Hoe je rouwt na een zelfdoding: ‘Wat als ik hem een extra berichtje had gestuurd?’
- Artikel
- 02 nov 2023
- 9 minuten leestijd
We hebben het vaak over zelfdoding; minder vaak spreken we met de achtergebleven vrienden. Daarom zochten we contact met drie jongeren die iemand verloren aan zelfdoding. Hoe ga je om met zo’n heftig verlies?
Bij jongeren onder de 30 jaar is zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak, meldt het Centraal Bureau voor Statistiek in mei op basis van nieuwe cijfers. Dit soort cijfers zijn vaak aanleiding voor nieuwsberichten over zelfdoding. Minder vaak wordt er gesproken met de achtergebleven vrienden.
Brandpunt+ sprak met drie jongeren die zelf iemand verloren aan zelfdoding. Want hoe ga je om met zo’n heftig verlies?
Denk je soms aan zelfdoding? Bel 24/7 gratis en anoniem met Stichting Zelfmoordpreventie via 0800-0113. Of ga naar 113.nl voor online hulp of coaching.
Margot Ponssen (24)
Het is 19 maart 2023. Margot staat op de gang van de Universiteit van Amsterdam als ze via de telefoon hoort dat een goede vriend niet meer leeft. Zelfdoding. “Ik heb gehuild en heel hard ‘neeee’ geroepen. Ik wilde het niet geloven, een half uur eerder had ik hem nog geappt: ‘He bro’tje. Hoe is het? Ben je weer back in Ams?’ Ik weet de woorden nog precies.”
Kijk je nu nog weleens naar dat berichtje?
Margot: “Als ik hem mis lees ik onze gesprekken inderdaad terug, om me dichterbij te voelen. Soms durf ik de chats niet te bekijken, te confronterend. Ik vergelijk rouw altijd met eb en vloed. Het is geen rechtlijnige wiskunde, het komt in golven. Maar als ik me goed voel, ben ik ook weer bang voor een slechte golf.”
“Daarnaast had ik last van bepaalde regeltjes rondom rouw, want hoe rouw je op de juiste manier? ‘Ik ben te verdrietig,’ dacht ik wanneer ik aan zijn familie dacht: voor hen is dit nog veel erger. En als ik een dag niet huilde was ik weer bang dat ik helemaal niet meer verdrietig was.”
“Nu ik erover nadenk, is dat teruglezen van zijn berichtjes wel ingewikkeld. Ik lees zinnen waarvan ik denk ‘had ik daar niet beter op in moeten gaan?”
Hoe bedoel je dat?
“Ja, dat is dat schuldgevoel waarover wordt gesproken na zelfdoding. Wat als ik hem een extra berichtje had gestuurd?”
Dat schuldgevoel is iets wat Lonneke Lenferink vaker hoort bij nabestaanden van zelfdoding. Zij werkt als onderzoeker bij Universiteit Twente en Fonds Slachtofferhulpen doet al tien jaar onderzoek naar het traumatische verlies van dierbaren, zoals bij suïcide. “Het is niet per se alarmerend om dit soort schuldgedachten te hebben”, legt ze uit.
“Toch is het idee dat je iemands dood had kunnen voorkomen heel moeilijk, terwijl dat geen terechte gedachte is. Daar zit ook de crux. Als je het daadwerkelijk kon voorkomen, dan had je dat natuurlijk gedaan. Het kan helpen om deze gevoelens open met elkaar te delen en zo herkenning te vinden.”
~
Het geeft Margot rust dat ze kan zeggen: mijn vriend was ziek, ik had zijn dood niet kunnen tegengaan. Maar ook het gevoel dat ze soms geen schuldgevoel heeft, levert een schuldgevoel op.
Denk je dat rouw na zelfdoding anders is dan rouw na ziekte?
Margot: “Het is zo plotseling. En de reacties van mensen zijn wel heftig. Toen ik voor het eerst weer naar mijn lievelingskroeg ging, vroeg een stamgast waar ik was geweest. Ik vertelde dat een goede vriend was overleden, waarna hij zei: ‘Ziek of zelf?’ Daarna wilde hij weten hoe. Het voelde alsof ik in het nauw werd gedreven. Inmiddels kan ik duidelijk maken dat dit ongepaste vragen zijn.”
“Je kan iemand die rouwt na zelfdoding beter helpen door te luisteren. Of doe concrete voorstellen: ‘Vind je het fijn als ik morgen voor je kook?’. Je kan ook iemand mee naar de kinderboerderij sleuren. Even niet voelen, maar gewoon doen. Dat hielp mij ook. En als rouwende: laat je vallen en laat je vangen door vrienden. Inmiddels weet ik dat het stapje voor stapje beter wordt.”
Tyson Malaihollo (26)
Als je Tyson googelt vind je gelijk zijn documentaire Samen die hij maakte na de zelfdoding van zijn beste vriend in 2019. Hij moest er iets mee, met het verdriet. “Het was een manier om de dood van mijn vriend– die anders zo nutteloos voelde - toch om te zetten naar iets positiefs”, legt hij uit: “Een open gesprek over zelfdoding en rouw.”
In je docu spreek je met je vriendengroep over rouw. Wat zag je bij hen?
“Iedereen was helemaal uit balans, natuurlijk. Maar ik denk ook dat niemand het idee had dat ze het goed deden, dat rouwen. Door de interviews met mijn vrienden kwam ik erachter dat rouwen voor iedereen anders is. En dat er niet per se één goede manier bestaat.”
“Aan het begin was het fijn om het verdriet met elkaar te delen, ook al ging iedereen er anders mee om. Later was het ook lastig. Juist als we elkaar zagen, werden we geconfronteerd met het feit dat er iemand miste. Het is moeilijk om het dan niet over verlies te hebben. Sommige vrienden wilden daar niet steeds aan herinnerd worden. Inmiddels is iedereen een beetje zijn eigen weg gegaan.”
Hoe rouwde jij?
“Ik ben een tijdje gestopt met school. Ik kon me niet meer concentreren . Er was ruimte nodig om het gevoel er gewoon te laten zijn. Ik sprak veel met vrienden en familie, maar ik heb ook perioden gegamed. Zo hoefde ik niet te voelen.”
“Kijk, hij was mijn beste vriend. We zagen elkaar vier of vijf keer in de week. Naast dat ik ineens heel veel tijd over had, miste ik ook zijn steun of gewoon samen lachen. Het duurde best lang voor ik weer dacht, ‘Nu voelt het weer een beetje oke.’”
‘Het leven gaat door’ wordt er weleens gezegd na verlies.
“Het woord doorgaan klinkt een beetje gek. Alsof je alles wat je ervoor deed weer oppakt alsof er niets gebeurd is. Maar het gaat nooit meer zo worden als voor zijn dood. Het heeft invloed op alles. Ik vond het bijvoorbeeld een tijdje lastig om nieuwe vriendschappen aan te gaan. ‘Voor hetzelfde geld zijn ze morgen ook dood’, dacht ik.”
“Als kind geloofde ik dat alles mogelijk was, dat iedereen zich blij voelde en dat iedereen precies wist wat hij deed. Maar als je de dood van je beste vriend meemaakt, dan kom je erachter dat het leven gewoon gebeurt. Niet goed of slecht, je moet het doen met het leven dat je hebt. En dat dan proberen zo leuk mogelijk te maken.”
Romy Vonk (24)
“Moet mijn naam erbij?”, vraagt Romy aan de start van het gesprek. Eerder schreef ze zelf stukken over rouw. Nu is ze bang dat die rouw aan haar naam blijft kleven. “Ik wil niet zielig gevonden worden, snap je? Terwijl: ik schaam me niet voor het verdriet om mijn goede vriend. Ik denk dat ik de reacties op de zelfdoding en de rouw gewoon lastig vind.”
Denk je dat er een taboe rust op praten over zelfdoding?
“Ik denk dat er sowieso een taboe rust op praten over de dood. Op zelfdoding helemaal. Kijk, in het voorjaar net nadat het was gebeurd, mocht de rouw er zijn. Iedereen zei lieve dingen. Toen ik na de zomervakantie terugkwam op school, durfde niemand er meer naar te vragen. Of ze wisten niet hoe. Dat voelde wel koud, want dit soort verdriet is niet ineens weg.”
“Vrienden die normaal heel dicht bij me staan, zeiden niks omdat ze mijn vriend niet kenden. Ik denk dat ze bang waren om het verkeerde te zeggen. Of ze hadden het idee dat ze geen recht hadden om over zijn dood te beginnen. Dat vind ik wel lastig, als er zoiets ingrijpends aanwezig is maar er geen woorden aan gegeven worden.”
Wat werd er wel gezegd?
“Ik krijg altijd de vraag of ik de dood van mijn vriend zag aankomen. Dat vind ik een van de pijnlijkste vragen. Het zal niet zo bedoeld zijn, maar het voelt als vingerwijzen: ‘Had je het niet kunnen voorkomen dan?’”
Onderzoeker Lonneke Lenferink ziet het ook terug in de literatuur, dat stigma rondom suïcide. “Er zijn echt vooroordelen vanuit de maatschappij. Er wordt gezegd dat zelfdoding ‘de makkelijke weg’ is of dat iemand egoïstisch heeft gehandeld. Deze meningen maken het nog lastiger om over suïcide te praten, terwijl dat praten juist zo belangrijk is. Mede door het stigma is de kans dat iemand vastloopt in het rouwproces ook groter na suïcide dan na een natuurlijk overlijden."
Volgens Lenferink moet niet enkel de nabestaande leren omgaan met het verlies. Ook de maatschappij heeft de taak om achterblijvers goed te steunen. Romy sluit zich daarbij aan.
Wat kan je meegeven aan jongeren die ook rouwen?
Romy: “Rouwen is een heel rommelig proces en het kan eenzaam voelen. Maar weet dat het verdriet er mag zijn, ook op een veel later moment of als niemand ernaar vraagt. Dat vragen is voor de omgeving echt belangrijk trouwens. Wees niet bang om over iemands verlies te beginnen. Iemand kan zelf aangeven dat het nu niet het moment is. Niets zeggen is het pijnlijkst.”
Worstel je met suïcidale gedachten of maak je je zorgen om iemand anders? Praat er dan over. Bel 0800-0113 of ga naar www.113.nl. Stichting Zelfmoordpreventie is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar.