De springplank van Sylvana Simons
- Interview
- 09 feb 2018
- 4 minuten leestijd
In de rubriek Springplank vertellen bekende en minder bekende Nederlanders wie de bepalende persoon in hun leven of carrière is geweest. Ditmaal: Sylvana Simons (1971), voormalig danseres, televisie- en radiopresentatrice, inmiddels twee jaar politiek actief; eerst bij DENK, en sinds 2017 als lijsttrekker van haar partij BIJ1.
“Wanneer ik besloot de politiek in te gaan? Dat was nadat ik tegenover Martin Šimek zat bij de DWDD [de presentator en columnist noemde bootvluchtelingen daar ‘zwartjes’, red]. Ik corrigeerde hem, sprak hem aan op zijn taalgebruik. Daar kwamen veel reacties op. Toen dacht ik: hier wil en kan ik iets aan doen.”
“De gevestigde partijen die ooit bij mijn idealen aansloten, hebben op het gebied van racisme en discriminatie het nodige laten liggen. Ik kreeg bij geen enkele partij het gevoel dat ze voor míj streden, mij op dit vlak vertegenwoordigden. Daarom ging ik de politiek in, en richtte ik later een eigen partij op die strijdt tegen uitbuiting en uitsluiting, en de barricades opgaat voor rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. Die twee gaan namelijk hand in hand. Wij hebben natuurlijk een…, ja, ik weet dat media enorm struikelen over die term en ik wil het daarom niet meer gebruiken, maar ik doe het toch; intersectionele aanpak.”
“Het is belangrijk dat de betekenis van het woord intersectionaliteit in het DNA van BIJ1 zit. Niet alleen als doel maar ook als middel. Veel politici vliegen uitdagingen op een eenzijdige manier aan. Dan heeft een partijprogramma wél een hoofdstuk over armoede, maar gaat het niet over zorg of racisme op de werkvloer, terwijl die twee juist nauw met elkaar verbonden zijn. Je kan bij een oplossingsgerichte aanpak niet alleen naar racisme kijken zonder ook seksisme op te nemen. Want iemand die zwart is én vrouw zal moeten vechten tegen een dubbele benadeling ten opzichte van een gemiddelde witte man. Ja, voor mij is die redenering heel logisch.”
“De politiek was niet altijd mijn droom. Als je naar mijn springplank vraagt, ga ik dan ook terug naar mijn mediatijd, naar mijn voormalige manager Paul Schouwenaars. Inmiddels spreek ik hem niet zoveel meer, maar ik blijf hem altijd dankbaar. Ik leerde Paul kennen toen ik nog danste als achtergronddanseres. Door hem deed ik mijn eerste screentest voor Veronica, later is dat de tape geworden die bij TMF terecht kwam. Hij is twintig jaar lang mijn manager geweest. Vanaf die screentest tot De Wereld Draait Door heeft hij voor mij gezorgd. Wat er was gebeurd als ik Paul nooit had ontmoet? Dan had ik langer gedanst, en was ik uiteindelijk les gaan geven, denk ik. Dat is namelijk wat je doet als je niet meer zelf kan dansen; dan ga je lesgeven.”
“Door Paul ben ik gaandeweg met televisie in aanraking gekomen. Altijd zei hij: ‘Jij kan zo goed lullen, je kletst lekker weg – daar moet je iets mee doen.’ Bij TMF kreeg ik die kans en Paul bleek gelijk te hebben. Daarna ben ik naar SBS gegaan en weer later naar RTL. Ik vond televisie meteen leuk, maar ook dat was niet mijn droom of zo. Niet eens echt een wens, als ik eerlijk ben. Maar toen ik er eenmaal zat dacht ik: dit klopt.”
“Tot een paar jaar geleden was Paul mijn manager. Er kwamen destijds veel programma’s bij op televisie die ik kon doen, maar er zat niets tussen waarvan ik dacht: nou, die wil ik koste wat het kost presenteren. Toen was ik even vooral tafeldame en deed ik veel bedrijfspresentaties. Ik dacht: de cyclus is volbracht, ik kan en wil het nu ook zelf kunnen. Paul was het daar mee eens, dat verliep heel natuurlijk.“
“Nu ik sinds twee jaar actief ben in de politiek haal ik meer voldoening en bevrediging uit mijn carrière dan toen ik nog voor de televisie werkte. Ik ga niet meer naar mijn werk, ik ben continu bezig met onze partij op te zetten. Dat voelt heel anders dan elke dag geregisseerd te worden en een leuk jurkje aan te krijgen waarna je te horen krijgt: ‘loop maar twee keer van links naar rechts’. Het is heel inspirerend om het vertrouwen te winnen van mensen waarna je namens hen mag spreken en hen mag vertegenwoordigen. Ik mag een impact maken. Dat is heel bijzonder.“