Er bestaan honderden soorten olijven, hier de populairste tien op een rij.
Stokoud, maar we zijn ze nog altijd niet zat. De olijf werd 8000 jaar geleden
al gegeten en is daarmee een van de oudste vruchten. Oorspronkelijk groeide de
boom in Palestina en van daaruit is hij verspreid naar de landen rondom de
Mediterraanse zee, het perfecte klimaat, waar nu de meeste olijven ter wereld
geproduceerd worden. Spanje spant de kroon met 5.276.899 ton per jaar.
Groen tot zwart of gevuld met bijvoorbeeld dat rode flubbertje. In de
supermarkt ligt een hele variatie. Kijk je bij de ingrediënten lees je
bijvoorbeeld: authentieke groene olijven. Veel wijzer word je daar dus niet
van. Alleen de rassen Kalamata, Hojiblanca en Manzanilla worden
vaak wel specifiek genoemd.
Elke olijfboom produceert groene, zwarte en alles ertussen in. In de
natuur verraadt de donkerte van de kleur de rijpheid: hoe donkerder hoe langer
hij aan de boom gehangen heeft. En ook niet heel verrassend is hoe rimpeliger
hoe ouder. De zwarte stevige olijf was voor een chemisch badje eigenlijk groen.
Met de tijd wordt de olijf zachter en de smaak intenser. Maar er zijn er
wel honderden te onderscheiden dankzij de verschillen in regio, klimaat en
behandeling (zo van de boom is een olijf veel te bitter om te eten). Dit is een
lijstje met tien van de meest populaire soorten en hun afkomst.

Geschreven door: Marlou Kusters