijkt er niemand te zijn die een inhoudelijk gesprek met
hem wil aangaan. En hoewel er volgens mij genoeg legitieme redenen zijn om daar
géén gehoor aan te geven, begon het bij mij toch te knagen. Ja, ik kon aan de
zijlijn stilletjes toekijken hoe deze kwestie al dan niet verder zou escaleren,
maar ik kon ook de telefoon oppakken. Ik koos voor het laatste. Een paar dagen
later zat ik bij Laurens thuis aan de koffie.
"Een harde boodschap is soms toch beter dan een zachte heelmeester?"
[LD] In januari publiceerde je in de Folia je opiniestuk over de ‘woke-cultuur’
op de universiteit. Je wist toen dat het College van Bestuur naar aanleiding
van jouw melding een onderzoek wilde starten naar de vermeende bedreiging van
de academische vrijheid binnen de faculteit Maatschappij en Gedrag.
Waarom heb je de uitkomst van dat onderzoek niet afgewacht voordat je in de pen
klom?
“Ik wilde het narratief bij mezelf houden. Mijn eigen functioneren zal in
het onderzoek ook aan bod komen, ik vind het belangrijk dat mijn kant van het
verhaal wordt gehoord voordat daar iets over naar buiten komt. Ik word al twee
jaar gezien als degene met paranoïde ideeën die ontspoord is en hoop dat mensen
me door dat opiniestuk beter begrijpen.”
“Daarnaast dacht ik: misschien zijn er wel meer mensen op de UvA die zich ook
beknot voelen in hun academische vrijheid en die hierdoor naar buiten durven te
treden. Ik hoopte dat het een aftrap zou zijn voor een interne discussie die
nog te weinig gevoerd wordt.”
Had je de ophef die erop volgde zien aankomen?
“Dat studenten de volgende dag zouden oproepen tot een schorsing en er een
nationale rel zou ontstaan, dat had ik niet verwacht.”
Je schreef dat je non-binariteit als een lege hype ziet en vervolgens, op
Twitter, dat mensen die zich als non-binair identificeren een extremistisch
gevaar vormen. Ik schrok daar ook van. Waarom zou je non-binaire personen in
godsnaam wegzetten als extremisten?
“Het
gaat mij om het gedachtengoed dat ze uitdragen. Een extreem queer gedachtengoed
waarin een radicaal constructivistisch beeld van gender wordt aangehangen: het
binaire onderscheid tussen man en vrouw is volgens hen een onderdrukkend, westers
sociaal construct. Bij non-binaire mensen zie ik ook geen intrinsieke behoefte
aan emancipatie of het omverwerpen van heteronormativiteit of het patriarchaat,
zoals dat aanwezig is bij homo- of trans activisten. Hoe ik het zie, is dat het
non-binaire mensen gaat om de aandacht, hun ego en de shock.”
“Toch moet voor dat gedachtengoed ruimte worden gemaakt, ook op scholen. Ik
maak me zorgen over wat dat doet met de ontwikkeling van kinderen, maar ook
over de ondermijning voor het draagvlak van de lhbti-beweging in de
samenleving. Ja, er zijn mannelijke vrouwen en vrouwelijke mannen, want ieder
mens is in meer of mindere mate androgyn. En er bestaat ook zoiets als
genderdysforie: behoor je niet tot je geboortegeslacht, dan ben je transgender
en behoor je tot het andere geslacht. Maar voor non-binariteit, het niet man én
vrouw zijn of juist allebei, bestaat geen wetenschappelijke basis.”
Wat je nu zegt staat haaks op de overtuiging van wetenschappelijke
autoriteiten die gender bestuderen vanuit de neurobiologie, psychiatrie,
medische psychologie en sociologie. Zij zeggen: zowel sekse (het fysieke
geslacht) als genderidentiteit (het psychologische geslacht) kan gezien worden
als een spectrum, met aan de ene zijde het hokje ‘man’ en aan de andere
‘vrouw’. Daartussen zit ruimte: in het geval van sekse vallen daarin mensen met
een intersekse conditie, in het geval van gender mensen die zich bijvoorbeeld
identificeren als non-binair. Die wetenschappers erkennen: er is meer dan man
of vrouw.
[Zucht] “Nee, die wetenschappers zijn er niet. Dat is de omgekeerde
wereld.”
In een artikel dat in december vorig jaar in de Volkskrant werd
gepubliceerd, getiteld Biologen
zien steeds meer tussen man en vrouw, worden er zes aan het
woord gelaten.
“Bedoel je het artikel waarin de Israëlische neurowetenschapper Daphna Joel
aan het woord komt? Haar uitspraken over het ‘mozaïekbrein’ moet je niet
serieus nemen hoor, Lars. Dat staat heel slecht. Zij is een non-binaire
activist, er is veel kritiek op haar werk.”
Ik weet alleen dat ze een hoogleraar is die hier al jaren onderzoek naar
doet en daar wereldwijd erkenning voor krijgt. Maar goed, zij is dus niet de
enige die in het artikel aan het woord komt.
“Nu weet ik niet of we het over hetzelfde stuk hebben.”
Er wordt in ieder geval in gezegd…
“Nee, laat maar zien dan. Jij zet mij hier neer als iemand die zes
autoriteiten tegenspreekt. Dan wil ik ook zeker weten dat we het over hetzelfde
stuk hebben.”
[Opent artikel op laptop, laat scherm zien]. Hier, in de
wetenschapsbijlage van de Volkskrant op 3 december.
“Ja, dat is dat artikel.”
Klinisch psycholoog en erfelijkheidsonderzoeker Tinca Polderman zegt
bijvoorbeeld: ‘Ook hier kun je een vergelijking maken met zoiets als een
depressie. Sommige mensen zijn nooit terneergeslagen, anderen hebben af en toe
een dip, en weer anderen worden echt depressief. Iedereen bevindt zich ergens
op het spectrum. Zo zal dat met genderidentiteit ook zijn.’ Ze zegt ook dat
non-binaire mensen ‘gewoon zo worden geboren.’
“Ja, iedere wetenschapper met verstand van menselijke gender zal zeggen dat
er een spectrum is. Maar dat moet je zien als een U: het aantal mensen dat écht
tussen man en vrouw invalt, dat is verwaarloosbaar klein. Dat zijn er misschien
tien in Nederland.”
Dat is niet hoe de meeste academici erover denken. Maar los van de
wetenschappelijke basis voor non-binariteit: feit is dat er mensen zijn die
zich thuis voelen bij dat label en zich zo ook naar de buitenwereld toe
presenteren. Uit onderzoek
van het SCP blijkt dat zij, meer nog dan transgender personen die
zich volledig als man of vrouw uiten, last hebben van discriminatie, geweld en
sociale uitsluiting. Als je non-binaire mensen ‘extremist’ of een ‘gevaar’
noemt, ben je dan niet bang dat je bijdraagt aan een klimaat waarin dat wordt
genormaliseerd of gelegitimeerd?
“Nee, ik denk dat die mensen juist geholpen zijn wanneer ze hun non-binaire
identiteit loslaten. De oplossing voor hun leed zit in ieder geval niet in het
vragen van de samenleving om hun bedachte identiteit te accepteren. Het is
collectieve waanzin en iemand moet op de rem trappen. Dat is misschien een
harde boodschap, maar een harde boodschap is soms toch beter dan een zachte
heelmeester?"
Ik denk dat je harde boodschap ertoe leidt
dat non-binaire personen zich alleen maar verder zullen isoleren. En dat het
bijdraagt aan meer haat en onbegrip.
"Ik denk niet dat dat klopt, dat ik bijdraag aan haat en onbegrip."
"Er zijn verschillende waarheden, en die moet je naast elkaar leggen en met elkaar in gesprek laten gaan"
Als docent heb je ook een verantwoordelijkheid voor de veiligheid van je
studenten. Hoe ver zou de academische vrijheid moeten reiken, wat jou betreft?
“Zo goed als eindeloos, ik vind in principe dat alles gezegd moet kunnen
worden. Dat je elkaar soms onbedoeld kwetst of boos maakt, dat kun je nooit
helemaal voorkomen. Ik pleit daarom voor een brave space in plaats van
een safe space op de universiteit. Zolang een standpunt maar
onderbouwd wordt met argumenten en niet gepaard gaat met persoonlijke aanvallen
of drogredenen.”
Toen het OM de Britse schrijver en complotdenker David Icke laatst verbood
om naar Nederland te reizen, deelde je Icke’s reactievideo op social
media. Vind je dat Icke ook moet kunnen doceren aan een universiteit als hij
daar zijn complottheorieën verspreidt?
“Ik denk dat het heel goed is als iemand als Icke langskomt voor een
gastcollege. Toen ik zelf student was op de UvA, gebeurde dat ook nog. Dan kwam
iemand langs en werd er gezegd: verplaats je maar in die persoon, luister,
observeer en stel kritische vragen.”
“Van mensen die een complotbeweging aanhangen is bekend dat ze steeds verder radicaliseren naar het extreme als ze worden uitgesloten van het publieke of academische debat. Als we hen gaan weren en er geen gesprek meer gevoerd kan worden onder het mom van veiligheid en anti-discriminatie, dan drijven we steeds verder uit elkaar. Dat zie ik nu gebeuren.”
Icke gelooft in het bestaan van een kleine groep Illuminati die achter de
schermen werkt aan de vorming van een totalitaire, Joodse wereldregering. Zijn
ideeën wakkeren antisemitisme en extremistisch geweld aan. Daar moet je als
universiteit toch een grens trekken?
“Als hij die ideeën kan beargumenteren, dan mag hij dat zeggen.”
Dat er gewerkt wordt aan een toekomstige wereldregering, daarvoor bestaat
geen enkel bewijs.
"Hij vindt van wel."
Víndt. Juist in de wetenschap moet er toch worden gestreefd naar
waarheidsvinding, moeten feiten en meningen van elkaar worden onderscheiden?
“Maar de wetenschap moet zichzelf ook niet overschatten. De wetenschap is
heel goed in het produceren van rationele, specialistische kennis. Maar nog
heel slecht in het integreren van transdisciplinaire, spirituele en intuïtieve
kennis en ervaringswijsheid. Die eerste vorm van kennis is niet per se meer
waard dan die tweede vorm van kennis. Er zijn verschillende waarheden, en die
moet je naast elkaar leggen en met elkaar in gesprek laten gaan.”
Maar woorden en ideeën hebben consequenties. Vergelijkbare complottheorieën
als van Icke motiveerden QAnon-aanhangers in de VS om in 2021 het Capitool te
bestormen, daarbij vielen doden en gewonden.
“En dat is heel erg, maar toch moet je met die mensen in gesprek blijven
gaan. En luisteren naar wat ze te zeggen hebben. Ook dát is een vorm van
diversiteit.”
"Soms vraag ik me af: dat waar ik de ‘wokies’ van beschuldig, maak ik mezelf daar niet ook schuldig aan?"
Als je terugdenkt aan je eigen opvattingen en uitspraken van de laatste
tijd, vind je jezelf dan geradicaliseerd?
[Denkt na]. “Ja, zo zou je het kunnen noemen, als je het woord scheutig
gebruikt. Soms vraag ik me af: dat waar ik de ‘wokies’ van beschuldig,
maak ik mezelf daar niet ook schuldig aan? In mijn strijd tegen woke op de
universiteit zijn er momenten geweest dat ik uit de bocht vloog, dat ik tegen
collega’s zei: ‘Je komt nú naast me staan, anders ben je tegen me.’ Ik heb me
lang eenzaam gevoeld op de UvA, en vanuit die eenzaamheid vertoon je sneller
radicaal gedrag. Dat zal ook wel naar boven komen in het onderzoek dat nu wordt
gestart.”
“En wat je net zei over de hardheid van mijn boodschap naar non-binaire mensen, dat ga ik even laten bezinken. Zelf ben ik ook niet gevrijwaard van invloeden van buitenaf. Misschien dat ik over een maand wel denk: ik was inderdaad te hard. Dan zal ik dat ook erkennen.”
Denk je dat er nog een verzoening mogelijk is tussen jou en de universiteit?
“Mijn positie op de UvA is lost, daarover maak
ik me geen illusies. Tenzij ik door het onderzoek gerehabiliteerd word. Dat
daarna wordt geconcludeerd: er is een hoop gebeurd, er is iemand naar voren
gestapt als klokkenluider, die heeft het zelf ook niet altijd perfect gedaan
maar hij heeft wel iets belangrijks aangekaart. En dat we dan met elkaar gaan
zitten, in eerste instantie met het centrale en facultaire bestuur. Ik ben
bereid tot introspectie, als er dan ook maar geluisterd wordt aan de andere
kant.”
Na het lezen van dit artikel gaf Laurens aan de volgende reactie te willen geven op de inleidende alinea’s:
“Mijn perspectief is dat niet ík verhardde of radicaliseerde, maar dat de samenleving dat deed. Dat daar steeds engere ideeën ontstonden over wat echte feiten zijn en wat ‘valse informatie’ zou zijn. Daar ben ik uit zorg voor onze vrijheid inderdaad hard tegen in verzet gegaan, maar dat is een ander verhaal dan wat jij nu neerzet.”
Beeld in header: ©Maxim de Gilder