Word je emotioneel weerbaarder of juist kwetsbaarder van de vrije school?
De vrije school is populairder dan ooit. Denise was vroeger mild-jaloers op de mensen die op de vrije school naast haar middelbare school zaten, maar vraagt zich af: word je een softie van de vrije school, of juist een all-round stabiel mens, klaar voor de toekomst?
Naast de middelbare school waar ik op zat stond een vrije school. Ik keek altijd met veel belangstelling naar dat schoolplein. Enerzijds was ik jaloers: leerlingen daar kregen naailes, er waren feesten waarbij je over vuur moest springen, drama was een eindexamenvak en bij bijna elke les maakten ze tekeningen. Wat me het meeste aansprak was dat iedereen zo zichzelf leek te kunnen zijn, zonder daarbij te worden uitgelachen door medeleerlingen. Aan de andere kant leek het me niet de beste voorbereiding op het ‘echte leven’. Ik was bang dat ik een watje zou worden als ik naar de vrije school zou gaan. Dat lag ook aan mijn ouders: volgens hen leerde ik op een ‘normale’ school beter voor mezelf opkomen.
Maar klopt dat? Word je een watje, of word je een all-round superstabiel mens dat volledig is uitgerust om het woelige moderne leven glansrijk te doorstaan? Hoe is het nou echt om op de vrije school te zitten?
De vrije school is tegenwoordig ontzettend populair. Tussen 2008 en 2018 kwamen er zo’n 7000 vrijeschoolleerlingen bij. Dat is een groei van ongeveer 38% en dat betekent dat in 2018 27.500 leerlingen in Nederland vrijeschoolonderwijs volgden. Vooral de vrije middelbare scholen maakten een groeispurt door. Volgens De Vereniging van Vrije Scholen zijn de voornaamste redenen voor ouders om voor de vrije school te kiezen de lagere prestatiedruk en de nadruk op de brede vorming van het kind.
Maar goed, wat levert dat het kind op? Om die vraag beantwoord te krijgen, legde ik ze eens voor aan mensen die op zo’n school hebben gezeten. Ik sprak met twee oud-vrijeschoolleerlingen over hun ervaringen: Minke Gastreich (24), die met veel plezier de vrije school heeft afgemaakt, en met Philippe van der Meer (18), die de eerste vier jaar van zijn middelbare schooltijd naar dezelfde school ging als Minke, maar daarna switchte naar een niet-vrije middelbare school. Voor duiding bij de verhalen van Minke en Philippe belde ik met Aziza Mayo, lector Waarden van het vrijeschoolonderwijs aan de Hogeschool Leiden.
Acceptatie
Wat ik als eerste wil weten: is het daadwerkelijk zo dat je eigenheid op de vrije school volledig geaccepteerd wordt? Philippe merkte op zijn tweede school - geen vrije school dus - in ieder geval een flink verschil: op die nieuwe school werd regelmatig gediscrimineerd. Toen een vriend op zijn andere middelbare school hem vertelde dat hij op jongens viel, heeft Philippe dat de rest van zijn schooltijd geheimgehouden. “Hij had niet eens tegen mij gezegd dat ik het aan niemand mocht vertellen, maar ik wist wat hij over zich heen zou krijgen als mensen erachter zouden komen dat hij homo was.”
Ik denk dat je pesten nooit helemaal kunt uitbannen
Volgens Minke is de vrije school niet helemaal vrij van discriminatie of uitsluiting: “Ik had op de vrije school een jongen in de klas die autisme had. Hij hielp de roostermaker van onze school en zorgde er zo voor dat onze klas altijd het fijnste rooster kreeg. Hoewel de klas dat waardeerde, was hij toch te anders, waardoor hij vaak alleen was en af en toe gepest werd. Ik denk dat je pesten nooit helemaal kunt uitbannen.”
Aziza Mayo: “Op de vrije school ben je jezelf, maar je bent niet op jezelf - je bent altijd onderdeel van een groep. Waarden als solidariteit en gelijkwaardigheid zijn daarom ook heel belangrijk binnen de vrije school. Je zult je dus als individu ook voor een deel moeten invoegen en dat lukt niet altijd. In het voorbeeld van de autistische jongen gebeurt dat wel wanneer hij aan het rooster voor de klas werkt, maar de rest van de tijd niet. Dan staat hij aan de rand van de groep en schuurt zijn individualiteit met de behoeften van het grotere geheel, in dit geval de klas.”
Weerbaarheid
Mijn tweede vraag gaat over weerbaarheid: word je een watje of juist een stabiele topper? Volgens Minke is het niet zo dat je na de vrije school zonder ruggengraat de wereld in wordt geworpen. Integendeel: “Op school was er veel meer aandacht voor je kwaliteiten dan voor je tekortkomingen. Je werd ook actief gestimuleerd om iets met die kwaliteiten te doen, ook al vond je dat eng. Zo moest ik als klein, verlegen meisje ooit de boze koningin spelen in een toneelstuk. Achteraf voelde ik me heel trots. Dankzij de vrije school sta ik nu steviger in mijn schoenen, denk ik.”
Aziza Mayo heeft met haar lectoraat onderzoek gedaan naar hoe oud-vrijeschoolleerlingen vormgeven aan hun leven. Akke Faling nam diepte-interviews af bij een diverse groep van twaalf oud-vrijeschoolleerlingen tussen de 35 en 42 jaar oud. Ze stelde vragen gerelateerd aan opleiding en werk, relaties en sociale verbanden, en persoonlijke ontwikkeling en initiatief. Hieruit bleek onder meer dat deze mensen het gevoel hebben dat ze goed weten wat ze willen, zonder zich daarbij al te veel te laten beïnvloeden door anderen. Daarnaast zijn ze van mening dat je niet het slachtoffer bent van de situatie waar je je in bevindt.
Lees ook
Hoe het IQ van je vroegste makker jouw intelligentie beïnvloedt
Keuzes maken die tegen de verwachtingen van de maatschappij ingaan duidt op zelfvertrouwen, maar dat betekent niet dat het voor oud-vrijeschoolleerlingen makkelijk is om die keuzes te maken. Mayo: “Wat je ziet is dat mensen die de vrije school hebben gedaan goed aanvoelen wat de juiste keuze is, omdat ze op school zowel hebben geleerd om te onderzoeken wie ze zijn, als wat ze met hun kwaliteiten kunnen en willen bijdragen aan de wereld. Je hoort ook vaak van die oud-leerlingen hoe prettig ze het vonden dat ze zo zichzelf konden zijn op school.”
De kosten van vrijheid?
Enerzijds kun je op de vrije school kennelijk blauw haar nemen zonder uitgelachen te worden. Anderzijds kan ik me voorstellen dat die grote ruimte om jezelf te zijn ervoor zorgt dat eventuele problemen in je ontwikkeling niet zo snel geconstateerd worden. Dat overkwam Philippe: “Het liep bij mij een beetje klem op school. Ik heb dyslexie en ADHD en kreeg niet de ondersteuning die ik nodig had.”
Minke herkent dat laatste. “Hoewel ik echt het gevoel had dat er naar me werd omgekeken, werd er pas in de laatste klas van de middelbare school dyslexie bij mij geconstateerd. En dat terwijl ik er best hard aan moest trekken op het vwo.”
Ook Mayo erkent dat dit een probleem is dat voorkomt op vrije scholen: “Op de vrije school wordt het niet als problematisch gezien als je in je eigen tempo leert, dus men gaat ook niet zo snel op zoek naar verklaringen als je tempo iets lager ligt” legt Mayo uit. “Daardoor kunnen kinderen met leerproblemen zich soms niet gezien voelen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor kinderen die hoogbegaafd zijn. Ik heb wel het idee dat er op de vrije school nu meer aandacht is voor dat probleem, maar het blijft een vraagstuk.”
Op de vrije school wordt het niet als problematisch gezien als je in je eigen tempo leert, dus men gaat ook niet zo snel op zoek naar verklaringen als je tempo iets lager ligt
Aan het eind van mijn gesprek met Minke vertelt ze me over haar verbazing als studievrienden niet weten hoe bepaalde bomen heten, wat bepaalde groente- en fruitsoorten zijn en hoe je een vuurtje maakt. Ik voel mijn jaloezie weer de kop opsteken. Toch weet ik niet of het veel had uitgemaakt als ik naar de vrije school was gegaan. Philippe zegt stellig dat hij niet denkt dat je op de vrije school meer of minder weerbaar wordt. “Volgens mij is er weinig verschil tussen middelbare scholen op dit vlak.”
Minke is overwegend positiever: “Ik zou het alleen niet ‘weerbaar’ of ‘zelfverzekerd’ noemen. Het zit ‘m meer in het gevoel dat ik meer durf. Ik stap makkelijk op mensen af en vind het geen probleem om een presentatie te geven.” Ook Mayo sluit ons interview af met een ‘maar’: “Het vermogen dat oud-vrijeschoolleerlingen hebben in het maken van authentieke keuzes kan hen helpen om met moeilijke situaties om te gaan, maar kan ook een gevoel van tekortschieten oproepen wanneer dat wat ze kiezen nog niet lukt.”
Daar komt bij dat waar je op een reguliere school prestatiedruk kan ervaren, het op de vrije school kan gebeuren dat er over eventuele problemen, zoals dyslexie, wordt heen gekeken. En hoewel je op de vrije school meer jezelf kan zijn, is het niet zo dat er nooit wordt gepest en “iedereen bijzonder aardig tegen je doet als je binnenloopt”, zoals Philippe me nog even duidelijk maakte.
Als ik met Mayo bel voor een laatste vraag zit mijn moeder naast me. “Interessant gesprek,” zegt moeke na afloop, “maar ik vraag me af hoe weerbaar je wordt in zo’n veilige omgeving.” - “Dat is precies waar mijn artikel over gaat,” zeg ik. “En, weet je het nu?”, vraagt ze. “Ik weet het nog steeds niet zeker”, zeg ik.