Nargesse Bibimoune is tien jaar oud wanneer ze besluit een hoofddoek te dragen. Haar moeder reageert vertwijfeld.
Zou ze dat nou wel doen, zo jong? Ze wil niet dat haar dochter problemen krijgt op school. “Je kiest voor een bepaald leven, meisje”. Maar Nargesse houdt voet bij stuk. Zij vindt het prachtig: de verschillende stoffen, de bonte kleuren – het maakt haar af, vindt ze. Met een hoofddoek op voelt ze zich een compleet mens.
In 2004, wanneer Nargesse net op de middelbare school zit, verandert alles: de ‘laïcitéwet’, de Franse interpretatie van scheiding tussen kerk en staat, wordt strenger. Vanaf dat moment is het verboden om op school religieuze symbolen te dragen, zoals keppeltjes op je hoofd, een kruis om je nek en een hoofddoek om de haren te bedekken.
“Sindsdien kan ik me geen enkel jaar herinneren waar jij geen slachtoffer was van een opmerking, van debat, discriminatie, een gebaar, een blik, een belediging.”
Dat schrijft Nargesse in haar vorig jaar verschenen boek Confidences à mon voile, een relaas in dagboekvorm gericht aan haar hoofddoek. Daarin beschrijft ze hoe het laïcitédebat haar leven als puber en jongvolwassene beheerst, van het eerste hoofddoekjesverbod in 2004 tot de boerkinirel vorig jaar zomer. “Ik hekel Frankrijk omdat ik met mijn rug naar de muur sta. Ik hekel Frankrijk omdat het me niet accepteert zoals ik ben.”
Nargesse beschrijft hoe jonge moslima’s het steeds moeilijker hebben in Frankrijk. Vooral na de aanslagen in Parijs en Nice zou de moslimhaat zijn toegenomen. “Bijna veertien jaar draag ik je nu, meer dan de helft van mijn leven. En toch heb ik het niet zo zwaar gehad als in de afgelopen tijd. Ik besloot om, na terug te zijn van een spirituele reis, je niet meer af te doen bij het werken.”
Omdat Nargesse weigert haar hoofddoek af te doen is het voor haar heel moeilijk om aan een baan te komen. “En sinds ik die keuze maakte, heb ik honderden afwijzingen gekregen voor allerlei baantjes. Baantjes die ik eerder, zonder hoofddoek, nog makkelijk kon krijgen. “
Het ontmoedigt haar, maar geeft haar ook inspiratie om in actie te komen. Dat doet ze vooral met haar scherpe pen. Schrijven is voor haar dé manier om actie te voeren tegen islamofobie, tegen ongelijkheid en vreemdelingenhaat.