De Alpen kun je op verschillende manieren definiëren en Alpenmelk dus ook. De EU neemt de Alpen ruimer dan Zwitserland en ook de Duitse melkindustrie in Beieren houdt er een ruim Alpengebied op na. Hoe zit dat precies? Wat zijn de regels rond de Alpen?
Zwitserland
Zwitserland maakt onderscheid tussen bergproducten en Alpenproducten.
Om de term “bergproduct” te dragen, moeten de grondstoffen afkomstig zijn uit
het berggebied en worden verwerkt in het berggebied. Als de producten buiten
het berggebied verwerkt worden, kan alleen de oorsprong van de grondstoffen
vermeld worden, bijvoorbeeld ‘yoghurt uit bergmelk’.
Alpenproducten
Voor Alpenproducten gelden dezelfde regels als voor
bergproducten, alleen moeten de producten uit het zogenaamde zomergebied komen
(zie kaartje hieronder). Dit betekent dat niet alle melk uit Zwitserland
Alpenmelk is. Alleen de melk die van koeien die zomers de weidegang naar de Alpenweide
maken. Zomerweidegang geldt dan weer alleen vanaf 1200 meter hoogte gemiddeld in
de zomermaanden. Dit is ook de reden dat Alpenmelk maar een beperkt deel van
het jaar verkrijgbaar is. Je kunt de berg- en Alpenproducten herkennen aan de
logo’s. Deze garanderen dat de producten gemaakt zijn volgens de Berg- en
Alpenregelgeving van de Zwitserse overheid.
Alpen Conventie
Volgens geoloog Peter Floor lopen de Alpen tot waar er geen
bergen meer zijn. Maar de Alpen Conventie heeft een ruimere definitie van de
Alpenregio bepaald. Deze strekt zich uit over acht landen: Duitsland,
Frankrijk, Italië, Liechtenstein, Monaco, Oostenrijk, Slovenië en Zwitserland. (zie
kaartje hieronder) Deze landen hebben samen een overeenkomst gesloten die de
bescherming en duurzame ontwikkeling van de Alpen garandeert.
Duitse melkindustrie.
De Duitse melkindustrie gebruikt
nóg een andere definitie van de Alpen. En deze definitie is het ruimst van
allemaal. Ze beroepen zich op een indeling van natuurregio’s van de
Bundesanhalt für Landeskunde. Deze indeling spreekt over het Alpen und
Alpenvorland, een verzamelnaam voor een aantal regio’s in Zuid-Duitsland.
Dit gebied omvat zowel kleine berggebieden als de Noordelijke Kalkalpen, direct
aan de grens met Oostenrijk. Maar het omvat ook gebieden als het Beneden Beierse
Heuvelland en het Donau-Iller-Lech Plateau, waar in geen velden of wegen een
bergtop te bekennen is. De noordelijke grens valt vrijwel samen met de
Donau. (zie gebied 16 en 17 op onderstaande kaart)
De Duitse Melkindustrie (MIV),
een branchevereniging van Duitse melkproducenten en –verwerkers, komt met een
opmerkelijk ruime uitleg. Zij stelt dat álle melk uit het Alpen und
Alpenvorland als Alpenmelk mag worden verkocht. Dus ook melk uit het
Alpenvorland, bijvoorbeeld de vlakke weilanden rond Ingolstadt, telt op deze
manier mee als Alpenmelk. Terwijl Ingolstadt toch op zo’n goeie 165 kilometer
ligt van de Duitse Alpenbergtop Zugspitse. Milka noemt deze vlakke
weilanden trouwens liever ‘voorvalleien van de
Alpen’.
Geschreven door: Maic Oudejans