"Meer diversiteit op televisie begint écht bij de schrijvers"
- Diversiteit in de filmwereld
- 29 sep 2016
- 5 minuten leestijd
In deze interviewserie onderzoeken we het gebrek aan diversiteit in de Nederlandse film- en televisiewereld, door mensen die er eigenhandig iets aan doen zelf aan het woord te laten. Vandaag Anya Koek, scriptschrijver bij de jeugdserie SpangaS.
In navolging van het commentaar op de Oscars is het de laatste jaren ook in Nederland te horen: de Nederlandse film en televisie is te wit. Hoe komt het dat anno 2016 op televisie en in films nog steeds geen werkelijke afspiegeling van de Nederlandse samenleving te zien is? Het lijkt een soort kip-en-eiverhaal te worden. Want zijn er nou niet genoeg (goede) acteurs met een andere afkomst, of worden er gewoon geen (inhoudelijke) rollen voor ze geschreven?
We leggen het voor aan Anya. Als hoofdschrijver van de jeugdserie SpangaS is ze al bijna tien jaar medeverantwoordelijk voor één van de meest diverse series op de Nederlandse televisie.
Vertel, wat is jullie geheim?
“Meer diversiteit in de film- en televisiewereld begint écht bij de schrijvers en de casting. Toen we tien jaar geleden met SpangaS begonnen, hadden we al besloten: we willen een diverse serie maken waar we verhaallijnen en karakters beschrijven die íeder kind vertegenwoordigen, niet alleen witte kinderen. In SpangaS hebben we karakters die vluchteling zijn, karakters die uit de kast komen en binnenkort krijgen we een moslima met een hijab die beautyvlogger is. Bij het schrijven van de scripts luisteren we goed naar onze acteurs: wat is hun achtergrond en wat vinden zij belangrijk? Laatst kwam een acteur naar me toe die een dialoog moest spelen, geschreven door ons overwegend witte schrijversteam. Die zei tegen mij: ‘Zo zou ik dit echt nooit zeggen, kan het niet anders?’ En dan doen we dat.”
Het valt ons op dat jeugdseries veel diverser zijn dan series voor volwassenen, hoe komt dat denk je?
“O echt, wat interessant! Ik weet het niet zeker, maar als ik hardop nadenk kan het komen omdat onze doelgroep nog op school zit. Zodra je een school binnenstapt, zie je jongeren van alle afkomsten en culturen. Dat verandert zodra ze van school afgaan. Op de universiteit zijn de studenten al een stuk minder divers. In SpangaS kunnen jongeren van alle culturen vrienden zijn of verliefd op elkaar worden. In het begin kregen we daar ook veel kritiek op: we zouden een ‘multiculturele fantasiewereld’ beschrijven. Maar wij gaan juíst problemen met discriminatie niet uit de weg. Zo hebben we nu een karakter in de serie, Ramin, die gevlucht is uit Iran. In de serie reageren alle leerlingen daar anders op: sommigen doen extreem lief en beschermend, terwijl anderen niet naast hem willen zitten in de klas. Dat willen we juíst laten zien, want zo vertel je diverse verhalen die ook echt spelen in de samenleving.”
Hoe komt het dan dat dit soort verhalen zo weinig verteld worden op televisie?
“Als scriptschrijvers moeten we de hand in eigen boezem steken. Want eerlijk, schrijversteams zijn écht heel erg wit. Daarom maken wij wel eens fouten of schrijven we scripts met onze vooroordelen erin. Daarom ben ik helemaal voor positieve discriminatie bij het aannemen van nieuwe schrijvers. Hoe diverser je team, hoe diverser de verhalen die je kan vertellen. Een diverse cast is even belangrijk. Het bekende cliché is dat mensen zeggen: ik heb een hekel aan Turken, maar mijn Turkse buurman is wél een aardige man. Angst voor vreemdelingen is eigenlijk angst voor het onbekende. Diversiteit in jeugdseries zorgt ervoor dat Nederlandse kinderen in aanraking komen met verschillende culturen en daardoor ook anders gaan kíjken naar andere culturen.”
Volgens actrice Jouman Fattal, die we hier eerder over spraken, ligt er ook een probleem bij typecasting. Hoe gaan jullie daar mee om?
“Diversiteit in de serie was voor ons echt een proces. Wij hebben ons in het begin ook echt wel eens schuldig gemaakt aan typecasting. Juíst omdat we zo divers wilden zijn, schreven we dan een rol voor ‘Yousef’ en niet voor ‘Jochem’. De laatste jaren zijn we ons daar steeds bewuster van geworden. Nu schrijven we gewoon een mooie rol en kijken we tijdens de casting wie dat gaat spelen.”
Kan je een voorbeeld geven?
“We schreven ooit een rol voor een nieuwe leraar: Martin Opheim. Toen we zijn karakter schreven, hadden we een witte acteur in ons hoofd. Toen kwam Mimoun Ouled Radi naar de auditie en vonden we hem de beste acteur voor de rol. Zijn personage heet nu Malik Opheim. Als we iets hebben geleerd over diversiteit in SpangaS, is dat we echt moeten casten op de beste acteur en niet wat er in het script staat. Dan moet je wel, zoals wij, een castingbureau hebben dat niet bang is de beste acteur aan te dragen – ongeacht diens culturele achtergrond.”