"Al die berichten over de werkdruk schrikken alleen maar af". Drie jonge huisartsen over het huisartsentekort
- Artikel
- 19 dec 2022
- 6 minuten leestijd
De verhalen over het huisartsentekort en de bijbehorende werkdruk slaan ons om de oren. Deze drie jonge huisartsen vertellen wat er moet veranderen én wat er goed gaat. “Patiënten zijn het gewend geraakt om direct een oplossing te krijgen voor hun problemen.”
© Maarten Delobel
“Er zijn ook huisartsen die dolgelukkig zijn. Dat mag ook worden gezegd”
Rogier Vogels (29) uit Rotterdam studeerde dit jaar af als huisarts aan de Erasmus MC. Binnen twee jaar hoopt hij zijn eigen praktijk te openen.
“Veel studenten denken in eerste instantie niet aan een baan als huisarts. Toen ik begon met de studie geneeskunde wist ik nog niet dat ik huisarts wilde worden, ik dacht altijd aan oncologie. De professor die voor je staat in de collegezalen inspireert je, en de meeste hoogleraren bij ons zijn specialisten uit het ziekenhuis. Gelukkig zijn er steeds vaker huisartsen betrokken bij de opleiding. Dat is een goede zaak.”
“Dat de zorgvraag in Nederland steeds groter wordt, houdt mij niet tegen om huisarts te worden. Er zijn inderdaad huisartsen die op hun tandvlees lopen, maar er zijn ook veel huisartsen die dolgelukkig worden van hun werk. Dat mag ook worden gezegd. Ik denk wel dat we als maatschappij moeten wennen aan een andere manier van zorg vragen. Voor een dag keelpijn hoef je niet gelijk een afspraak te maken. Door al die flitsbezorgers en pakketjes die binnen een dag worden geleverd, zijn patiënten gewend om direct een oplossing te krijgen voor hun problemen.”
Weinig studenten realiseren zich dat je als huisarts met een eigen praktijk een soort ondernemer bent.
“Het leukste aan dit beroep vind ik de diversiteit, geen dag is hetzelfde. Je ziet het ene kwartier een baby met oorpijn, een kwartier later begeleid je een 95-jarige aan zijn sterfbed. Weinig studenten realiseren zich dat je als huisarts met een eigen praktijk een soort ondernemer bent. Je kunt als huisarts zelf bepalen hoe jij je praktijk inricht en hoe je zorg wilt verlenen. Dat zie je op weinig plekken in de geneeskunde.”
“Zelf hoop ik binnen twee jaar een eigen praktijk te openen, een soort huisartsgeneeskunde 2.0. Dat je bijvoorbeeld met patiënten kunt videobellen en dat je de uitslag van een bloedonderzoek gewoon mailt. Het kan allemaal een stuk efficiënter. Dat zal best even wennen worden voor iedereen, maar het is ook de manier waarop je verder kan in de toekomst.”
“Jammer dat negatieve verhalen over ons beroep de boventoon voeren”
Nina Schepers (29) uit Rotterdam studeerde dit jaar af als huisarts aan de Erasmus MC. Momenteel doet ze ervaring op in verschillende huisartspraktijken.
"Als zaalarts in het ziekenhuis kwam ik tot het besef dat ik huisarts wilde worden. Ik zag dat uitbehandelde patiënten met kanker naar huis gingen en werden overgedragen aan hun huisarts. Ik wilde ook deze patiënten begeleiden, omdat je juist in die laatste levensfase nog veel kunt betekenen voor de patiënt en hun naasten.”
“Het bijzondere aan dit beroep vind ik dat je heel dichtbij de mens komt. Vaak groeit iemand op met een huisarts en durven ze je alles te vertellen. Wanneer gezinnen bij dezelfde praktijk zitten, ken je vaak ook alle familieverbanden: dochter, moeder, oma. Wanneer iemand overlijdt, helpt de huisarts vaak tijdens het stervensproces. Dat maakt het werk zo speciaal.”
Er is een flink huisartsentekort en al die berichten over schreeuwende tekorten en de hoge werkdruk schrikken alleen maar af.
“Ik vind het jammer dat in de media en op LinkedIn negatieve verhalen over het beroep de boventoon voeren. Er is een flink huisartsentekort en al die berichten over schreeuwende tekorten en de hoge werkdruk schrikken alleen maar af. Natuurlijk moeten er dingen anders, maar er zijn ook goede initiatieven gaande rondom werkdruk.
“In het nieuws lees je ook vaak dat praktijkhouders het zwaar hebben. De huisvesting is moeilijk en het is ingewikkeld om personeel te vinden. Ik denk dat we moeten kijken naar hoe we het houden van een eigen praktijk aantrekkelijk kunnen maken voor jonge huisartsen. Het zou fijn zijn als gemeenten huisartsen helpen om een eigen praktijk op te zetten en mee zoeken naar een passende ruimte.”
“Gelukkig zijn ook hiervoor initiatieven, maar dat staat nog wel in de kinderschoenen. Soms zie je dat een startklas wordt gekoppeld aan mensen die een opvolger zoeken voor hun praktijk. Een eigen praktijk is nou eenmaal de fijnste constructie om zorg te verlenen."
“De huidige generatie huisartsen is bereid om aan oplossingen te werken”
Dina Salkovic (32) uit Schiedam studeerde vorige maand af als huisarts aan de Erasmus MC. Ze werkt momenteel als freelancer in twee huisartsenpraktijken in Rotterdam.
“Na mijn studie geneeskunde ben ik gaan werken als basisarts in een ziekenhuis, verpleeghuis en revalidatiecentrum. Gaandeweg kwam ik erachter dat dit niet bij me paste en ik de huisartsgeneeskunde ambieerde. Ik hou van mensen en vind het juist leuk om patiënten te leren kennen.”
“Het is een fijn idee dat je als huisarts een grote of kleine rol speelt in iemands leven. Ik herinner me nog dat ik tijdens mijn stage een man met longkanker begeleidde in zijn laatste jaar. In het begin wilde hij zich niet openstellen, maar later hebben we mooie gesprekken gevoerd. Toen ik wegging, heeft hij me nog een bloemetje gestuurd. Zo’n moment blijft me voor altijd bij.”
Een extra sociaal praatje maken, is soms lastig om in te bouwen. Jammer, want dit is wat de huisarts zo vertrouwd maakt.
“Het werk is soms ook stressvol. Het huisartsentekort speelt al jaren. Je ziet tegenwoordig dat tweedelijnszorg [zorg waar je een verwijzing voor nodig hebt] steeds meer wordt afgebakend. Hierdoor maar ook door veranderingen in de maatschappij krijgen huisartsen het drukker. We zijn individualistischer geworden en je ziet dat mensen tegenwoordig meer onder druk staan. Hierdoor kampen meer mensen met mentale klachten. Dat krijgt natuurlijk meer tijd in de spreekkamer dan een klein, fysiek probleem.”
“Het is belangrijk dat huisartsen genoeg tijd en aandacht hebben voor patiënten. Een extra sociaal praatje maken of een luisterend oor bieden is soms lastig om in te bouwen. Dat is jammer, want dit is wat de huisarts zo vertrouwd maakt. Er moeten daarom zeker beleidsmatig veranderingen komen. Zo is het belangrijk dat de huisartsengeneeskunde meer onder de aandacht wordt gebracht binnen de studie geneeskunde, maatschappelijke instanties beter in beeld worden gebracht en er betere arbeidsvoorwaarden komen. Niet ergens in 2025, maar zo snel mogelijk.”
“Als huisarts heb ik momenten dat denk ik denk: wat brengt de toekomst? Daar kan ik me soms best zorgen over maken. Toch heb ik liefde voor mijn vak. Met collega’s die ik op de opleiding heb leren kennen praten we over wat er speelt, maar ik zie ook dat de huidige generatie huisartsen bereid is om aan een oplossing te werken.”