Als wit persoon moet ik mijn podium delen met anderen
- Artikel
- 17 dec 2020
- 13 minuten leestijd
De komende tijd kijk ik, een witte vrouw van 22, diep en lang in de privilege-spiegel. Dit is deel 2 van mijn belangrijkste conclusies over racisme en mijn eigen witte privilege.
Nu ik me de laatste tijd veel aan het inlezen en verdiepen ben in racisme, ben ik me (nog meer) bewust van mijn eigen witte privilege. Zo merk ik dat ik de laatste tijd vaker bewust de discussie aan ga met andere mensen. Zo was ik laatst met een vriendin aan het koken. Ze begon over mijn vorige artikel en dit eindigde in een interessante discussie waarin we onze meningen met elkaar deelden. Zo vond zij het verschil tussen de woorden ‘blank’ en ‘wit’ verwarrend en daarna hebben we het over bepaalde labels en benamingen gehad. Zelf vond ik het namelijk niet verwarrend: het woord ‘blank’ heeft namelijk een negatieve lading door de geschiedenis, en dit heb ik dan ook aan haar uitgelegd. Normaal zou ik een lastige, gevoelige opmerking sneller langs me heen laten glijden, maar nu heb ik bijna altijd de behoefte om er op een kritische manier op te reageren. Ondanks dat we het soms niet met elkaar eens waren, konden we er op een respectvolle manier met elkaar over praten. Ik probeer mijn witte vrienden en familieleden allemaal bewuster te maken van hun privilege door het er samen over te hebben.
Ik vertelde hen bijvoorbeeld dat ik - en zij ook - eigenlijk heel veel geluk hebben met de maatschappelijke positie waarin wij zijn opgegroeid. Veel van hen zijn zich wel een beetje bewust van hun privilege, begrijpen het ook, maar ondernemen niet bewust actie, iets dat ik voor mijn zoektocht zelf overigens ook niet deed. Samen hadden we het over de dingen die we wel kunnen doen, zoals vaker het gesprek aan gaan en het vaker met anderen hebben over ons witte privilege. Na ieder gesprek voelde het weer als een opluchting dat ik er niet alleen voor sta. Actie ondernemen is namelijk veel leuker en productiever als je het samen doet.
Ook ben ik niet meer zo snel bang om het verkeerde te zeggen, iets waar ik hiervoor nog wat meer moeite mee had. Ik heb geleerd dat er in binnen een discussie altijd ruimte is voor fouten en dat het maken van een fout niet meteen betekent dat je een slecht mens bent. Juist door fouten te maken en soms het verkeerde te zeggen, kun je ervan leren en daarna je mening of houding bijschaven aan nieuwe, betere standaarden. Onze identiteit en houding liggen namelijk niet vast. Dat ik in het verleden een neutrale houding aannam, betekent dat niet dat ik mijn gedrag niet meer kan aanpassen. Momenteel probeer ik een actieve en ondernemende houding aan te nemen als het gaat om racisme. Ik hoop dat ik in de toekomst nog meer (ongemakkelijke) gesprekken kan voeren over anderen maar vooral ook over mezelf.
Voor mijn eerste deel ‘Ik verdiepte me in mijn witte privilege en dit is wat ik leerde’ las ik de boeken So You Want To Talk About Race van Ijeoma Oluo en How to Be an Antiracist van Ibram X Kendi. Deze boeken hebben mij persoonlijk veel gebracht.
Van hen leerde ik bijvoorbeeld dat een neutrale houding aannemen niks doet om het probleem van racisme op te lossen. Ik dacht dat ik goed bezig was door een neutrale houding aan te nemen, maar dat is dus niet het geval. Het beste is om een anti-racistische houding aannemen en het gesprek aan te gaan zonder bang te zijn om op je bek te gaan. Dit doe ik nu dus vooral door bewust over het onderwerp te praten en de discussie aan te gaan. Wel concludeerde ik zelf dat je in de gaten moet houden hoe je dit activisme kan bewerkstelligen in je dagelijks leven: je tijd is beperkt en je kan niet alles goed doen zonder er zelf aan onderdoor te gaan. Kijken wat lukt dus.
Ondanks dat het racisme mij niet treft, is het zeker mijn taak om iets aan het probleem te doen. Ik vind het vervelend als mensen doen alsof er niks aan de hand is en als ze hun privilege ontkennen. Ergens begrijp ik wel hoe dat precies gebeurt. Als wit persoon heb je namelijk al heel snel de mogelijkheid om in een eigen bubbel te leven, zonder geconfronteerd te worden met het probleem. Je hebt er persoonlijk namelijk geen last van. Het is daardoor makkelijk om niet over je eigen witheid na te denken of het nooit te hoeven onderzoeken.
Nu is het dus mijn verantwoordelijkheid om me bewust te worden van mijn privilege door me in te lezen, te luisteren en te leren van anderen. Mijn bevindingen deel ik graag met de rest. Pas als iedereen zich bewust is van het probleem, kunnen we er iets aan doen. Verder met mijn zoektocht dus.
Negatieve reacties
Nadat mijn eerste stuk gepubliceerd was, werd ik gebombardeerd met reacties op sociale media én door de mensen die ik persoonlijk ken. Deze negatieve comments hebben mij aan het denken gezet. Ook mede dankzij deze reacties ga ik nu vaker en bewuster de discussie over racisme aan. Deze commentaren liepen echter extreem uiteen: de een vond mij dapper en de ander vond mij ‘naïef’ of een ‘kuiken’. Ik schrok best wel van deze reacties: ik had mezelf opengesteld en in een kwetsbare, eerlijke positie gezet en dit is van sommigen de respons.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik me zeker een dag flink rot heb gevoeld. Ik nam de reacties en meningen van mensen die mij en het verhaal kortzichtig vonden persoonlijk. Later bedacht ik me dat de meeste ontkennende en gemene reacties eigenlijk niet over mij gingen. Ze kennen mij helemaal niet en baseren hun mening op één artikel dat ze van mij hebben gelezen. Aan de manier waarop ze reageren vinden ze het waarschijnlijk zelf moeilijk vinden om geconfronteerd te worden met hun witte privilege. Of misschien nemen ze hun witte privilege niet zo serieus. Dit is ook niet zo gek omdat veel mensen zich waarschijnlijk nog niet verdiept hebben of te weinig weten over het onderwerp.
Om zelf op onderzoek uit te gaan lees ik de komende maanden verschillende boeken over racisme en wit privilege. In een driedelige serie neem ik jullie mee in mijn zoektocht naar antwoorden en meer zelfbewustzijn.
Deze maand las ik het boek Hallo witte mensen van de Nederlandse schrijver Anousha Nzume. In dit boek legt Anousha uit hoe je als wit persoon je eigen privilege kan erkennen. Volgens haar is dit noodzakelijk om te kunnen begrijpen hoe racisme in deze maatschappij werkt en hoe je het vervolgens kunt aanvechten. Het is dus een soort handleiding voor witte mensen in Nederland.
Dit is wat ik van Anousha Nzume leerde.
Witheid is de norm
“De helden, intelligente, de knappe en succesvolle mensen met complexe karakters wier verhalen we te zien krijgen, zijn doorgaans wit, terwijl we van mensen van kleur en zwarte mensen vooral vlakke, stereotiepe en ondersteunende karakters te zien krijgen”, stelt Nzume in haar boek.
Nadat ik deze passage las, ging ik diep nadenken over de films die ik kijk en de boeken die ik lees. Als eerste voorbeeld neem ik even mijn lievelingsfilm Léon: The Professional – overigens wel al redelijk oud, uit 1994. Het is een film die ik inmiddels al tig keer heb gekeken. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nooit bewust naar de diversiteit van de cast heb gekeken. Ik google even en kom om IMDB een lijst tegen van de hele cast. Ik scrol er doorheen en zie inderdaad dat alle belangrijke rollen en hoofdrollen worden gespeeld door witte acteurs. Als ik wat naar beneden ga zie ik één zwart persoon voorbij komen, in de bijrol van een politieman. Dit was te verwachten.
Ik loop naar mijn boekenkast en ga met mijn ogen één voor één de planken af. In de meeste verhalen – op de boeken die ik de laatste tijd koop na omdat ik bewuster ben – speelt inderdaad een wit persoon de hoofdrol. Zelf ben ik opgegroeid in een maatschappij waarin er altijd rolmodellen waren die op mij lijken en waar ik mijzelf mee kan identificeren. Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn om jezelf nauwelijks, of zelfs helemaal niet, te kunnen herkennen in films, boeken of kunst.
Witheid is dus de norm, en volgens Nzume is het hiërarchisch van karakter. Pas als we hier als witte mensen bewust van zijn, kan er meer ruimte komen voor diversiteit. Het is onze taak om de hiërarchie te onderzoeken en deze ruimte voor diversiteit te creëren. Dit doe je door je goed in te lezen, te bestuderen, te leren en te luisteren. Ook is het volgens Nzume belangrijk om je juist bewust te zijn van kleur.
Ik was me hiervoor veel minder bewust over de diversiteit in de films die ik kijk en de boeken die ik lees. Hier ga ik de komende tijd sowieso meer op letten. Hoe meer mensen zich hier bewust van zijn, hoe meer diversiteit gepromoot wordt en hoe meer diverse films en boeken er zullen zijn.
Wees je wél bewust van kleur
Op Facebook reageerden veel mensen met het statement dat ‘wit’ het verkeerde woord is en dat we ‘blank’ moeten blijven gebruiken. Ik wist wel dat de termen inmiddels officieel veranderd waren, omdat wit een fijnere betekenis heeft, maar ik wist niet precies waarom. Dus waarom is dit dan zo? Het woord blank vind je ver in de geschiedenisboeken terug. Tijdens de gehele koloniale geschiedenis werd het woord door witte mensen gebruikt om hun eigen afkomst te beschrijven, stelt Nzume in haar boek. Het woord werd echter gebruikt als het tegenovergestelde van het n-woord. ‘Blank’ werd dus gezien als het toppunt van civilisatie. Omdat het woord dus zo’n pijnlijke geschiedenis heeft, is het beter om het woord wit te gebruiken en hier als wit persoon bewust mee om te gaan. Als iemand in een gesprek het woord blank gebruikt, is het dus voor mij – en voor jullie misschien ook wel – van belang om ze hier bewust van te maken.
Volgens Nzume is het juist goed om ons bewust te zijn van kleur, hoe scheef dat voor sommigen ook klinkt. Witheid is onzichtbaar omdat de meeste mensen hun witheid nooit onderzoeken. Als je zegt dat huidskleur niet belangrijk is, dan negeer je de machtsstructuur die gebouwd is op basis van kleur - iets dat nu eenmaal wel bestaat.
Ik deed het zelf ook: in mijn vorige stuk zei ik al dat ik eerst een neutrale houding aannam als het gaat om racisme. Hierdoor dacht ik dat het ook beter was om kleur te negeren, omdat ik dat zag als niet-racistisch zijn. Ik begrijp dat veel mensen hier ook zo over nadenken. Want het klinkt scheef om bewust met kleur bezig te zijn als je juist wil dat iedereen als gelijke wordt gezien, toch? Ondanks dat moeten we het toch erkennen, want het negeren zorgt er juist voor dat het probleem in stand blijft. Met andere woorden: als je geen kleur ziet, zie je ook geen racisme.
Natuurlijk streven we naar een wereld waarin iedereen gelijk is en waar kleur niet uitmaakt, maar ik ben het er zeker mee eens dat het nu nog belangrijk is om het juist wel te erkennen. Want pas als ik me bewust ben van mijn kleur wit, kan ik me ook bewust zijn dat mijn huidskleur ook zorgt voor bepaalde privileges.
Deel je ruimte met anderen
“Een van de belangrijkste vormen van bondgenootschap is ruimte delen met anderen”, stelt Nzume in haar boek. Voor witte mensen betekent dit dat je zwarte mensen vaker een podium kan geven en zelf iets vaker op de achtergrond mag verdwijnen. Ik ben het er niet mee eens dat je hierdoor als wit persoon minder podium zou moeten hebben als een persoon van kleur. Wel hebben witte mensen momenteel vaker een podium, en iedereen zou gelijke kansen moeten krijgen. Ik ben dus voorstander van een gelijke verdeling.
Neem bijvoorbeeld Keti Koti dat ieder jaar op 1 juli gevierd wordt om de afschaffing van de slavernij te herdenken. Het is een belangrijke dag voor mensen van kleur, omdat afschaffing van de slavernij voor hen een cruciaal moment geweest is in de geschiedenis. Het zou zou leuk zijn als dit feest meer bekendheid krijgt en net als alle traditionele Nederlandse feestdagen ook gevierd wordt. Want waarom krijgt dit feest veel minder aandacht terwijl het net zo belangrijk is als alle andere?
Ook in mijn eigen werkveld heb ik de mogelijkheid om met ruimte te delen met anderen. Als journalist en schrijver kies ik zelf mijn bronnen en bepaal ik wie er in mijn verhalen staan. Het is dus mijn taak om de stemmen van anderen te versterken. Ik heb al het idee dat ik mijn interviewkandidaten de laatste tijd zorgvuldiger uitkies: meer vrouwen en meer mensen van kleur. Door dit vast te houden, en ook andere journalist-collega’s om me heen te inspireren hoop ik bij te dragen aan een diverser mediabeeld waarin iedereen een vergelijkbaar rolmodel tegenkomt en niet alleen witte mensen.
Maar mijn zoektocht is nog lang niet klaar - misschien wel nooit. Volgende maand lees ik het boek Me and White Supremacy van Layla F. Saad. Het is aan mij om mijn positie van macht en privilege nog dieper te onderzoeken en deze bevindingen vervolgens te delen met de rest van de wereld.
Ook geïnteresseerd? Lees met mij mee, en haal ook Hallo witte mensen van Anousha Nzume in huis.