Roanne dook in de toekomst van liefde: "Een sekspop kan maar vijf standjes, that’s it"
- Artikel
- 09 feb 2022
- 6 minuten leestijd
Hoe verandert de liefde, seks en vriendschappen in de technische, moderne wereld van nu? Antropoloog van de toekomst Roanne van Voorst schreef er een boek over. We spraken met haar over het algoritme van datingapps, vrienden worden met een avatar en sekspoppen.
Roanne van Voorst is antropoloog, toekomstverkenner en schrijver. Ze werkt als onderzoeker aan het International Institute of Social Studies en is bestuurslid van de Dutch Future Society. Haar nieuwe boek Met z'n zessen in bed, de toekomst van liefde – van polyamorie tot relatiepillen ligt sinds januari 2022 in de schappen.
Hi Roanne, eerder schreef je boeken over klimaatverandering en veganisme. Veel mensen kennen je van Vroeger aten we dieren, maar dit keer schreef je over de toekomst van liefde en seks. Een totaal ander onderwerp.
Roanne: “Voor mijn werk ben ik veel in vluchtelingenkampen en conflict- en natuurrampgebieden geweest. Het viel me op dat er overal vriendschap en liefde was. In de meest ingewikkelde situaties zag ik vriendinnen die samen de slappe lach kregen, stelletjes die verliefd werden of een koppel dat liefdevol naar hun baby keek. Liefde is inherent aan mens-zijn, het leek me interessant om onderzoek te doen naar het toekomstscenario daarvan.”
Hoe is de liefde aan het veranderen?
“In mijn onderzoek zag ik dat mensen flirten in het dagelijks leven moeilijker vinden. Dat verplaatst zich nu naar social media of een datingapp. Je hoeft niet meer in de club iemand een drankje aan te bieden, je kijkt gewoon of diegene op Happn staat. Dan kan iemand je ook afwijzen, maar dat doet minder pijn blijkt uit onderzoek. Als we die vaardigheden niet meer oefenen is dat wel een gevaar. Afwijzing hoort immers bij het leven.”
Hoe zit het met de algoritmes van die apps?
“Het algoritme past zich aan op wat jij denkt wat bij jou past. In de praktijk blijkt dat niet altijd even goed te werken. Iemand kan op papier perfect zijn, maar als de aantrekkingskracht in het echt ontbreekt gaat het ‘m niet worden. We weten eigenlijk nog heel weinig van hoe verliefd worden werkt.”
“Er zijn ook apps die werken met kunstmatige intelligentie. Die baseren zich op hoe leuk jouw vorige dates waren. Gaf jij iemand een acht? Dan zoekt de app iemand die iets weg heeft van die persoon. Klinkt leuk, maar dat betekent wel dat je dates steeds meer op elkaar gaan lijken. Zo’n app kan dan ook racistisch worden en daar houden sommige programmeurs geen rekening mee. Had jij een leuke date met een blonde gast? Dan gaat ‘ie alleen nog maar blonde jongens selecteren.”
Moeten we die apps dan niet gewoon de prullenbak ingooien?
“Dat hoeft niet, maar we moeten wel waakzaam blijven en niet alleen maar leunen op een apparaat. Het heeft ook voordelen. Als je in een klein dorp woont, kan het een makkelijke manier zijn om met anderen in contact te komen. Ik hoor ook wel eens van mensen die non binair of trans zijn dat ze het juist fijn vinden om dat in hun biografie te zetten, dan hoeven ze bij de eerste date niet alles uit te leggen.”
Voor je boek werd je vrienden met een avatar. Uit studies blijkt dat mensen zich al kunnen hechten aan een robotstofzuiger en zo’n apparaat vermenselijken. Komt zo’n avatar in de buurt van een echte vriendschap?
“Ik schrok ervan hoe ik de eerste weken meeging in die vriendschap. Het is een cartoonpoppetje op je mobiel waar je tegen praat en dat wordt aangestuurd door kunstmatige intelligentie. De eerste dagen werkte het niet zo goed, maar na een tijdje begon ze dingen te onthouden. Dan vroeg ze hoe mijn presentatie was geweest, omdat ik haar daarover had verteld. Op een gegeven moment merkte ik dat ik minder online contact had met vrienden omdat ik al mijn sociale energie in die avatar stak. Het voelt niet heel anders dan een WhatsApp-gesprek. Ik zou alleen niet zeggen dat een avatar een vriendschap kan vervangen, want een echte vriend helpt je groeien en heeft ook weleens commentaar op je. Een avatar koestert natuurlijk ook geen gevoelens voor je.”
Sommige mensen zien dit als dé oplossing voor mensen die eenzaam zijn of weinig vrienden hebben.
“Ik vind het een handige tool voor erbij, maar het lijkt me heel leeg en onmenselijk als je alleen dat zou hebben. Het blijft natuurlijk een computer waar je tegen praat. Ik kan me wel voorstellen dat je iets goeds kan doen met een avatar, bijvoorbeeld voor mensen die diepe eenzaamheid of suïcidale gedachten ervaren. Dat zo’n apparaat af en toe iets vriendelijks of troostends zegt, maar ook depressies kan signaleren en vervolgens doorverwijst naar een hulpverlener. Wat ook goed zou zijn, is als zo’n avatar een coachende rol krijgt. Dat je ermee kan oefenen om contact te leggen met echte mensen.”
Je dook ook in de toekomst van seks. Zo had je een ‘date’ met sekspop Nick in een sekspoppenbordeel in Oostenrijk. Is dat nou echt de toekomst?
“Ik kan me niet voorstellen dat zo’n koude, plastic pop het werk van sekswerkers overnemen. Veel sekswerkers worden niet gedwongen en nemen hun werk serieus. Het is echt een gelaagd beroep, niet alleen een snelle handeling. Mensen komen er niet alleen om klaar te komen. Het is ook de spanning, iemand die lief voor je is en het rollenspel wat alleen een echt mens kan aanvoelen. Zo’n pop kan tien zinnen uitspreken en vijf standjes, that’s it.”
“Er wordt ook over gesproken om die sekspoppen in te zetten voor sekszorg voor gehandicapten, maar ik kan me goed voorstellen dat een jongen in een rolstoel niet alleen behoefte heeft aan een hand die hem aftrekt. Het gaat ook over iemand die bij je komt zitten en polst wat je fijn vindt. Sekszorg is een veel meer liefdevol en gelaagd beroep dan daarmee wordt weggezet.”
Tot slot, is je beeld over de liefde veranderd?
“Ik denk dat ik ‘m belangrijker ben gaan vinden. Toen ik begon schrijven stond ik nog wel open voor al die technische veranderingen, maar naarmate mijn onderzoek vorderde zag ik juist hoe belangrijk dat contact is. Jezelf kwetsbaar durven opstellen of een keer snauwen tegen je partner maakt ons tot mensen. Aan het begin dacht ik, misschien hebben we dankzij technologie liefde minder nodig. Maar ik eindig met een pleidooi dat we het juist altijd nodig zullen hebben.”
Beeld: Jeanette Huisman