Mabrouka (24) uit Tunesië: ‘Er wordt hier gelachen om de dood van zwarte migranten’
- Artikel
- 11 okt 2023
- 9 minuten leestijd
“De racistische haat is zo groot dat mijn vrienden hun huis niet meer uit durven.” Dit is hoe het is om als Afrikaanse migrant ‘in de regio’ te worden opgevangen.
De nazomerhitte ligt als een warm deken over Tunis wanneer ik voor een druk café in het centrum van de stad sta te wachten op Mabrouka. In mijn poging beter te begrijpen hoe het is om vandaag de dag als zwart persoon te leven in Tunesië, stuitte ik online op een indrukwekkend portret van Mabrouka dat werd gedeeld door het Instagramaccount Black Lives Matter Tunisia.
Mabrouka (24) is professioneel model (ze schitterde in tijdschriften als Elle en Yung en is het gezicht van verschillende internationale modemerken), studeerde migratiestudies aan de El Manaruniversiteit én komt als projectleider van een NGO op voor de rechten van gemarginaliseerde groepen in Tunesië. Online is ze een van de weinige Tunesiërs die zich durft uit te spreken over het racisme en de xenofobie waar steeds meer zwarte personen in het land onder gebukt gaan.
Ik ben niet de enige Nederlander die deze zomer naar Tunis is afgereisd. Vergezeld door de Italiaanse premier Meloni en EU-voorzitter Von der Leyen, bracht onze eigen premier Rutte hier afgelopen juli een bezoek aan de Tunesische president Kais Saied. Na een lang overleg keerden ze trots terug met een ‘migratiedeal’: in ruil voor een miljard euro zou de president beter zijn best doen om de migranten tegen te houden die via zijn land de Middellandse Zee oversteken. Inmiddels dreigt de deal uit te lopen op een mislukking, toch blijft de EU hopen op het afsnijden van de veelgenomen zeeroute.
Een paar maanden eerder konden diezelfde migranten horen hoe president Saied over hen denkt. Op 21 februari 2023 sprak hij tijdens een bestuurlijke vergadering over ‘hordes illegale en gevaarlijke migranten uit sub-Saharisch Afrika’ die onderdeel zouden zijn van een ‘crimineel plan’, ontworpen om de demografische samenstelling van Tunesië te veranderen.
Na de speech volgde een golf van geweld tegen migranten en zwarte Tunesiërs: knokploegen liepen door steden en dorpen om ze met geweld uit hun huis te halen, te vernederen en in elkaar te slaan. In de laatste maanden werden honderden migranten gedeporteerd over de grens met buurland Libië, waar tientallen van hen overleden aan uitdroging, ondervoeding en verwondingen.
Net als ik me begin af te vragen of ik wel voor het juiste café sta, zie ik een jong koppel oversteken. Zij tenger en met lange blote benen die eindigen in glimmende sneakers, hij groot, breed en met een flinke baard die ik inmiddels op het gezicht van veel Tunesische mannen heb gespot. Als ik naar het stel zwaai en me aan ze heb voorgesteld, wordt er onderling een korte blik uitgewisseld. Wanneer zij hem een bemoedigend knikje geeft, zegt hij ons gedag en loopt hij door. “Mijn vriend zal hier in de buurt op me wachten”, licht ze toe. Met ieder een glas koude cola nemen we plaats op een barkruk.
“Racisme tegen zwarte personen heeft in Tunesië altijd bestaan, maar de laatste jaren is de agressie toegenomen"
Dat je vriend in de buurt blijft, heeft dat te maken met je veiligheid?
“Ja, zodra het donker wordt is het niet veilig om alleen over straat te gaan. Dat doe ik alleen nog in een groep of samen met mijn vriend. Nu geldt dat denk ik voor de meeste Tunesische vrouwen, maar voor een zwarte vrouw al helemaal. Ik ben altijd alert.”
Je bent in Tunis geboren als kind van een Senegalese vader en een Tunesische moeder. Hoe werd er op je kleur en afkomst gereageerd toen je hier opgroeide?
“Op school en in de arbeidersbuurt waar ik woonde, was ik het enige zwarte kind. Over het algemeen werd dat gewoon geaccepteerd: ik speelde met de witte (autochtone Tunesische, red.) kinderen in mijn buurt en kwam bij hen over de vloer. Vanbinnen voelde ik me niet anders, maar soms werd ik alsnog gewezen op mijn anders-zijn. Zoals wanneer er ‘gera gera’ naar me werd geroepen op straat. Ik weet eigenlijk nog steeds niet wat het precies betekent, behalve dat het een scheldwoord is dat verwijst naar slavernij.”
“Racisme tegen zwarte personen heeft in Tunesië altijd bestaan, maar de laatste jaren is de agressie toegenomen, zeker tegen irreguliere migranten (personen zonder verblijfspapieren, red.). Voor sommige Tunesiërs vormde de speech van de president dit voorjaar een laatste zetje, een legitimering om hun onvrede en lang opgekropte woede op zwarte personen te botvieren.”
Wat heb jij daar zelf van gemerkt?
“Voorheen voelde ik me overdag wél vrij om alleen over straat te gaan en bijvoorbeeld in gedeelde taxibusjes te gaan zitten, maar sinds afgelopen voorjaar merk ik dat er anders naar me wordt gekeken. Argwanender.”
“Een paar dagen na de speech van de president begon een chauffeur van een taxibusje me te testen: hij zei me gedag in het Frans in plaats van het Arabisch en wachtte af in welke taal ik zou reageren. Ik spreek natuurlijk vloeiend Arabisch, maar was benieuwd wat er zou gebeuren als ik antwoordde in het Frans. Zodra ik dat had gedaan, stak hij van wal. Denkend dat ik hem niet zou verstaan, hield hij tegen andere passagiers een lang verhaal in het Arabisch over hoe zwarte mensen Tunesië overnemen en hun banen stelen. Terwijl ik daar zat, knikten ze allemaal instemmend. Het was een vernederende ervaring.”
“Maar als ik de verhalen hoor van anderen, dan moet ik bekennen dat ik tot nu toe geluk heb gehad. Op straat worden zwarte vrouwen vaker lastiggevallen dan voorheen, meestal door mannen die hen half grappend geld aanbieden voor seks. Ik heb vrienden die hun huis niet meer uit durven uit angst om belaagd te worden. En online circuleren veel video’s van geweld, bijvoorbeeld van een paar irreguliere migranten die, bedreigd met een mes voor hun gezicht, werden gedwongen om ‘Vive la Tunisie’ in de camera te roepen.”
Leiden dat soort acties en geweldplegingen tot publieke verontwaardiging?
“Nauwelijks. Natuurlijk zijn er Tunesiërs die het verwerpelijk vinden en het racisme afkeuren, maar de meesten kiezen ervoor om weg te kijken. Of het juist toe te juichen. Als ik zie hoe er online gereageerd wordt op nieuwsberichten over de deportatie van migranten naar de woestijn, dat is walgelijk. Er wordt gelachen om de dood van zwarte migranten.”
"Opvang in de regio? Dat is nou juist het ding: de meeste Tunesiërs zien Afrika helemaal niet als één regio"
Je sprak net over de onvrede en lang opgekropte woede onder een deel van de Tunesische bevolking. Hoe verklaar je dat sentiment?
“Kijk, waar wij nu zitten is het misschien niet te merken, maar economisch ligt dit land op zijn gat. Een groot deel van de bevolking leeft in armoede, heeft geen baan, kan de huur niet meer betalen. Als je dan wordt verteld dat het de migranten zijn die je bestaanszekerheid bedreigen, dan is het makkelijk om dat te geloven. Niet voor niets vindt het meeste geweld plaats in de armere wijken van grote steden.”
Tegelijkertijd doet de EU hard haar best om zoveel mogelijk migranten in Tunesië te houden. In Nederland noemen we dat ‘opvang in de regio’. Wat vind je daarvan?
“Opvang in de regio? Dat is nou juist het ding: de meeste Tunesiërs zien Afrika helemaal niet als één regio. Op de middelbare school leren we de kaart van Tunesië uit ons hoofd, en misschien een paar Arabische buurlanden. That’s it. Het Afrika ten zuiden van de Sahara voelt voor de meesten als een compleet andere wereld, niet iets waar ze zich mee verbonden voelen.”
“Maar los daarvan: ik denk dat de afspraken die tussen Tunesië en de EU worden gemaakt kansloos zijn zolang er niets wordt gedaan aan de problemen in de landen waar de migranten vandaan komen. En zolang er in Tunesië geen goed asielbeleid is, zullen ze de oversteek naar Europa blijven maken. Je moet begrijpen dat er voor de meeste migranten hier geen toekomst is: een visum krijgen is heel lastig, waardoor ze illegaal aan het werk gaan voor extreem lage lonen. Ze kunnen geen aanspraak maken op een advocaat en wanneer ze ziek worden, kunnen ze vaak niet terecht bij een dokter of ziekenhuis.”
"Ze zitten hier letterlijk vast, in een soort eeuwige limbo. Met een bootje de zee oversteken is dan een laatste wanhoopsdaad"
“Een deel van de migranten wil daarom terug naar zijn land van herkomst, maar ook dat lukt niet altijd. Soms is hun paspoort op weg hiernaartoe afgepakt en mogen ze zonder papieren niet terugkeren. En voor iedereen die illegaal in Tunesië verbleef en weer vertrekt, geldt dat ze een flinke boete moeten betalen. Dat bedrag kunnen ze vaak helemaal niet ophoesten. Ze zitten hier letterlijk vast, in een soort eeuwige limbo. Met een bootje de zee oversteken is dan een laatste wanhoopsdaad.”
Zijn de migranten die de oversteek wagen zich ervan bewust dat veel de overkant niet levend halen?
“Ja. De meesten zijn lid van facebookgroepen waarin berichten worden geplaatst over gezonken boten en verloren familieleden. Ze zijn zich bewust van de risico’s, maar doen het toch. Want het leven hier is voor hen geen leven, geen humaan bestaan.”
De ontwikkelingen van de laatste maanden stemmen weinig hoopvol. Lukt het je om desondanks optimistisch te blijven over je eigen toekomst hier?
“Over mezelf maak ik me weinig zorgen. Sinds kort werk ik als projectleider bij een NGO die zich inzet voor kansarme vrouwen, en ook mijn bekendheid als model zorgt ervoor dat ik iets kan doen tegen ongelijkheid, discriminatie en racisme. Online spreek ik me uit over onrecht en probeer ik degenen die in dit land niet gehoord worden een stem te geven. Zolang ik die invloed heb, zelfs al is het maar een beetje, blijf ik doorgaan. Dit is mijn land. Ondanks alle narigheid is er geen andere plek op de wereld waar ik me ooit meer thuis zou voelen.”
Foto in header: Bachire Tayachi