Waarom de combinatie religie en seksueel misbruik zo vaak opduikt in de media
- Interview
- 12 jun 2017
- 6 minuten leestijd
Seksueel misbruik in de katholieke kerk, misstanden in protestantse geloofskringen en nu is het dus weer raak bij de Boeddhistische gemeenschap. Hoe komt het toch dat het steeds weer religieuze stromingen in Nederland zijn die in een kwaad daglicht komen te staan? En waarom blijven deze excessen zo lang in de doofpot zitten?
Je kunt er inmiddels bijna de klok op gelijk zetten. Eens in de zoveel maanden duikt er weer een bericht op over seksueel misbruik. En geregeld gebeurt dat in een religieuze context.
Ook een overeenkomst in deze stortvloed aan affaires van seksueel misbruik is dat slachtoffers lang het leed dat hun is aangedaan bij zich houden. Vaak uit angst verstoten te worden uit de religieuze gemeenschap.
Maar is er een rode lijn in al deze zaken te vinden? Hilde Bakker is senior adviseur bij Movisie en expert op het gebied van seksueel geweld in religieus en cultureel traditionele omgevingen. We vroegen haar of er echt een verband is in al deze misbruikzaken.
In de komende uitzending brengen we een groot verhaal over misbruik in de Boeddhistische gemeenschap. Bent u verbaasd dat het zelfs in deze kringen nu ook opduikt ?
“Nee, verbaasd ben ik hier eerlijk gezegd niet over. Zo uniek is het helaas niet wat er in die Boeddhistische centra gebeurt. Het gaat om een gesloten gemeenschap en er zijn religieuze leiders die een enorm aanzien genieten. Dat zijn risicofactoren.”
Waar zit ‘m dat in, dat extra risico?
“Wat je vaak ziet bij geestelijk leiders is –omdat ze op een enorm voetstuk staan- ze ook in hun eigen onaantastbaarheid zijn gaan geloven. Ze worden op handen gedragen door de gemeenschap en nergens in gecorrigeerd. Als zij seksueel misbruik plegen gieten zij hier dikwijls een “religieus sausje” over heen: de spirituele en de seksuele ervaring worden aan elkaar verbonden, waardoor er geen sprake meer van misbruik lijkt te zijn. Als je samen iets seksueels beleeft, dan kan de pleger dit presenteren als iets heel bijzonders. Dan sta je als het ware in contact met God. Slachtoffers raken hierdoor extra in de war. Maar door de vaak onaantastbare positie van de religieuze pleger, worden zij niet geloofd als zij – vaak na heel lange tijd - over het misbruik gaan praten
Maakt deze “religieuze” rechtvaardiging het extra traumatisch voor slachtoffers van seksueel misbruik?
“Ja, je ziet vaak dat slachtoffers naast een trauma vanwege seksueel misbruik, in een geloofscrisis terecht komen hierdoor. Ze raken in vertwijfeling over hun geloof en raken het kwijt, omdat het lijkt alsof het misbruik van “hoger hand” is goed gekeurd. Bij seksueel misbruik in gezinnen waar het geloof een belangrijke rol speelt zie je soms ook dat die religieuze connectie een rol speelt. Ik hoorde bijvoorbeeld over een vader die- voordat hij misbruik ging plegen- het slachtoffer dwong om samen een gebed te doen tot God. Je kunt daardoor als slachtoffer het idee krijgen dat God het goed vindt, omdat deze ermee ingestemd heeft. Dat maakt het trauma van slachtoffers extra ernstig.”
Veel mensen wijzen het celibaat als oorzaak aan van alle ellende, vindt u dat een logische verklaring?
“Dat is een vaak gehoord argument, maar hier is geen bewijs voor te vinden. Je hebt immers ook religieuze leiders als dominees- die gewoon getrouwd zijn en kinderen hebben- die misbruik plegen. Ik denk dat het gegeven dat jongens al heel jong in internaten of kloosters moeten wonen om tot monnik of priester opgeleid te worden een grotere risicofactor vormt. In deze gesloten gemeenschappen zijn ze afhankelijk van de oudere priesters en monniken, die veel macht en aanzien hebben en daar niet zelden misbruik van maken. De jongens zijn-zonder de bescherming van hun ouders- volledig van hen afhankelijk. Tegelijkertijd komen zij in de puberteit ,een leeftijd dat hun seksualiteit tot ontwikkeling komt. Dat is een periode waarin ze erg zoekende zijn en dus ook heel kwetsbaar. Omgang met vrouwen is in deze gemeenschappen niet aan de orde.“
U heeft een verkennend onderzoek gedaan naar huiselijk geweld in orthodox protestantse gemeenschappen en naar preventie van seksueel misbruik in de kerken. Is er een parallel aan te wijzen in al die zaken van seksueel misbruik in deze gemeenschappen?
“Laat ik voorop stellen dat seksueel misbruik-vooral van kinderen en jongeren-een groot maatschappelijk probleem vormt. Het komt ook in gezinnen en groepen zonder enige religieuze context veel voor. Maar wat wel een belangrijke overeenkomst is dat mensen en dat geldt zeker voor kinderen –met name in een gesloten religieuze en culturele gemeenschap- vaak geleerd hebben om gehoorzaam te zijn aan de autoriteit, bijvoorbeeld de vader of de dominee. Wanneer je opgroeit in een gemeenschap met duidelijke regels en codes -waarvan je niet mag afwijken- heb je vaak niet geleerd om zelfstandig en kritisch te denken. Seksualiteit is hier een taboe onderwerp, waarover niet gepraat mag worden, waardoor je niet leert wat ‘normaal’ en ‘niet normaal’ is. Schaamte over wat je overkomt verhoogt de drempel om over misbruik te praten.”
Waarom blijven veel van dit soort zaken zo lang in de doofpot?
"In een gesloten gemeenschap bestaat de neiging om de vuile was niet buiten te hangen, om gezichtsverlies te voorkomen. Men wil vooral het beeld naar elkaar en naar buiten in stand houden dat alles goed gaat. Heel vaak wil men de misstanden gewoon niet zien, slachtoffers niet geloven en zelfs afstraffen, waardoor misbruik heel lang door kan blijven gaan. Gevolg is dat slachtoffers zich enorm eenzaam voelen en in de kou staan.”
Het probleem van seksueel misbruik lijkt zo gigantisch te zijn. Waar moet je in vredesnaam beginnen met dit aan te pakken?
“Er gebeurt absoluut een hoop. Ook vanuit de overheid zijn er campagnes geweest. Maar gezien de enorme omvang van het probleem is het nooit genoeg. De kern is dat ook binnen deze gemeenschappen het onderwerp uit de taboesfeer komt, we moeten het echt bespreekbaar maken. Bijvoorbeeld mensen die een vertrouwenspositie hebben als religieus leider, moeten daar beter in worden begeleid. Zij kunnen kwetsbaar zijn om in een bepaalde situatie gevoelens te krijgen die -als ze niet weten hoe die te hanteren-tot grensoverschrijdend gedrag kunnen leiden. Zij moeten deze risico’s leren onderkennen en weten wat je daar vervolgens mee moet doen. En natuurlijk is er beleid nodig om slachtoffers goed op te vangen. Hun belang moet voorop staan. Klachten moeten zeer zorgvuldig worden opgepakt en onderzocht worden.