Wat kan een militair operatieassistent ons leren over stressbestendigheid?
- Interview
- 13 maa 2019
- 6 minuten leestijd
Sommige beroepen lijken voor buitenstaanders ongelofelijk stressvol. Als je werkt als traumachirurg, militair operatieassistent of luchtverkeersleider heb je nogal wat op je bordje. Eén fout kan grote gevolgen hebben. Wij vroegen ons af: zijn deze beroepen zo stressvol als ze lijken? En zo ja, wat kunnen we dan van mensen met zo’n baan leren over stressbestendigheid? In deze mini-serie laten we mensen met extreem verantwoordelijk werk over deze kwesties aan het woord. Vandaag: militair operatieassistent Maaike Hoogewoning (1981).
“Ik dacht altijd dat ik een stressbestendig persoon was, maar dat bleek niet zo te zijn. Als militair operatieassistent ben ik sinds 2007 een aantal keer op uitzending geweest. Tussendoor werk ik samen met ander militair medisch personeel in het Franciscus Gasthuis in Rotterdam, maar de adrenaline van tijdens die missies ben ik eigenlijk nooit kwijtgeraakt. Adrenaline is natuurlijk goed, want daardoor reageer je op situaties waarin je verkeert, maar het moet wel weer normaliseren.”
“Binnen defensie krijg je ook lessen over hoe stress werkt en dat het heel normaal is om stress te ervaren van de bijzondere en traumatische ervaringen die je meemaakt. Je leert ook dat je die stress best mag ervaren, maar dat het wel moet afnemen in de loop der tijd. Ik heb me laten vertellen dat er sowieso een jaar overheen gaat voordat je adrenalineniveau weer normaal is na een uitzending.”
“Tijdens een uitzending sta je voortdurend op scherp, want er kan van alles gebeuren. Het meest stressvolle moment is wanneer alles tegelijk komt: je staat op de militaire basis een buikoperatie uit te voeren, het raketalarm gaat af en er komen meerdere zwaargewonden tegelijk binnen. Je weet dat je dan eigenlijk naar een bunker moet gaan om dekking te zoeken, maar het kan fataal aflopen met de patiënt als je hem alleen achterlaat, terwijl hij onder narcose is. Dat zijn wel kritieke momenten.”
“Het komt regelmatig voor dat een patiënt tijdens een operatie overlijdt. Dit zijn situaties met intense spanningen. Wat mij altijd ontzettend helpt is om na afloop met het gehele team de operatie door te spreken. Dan gaan we bijvoorbeeld gezamenlijk na of we alles hadden gedaan wat we konden. Tijdens een missie in Afghanistan heb ik ook een dagboek bijgehouden, wat hielp om de ervaringen van me af te schrijven. Daarnaast is het lekker om na het werk je hoofd leeg te maken door met compleet iets anders bezig te gaan of bijvoorbeeld te sporten.”
Maaike op een veldbed tijdens een missie in Afghanistan
“Eén of twee weken na thuiskomst van een uitzending in Afghanistan stond ik de was op te hangen. Het was de eerste maandag van de maand en het luchtalarm ging af. Als in een reflex ging ik op de grond liggen. Eenmaal op de grond keek ik om me heen en besefte me dat ik gewoon thuis was en er geen gevaar dreigde. Zo extreem reageer je de maand erna al niet meer, maar het geeft wel aan dat je nog continu alert bent.”
“Ik weet nog heel goed wanneer voor mij de bom barstte. Mijn jongste was twee jaar oud en zoals zo vaak op die leeftijd, wilde hij niet stil liggen tijdens het verschonen. Ik kon daar sowieso al niet goed tegen, maar op dat moment sloeg voor mij de vlam in de pan. Ik riep tegen hem: ‘Blijf nou GVD eens een keer liggen’. Direct daarna heb ik mijn man geroepen en gezegd dat hij het moest overnemen, omdat ik bang was dat ik anders dingen zou gaan doen waar ik spijt van zou krijgen. Ik besefte dat het goed mis was en heb aan de bel getrokken.”
“Ik had een burn-out. De oorzaak ervan was een combinatie van een heleboel dingen. Naast dat ik de adrenaline van de uitzendingen nooit was kwijtgeraakt, liep het door fusies ook niet lekker in het ziekenhuis. Daarbij had ik gelukkig een heel goede eerste zwangerschap, maar de periode na de bevalling was echt ruk. Ik ben veel bloed verloren en moest zelfs nog langs mijn collega’s op de OK. Dat zorgde voor een slechte start als moeder. Je hebt nul energie, vervolgens slaap je ook vier maanden nauwelijks of niet met zo’n kleine baby. Ik had continu een verhoogde hartslag, raakte snel geïrriteerd en had een kort lontje. Naar mijn werk gaan deed ik normaal altijd met veel plezier, maar toen gingen mijn nekharen ervan overeind staan.”
“Ik was gewend alles altijd voor de volle 200% te doen. Als ik op het werk een kastje opentrok, ruimde ik dat ook gelijk op. Ik rangschikte de handschoenen en de gaasjes weer netjes. Ondertussen zag ik veel collega’s die dat niet deden. Als ik het nu eens ook niet doe, omdat ik er simpelweg geen zin in heb, weet ik dat er niemand wakker van zal liggen.”
“Toen ik aan de beterende hand was en weer aan het werk ging, werd ik door mijn collega’s met open armen ontvangen. Het was fijn ze wisten wat er speelde en begrip hadden voor mijn situatie. De beste tip die ik kan geven als je stress ervaart is: wees lief voor jezelf. Lief op een manier zoals je dat ook voor een vriend of vriendin zou zijn. Vaak zou je hen heel andere adviezen geven dan jezelf, omdat je zelf vindt dat je bepaalde dingen moet doen of er nog wel even bij kunt doen.”
“Aan het eind van dit jaar ga ik weer voor tweeëneenhalve maand op uitzending. Ik heb zin om weer op missie te gaan, want ik hou van de uitdaging die het biedt. Je werkt in een andere omgeving met een nieuw team. Daartegenover staat dat je wel je gezin thuis moet laten. Dit jaar zit ik toevallig heel de decembermaand in het buitenland. Ik vind het heel moeilijk dat ik de kinderen in deze speciale tijd ga missen, de Sinterklaastijd is toch iets magisch voor ze.”
“Voor mijn burn-out keek ik heel anders naar stress. Natuurlijk had ik wel eens momenten dat bijvoorbeeld mijn hartslag sneller ging, maar dat ervoer ik nooit als stress. Ik dacht dat het erbij hoorde en stapte vervolgens over het gevoel heen. Nu begrijp ik dat het stress is en kan ik het beter aanvoelen en er verstandig naar handelen. Af en toe doe ik een stapje terug en ik heb bijvoorbeeld een hulp voor in de huishouding aangenomen. Dat verlicht enorm naast een fulltime baan en een gezin. Bovendien zeg ik nu na een drukke werkweek afspraken in het weekend soms ook gewoon af.”
Maaike heeft haar ervaringen tijdens een missie in Afghanistan beschreven in het boek ‘Oorlog in de operatiekamer’.