Een hoog salaris is niet alles: dit is waarom je juist moet studeren wat je leuk vindt
- Artikel
- 17 apr 2024
- 6 minuten leestijd
Het CPB vindt dat we onze studie moeten kiezen op basis van baankans en salaris. Onzin, zegt afgestudeerd filosoof Bas: "Tijdens mijn studie bedrijfskunde was ik diep ongelukkig."
Tekst: Bas Keemink
Beeld: Unsplash
Ik sta voor een volle collegezaal en wil beginnen met mijn verplichte presentatie, als de docent opeens naar voren komt. Theatraal stelt hij zichzelf voor en vraagt, “en wie ben jij?” Gelach in de zaal. Het klopt dat we elkaar niet eerder hebben ontmoet. Het hele semester ben ik niet naar de les gegaan. Vandaag ben ik alleen maar aanwezig omdat het verplicht is. Ik krijg de benodigde zes, maar echt bevredigend voelt het niet.
Het is een nogal treurig moment uit de tijd dat ik bedrijfskunde studeerde. Meelachen paste totaal bij de rol van ongeïnteresseerde student die ik toen aannam. Het moet voor iedereen duidelijk geweest zijn dat ik niet op mijn plek zat, maar niemand die ooit zei, “goh, misschien moet je wat anders gaan studeren.” De mantra was altijd: maak je opleiding af, want dat is goed voor je toekomst.
Dat advies maakt toekomstig geluk tot vijand van een gezonde studententijd – dat is zonde en bovendien onnodig.
Voorkom een isolement en studeer wat je leuk vindt
Met jaloerse blik lees ik het rapport van het Centraal Planbureau (CPB) waarin staat dat jongeren helemaal geen trek hebben in een opleiding die hen een baan of goed salaris oplevert – ze kiezen veel liever een studie die ze leuk vinden. Dit is een zorgelijke situatie, stelt het CPB. Onzin, vind ik. Ik zou willen dat ik als tiener dit lef had gehad en meteen was begonnen met de studie filosofie. Mijn boodschap aan scholieren is: laat het CPB (of je ouders) lekker kletsen en studeer juist wél wat je leuk vindt.
Na de middelbare school heb je eindelijk de kans om een opleiding te kiezen die je daadwerkelijk leuk vindt. Voor veel mensen is hun studietijd dan ook hét moment om zich te ontplooien en nieuwe vrienden te maken. Een enorme kans die je niet moet laten afpakken door een boomer die beweert dat jouw toekomstige welvaart belangrijker is dan jouw studieplezier.
Een leuke studietijd is niet vanzelfsprekend. Studenten ervaren steeds vaker mentale problemen. Volgens een rapport van het Trimbos-instituut heeft 44 procent van de studenten last van depressieve klachten, prestatiedruk en eenzaamheid. Het is dan ook irritant dat het CPB zich blindstaart op toekomstige welvaart en geen oog heeft voor mentaal welzijn. Juist het volgen van een studie die bij je past, biedt de kans om studiegenoten te ontmoeten bij wie je aansluiting vindt vanwege gemeenschappelijke interesses. Wanneer je een opleiding doet die je niet leuk vindt, is de kans veel groter om in een isolement te raken, met het risico op depressieve klachten en eenzaamheid.
Het doet mij denken aan mijn ervaringen uit mijn bedrijfskundetijd. Ik heb hier geen vrienden aan overgehouden. Mijn medestudenten en ik hadden namelijk niet dezelfde interesses. Dat is ook niet gek, omdat ik bedrijfskunde helemaal niet boeiend vind. Bovendien had ik als student voor het eerst de vrijheid om niet naar college te gaan, dus ging ik nauwelijks. Liever zat ik te blowen op de bank van mijn studentenhuis en films te kijken, waardoor ik mij afzonderde van mijn studiegenoten.
Ik schaamde me zelfs een beetje voor mijn opleiding. Als ik mensen ontmoette en zij naar mijn studie vroegen, probeerde ik er altijd omheen te draaien. Kortom: genoeg redenen om met deze opleiding te stoppen. Na lang uitstellen durfde ik eindelijk definitief een andere weg in te slaan en ging ik filosofie studeren. Dit was een goede keuze. Ik raakte meteen bevriend met mijn medestudenten en volgde ieder college met veel plezier. Wanneer ik met uitgaan nieuwe mensen tegenkwam en er werd niet naar mijn studie gevraagd, dan moest ik mezelf inhouden om er niet de hele tijd zelf over te beginnen.
Je studierichting is niet bepalend voor je carrière
Voordat ik publiekelijk durfde toe te geven dat ik filosofie ging studeren, vertelde ik mijn omgeving eerst dat ik overwoog om naar geschiedenis of filosofie te switchen. Het bemoedigendste advies dat ik kreeg was dat ik dan maar voor geschiedenis moest gaan – want in filosofie is nog minder werk te vinden. Dit advies kwam voort vanuit dezelfde zorgen als die van het CPB: de gedachte is dat je niets hebt aan een studie zonder baanzekerheid.
Het klopt natuurlijk dat sommige studies meer zekerheid geven op een baan dan andere. En als je baanzekerheid belangrijk vindt, studeer dan vooral een studie die jou die zekerheid biedt. Anderzijds vind ik het nogal een pessimistisch standpunt om te denken dat een studie zonder baanzekerheid meteen slecht is voor je carrière. Veel mensen vinden na hun studie gewoon werk, maar vaak in een ander veld dan hun studierichting.
Meer dan de helft van de beroepsbevolking heeft sowieso een baan die niet aansluit op hun studierichting. Dit merkte ik ook toen ik filosofie-alumni interviewde om te onderzoeken welke mogelijkheden ik had na mijn studie. Een van de mensen die ik interviewde was een bankier. Hij vertelde dat banken graag studenten werven met een achtergrond in filosofie, maar ook in kunst of andere geesteswetenschappen. Ieder jaar studeren duizenden mensen af van de opleidingen bedrijfskunde en bedrijfseconomie, die allemaal op dezelfde manier hebben leren denken. In teken van diversiteit willen banken graag jonge mensen aantrekken die vanuit een ander perspectief naar problemen kijken en leiden hen vervolgens intern op. Het probleem is alleen, voegde de bankier daaraan toe, dat veel filosofen het moreel verwerpelijk vinden om bij een bank te werken.
Het CPB kan dan ook wat opsteken van deze filosofen. Een goed salaris en economische groei zijn namelijk niet de enige factoren die een ‘goede carrière' definiëren. Werkplezier, mentale gezondheid en moraliteit zijn op zijn minst net zulke belangrijke factoren bij het inrichten van je leven. Gelukkig lijken jongeren, in tegenstelling tot het CPB, zich hier wel van bewust te zijn.