Complete afleveringen van
Pak de Macht vind je op NPO Start.
De subsidies van de EU
- 13 minuten leestijd
Elk jaar geeft de EU ongeveer 160 miljard euro uit. Een derde daarvan gaat naar landbouw. Dat is dus een slordige 55 miljard voor de biefstuk op je bord, het melk in de schappen en de tomaten in de soep. De subsidies die de boeren daarvoor krijgen, worden verdeeld op basis van de hoeveelheid grond die ze bezitten. "Scheef," denk je nu. Klopt.
Slechts 20% van alle boeren krijgt daardoor 80% van alle subsidies. Bovendien verdwijnt er flink wat geld in zakken van instanties en bedrijven die niets met landbouw te maken hebben.
Zo ontving koningin Elizabeth in 2008 ruim een half miljoen euro, omdat zij grootgrondbezitter is van agrarische grond. Net als prins Albert II van Monaco en de op twee na rijkste man van het Verenigd Koninkrijk, Gerald Grosvenor. Ook Tsjechische premier Andrej Babiš zit er warmpjes bij. In 2018 kreeg hij maar liefst 42 miljoen euro aan overheidssubsidie voor zijn eigen landbouwbedrijf.
Ook grote multinationals als Nestlé, Shell en KLM ontvangen subsidies die bedoeld zijn voor de landbouw.
Belangenverstrengeling
Dat zijn dus subsidies voor mensen en bedrijven die het al best ruim hebben. En daardoor komt veel geld dus helemaal niet terecht bij de boeren die het het hardst nodig hebben. Grote boerenbedrijven die aanspraak maken op al die miljarden aan landbouwgeld, zijn inmiddels onderdeel van de machtsstructuur. Ze praten als Europarlementariërs mee over de verdeling van al die miljarden én over de voorwaarden die eraan gesteld worden. Of ze zitten als regeringsleiders van lidstaten aan de knoppen in de Europese Raad.
In het Europees Parlement zitten Europarlementariërs die daarnaast als boer soms tienduizenden euro’s per jaar aan landbouwsubsidies binnenslepen. Meer dan de helft van de Europarlementariërs die zich in het vorige Europarlement (tot 2019) als lid van de ‘AGRI-commissie’ bezighielden met landbouw, kon volgens Greenpeace gelinkt worden aan de landbouwindustrie. En deze mensen met dubbele petten gaan bijvoorbeeld ook verduurzaming van het landbouwbeleid waar zij zelf als boer mee te maken krijgen. Resultaat: er wordt op dat punt amper vooruitgang geboekt, want verduurzaming klinkt sexy, maar kost geld.
In andere delen van Europa, zoals Hongarije en Tsjechië, zijn het populistische machthebbers – dezelfde die nu hun eigen rechtsstaten ondermijnen en de Europese solidariteit op de proef stellen – die met hun boerenimperia Europese subsidies binnenslepen. Deze gebruiken ze om hun bedrijven nog verder uit te breiden, nog meer land op te kopen, met een nieuw soort feodalisme tot gevolg. Hoe kon het zover komen?
Geschiedenis
Na de traumatische taferelen tijdens de hongerwinter van 1945, werd een stabiele voedselvoorziening een prioriteit van het Europese beleid. Om voedseltekorten voor altijd te voorkomen, stelde Europa het Gemeenschappelijke LandbouwBeleid (GLB) op.
Het GLB moest boeren uit de armoede helpen, en het boerenbedrijf economisch rendabeler maken. De Nederlandse Europarlementariër Sicco Mansholt wilde van alle kleine boeren internationale supersterboeren maken. Zo zou er altijd eten op tafel staan voor de Europese burger en geld in het laatje komen voor de boeren.
Dit betekende wel dat kleine boeren werden gestimuleerd om te stoppen en plaats te maken voor grotere bedrijven. Kleine veldjes werden samengevoegd tot grote kavels. Toen dit in Nederland bleek te werken, breidde Mansholt zijn plannen uit naar de rest van Europa. Zo intensiveerde en ‘industrialiseerde’ het Europese boerenland.
Er werd op steeds grotere schaal geproduceerd, met als doel de opbrengst te maximaliseren en de relatieve kosten te drukken. In hun zoektocht naar winstmaximalisatie teelden deze bedrijven op steeds grotere stukken grond vaak één soort gewas in grote hoeveelheden: de zogeheten monocultuur. Of één soort vee in enorme aantallen. Denk aan de varkensflats zoals we die nu kennen.
De menselijke maat was verdwenen, en de industriële schaal was de norm geworden in de landbouw. Het beleid werkte zelfs te goed: er was een enorme overproductie. Europa werd het continent van de melkplassen, boterbergen en mesthopen. Bovendien werden steeds meer landbouwproducten bestemd voor de export, en niet voor het bordje van de Europese consument.
Door de monocultuur van gewassen ging het pesticidengebruik door het dak. De biodiversiteit verdween, de omliggende natuur ging eraan. Maar het schip was niet meer te keren. Inmiddels is meer dan de helft van het land in Nederland bestemd voor agrarisch gebruik.
De EU
Maar die regeltjes zijn lang niet allemaal even slecht. Dank zij de wetten van de EU:
zijn giftige stoffen voor het verven van legoblokjes verboden
zijn grenzen open tussen landen, en hoef je niet overal je paspoort te laten zien.
mag het kankerverwekkende asbest niet langer worden gebruikt.
wordt je privacy op het internet beschermd (je weet wel, die cookies…)
mag je niet ontslagen worden vanwege je geaardheid.
krijg je je geld terug als je vlucht is gecancelled.
en is je stofzuiger energiezuiniger, wat jou weer centen scheelt, en iets met het milieu.
Nederland is dus redelijk oké met de EU, maar échte verantwoordelijkheid voelen we niet. We stemmen er weleens voor, maar de opkomst lag in 2019 maar op 41,8% procent. Ter vergelijking, de opkomst voor de Tweede Kamerverkiezingen lag dit jaar op 79,1%. Toch blijkt uit onderzoek dat 49% van de ondervraagden in Nederland pro-EU is, 13% is tegen, en de rest is neutraal. Toch hebben we geen idee wie daar eigenlijk aan de knoppen draaien. Europese politici zijn nauwelijks bekend onder Nederlanders.
Dus tijd voor een lesje "Wie bepaalt dat nu eigenlijk allemaal in Europa?"
DE Samenstelling
De Europese Commissie stelt nieuwe wetten voor en handhaaft deze. Daarnaast verdeelt de Commissie de jaarlijkse 160 miljard euro die de EU te besteden heeft. De begroting wordt bepaald door de Europese Raad. Daarin zitten alle 27 regeringsleiders van de lidstaten, waaronder dus Mark Rutte. Als zij samenkomen, noemen we dat ook wel de EU-top.
De wetten die door de Europese Commissie worden voorgesteld, mogen niet zomaar worden ingevoerd. Daarvoor moeten ze eerst nog worden goedgekeurd door het Europese Parlement dat bestaat uit 705 vertegenwoordigers uit de 27 verschillende EU-landen. Zij stemmen ook over de begroting die wordt gemaakt door de Europese Raad. Nederland heeft 29 parlementariërs die in Nederland bij verschillende partijen horen, maar in het Europese Parlement samen met leden van andere Nederlandse en buitenlandse partijen weer Europese partijen vormen.
Zo zitten de Nederlandse parlementariërs van VVD en D66 in Europa bij de Partij van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, en vormt op zijn beurt weer samen met de Europese Democratische Partij (waar geen Nederlanders in zitten) de groep Renew Europe.De meeste Nederlandse afgevaardigden zitten er namens de PvdA. Zij maken deel uit van de Europese fractie Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D).
De zetels zijn als volgt over de Europese partijen verdeeld:
En dan hebben we ook nog de Raad van de Europese Unie met alle vakministers en de Raad van Europa.
Volg je het nog een beetje? En naast de partijen, zijn er natuurlijk ook mensen die hoge functies bekleden.
Europese Commissie:
Ursula von der Leyen
Zij is voorzitter van de Europese Commissie en daarmee een van de machtigste politici in Brussel. Zij stelt wetten voor en kan belangrijke onderwerpen op de agenda zetten. Ook gaat zij over het geld van de Europese begroting die onder de Commissie valt.
Frans Timmermans
De machtigste Nederlandse politici in Brussel. Hij is vice-voorzitter van de Commissie en daarmee de rechterhand van Von der Leyen. Daarnaast is hij Eurocommissaris Klimaat.
Janusz Wojciechowsk
De Pool Janusz Wojciechowski is Europees Commissaris voor Landbouw. Hij is dus eindverantwoordelijk voor het Europese landbouwbeleid.
Europese Raad:
Charles Michel
De Belg Charles Michel is voorzitter van de europese raad. Hij bemiddelt tussen de regeringsleiders. Als er bijvoorbeeld weer eens ruzie is tussen Nederland en Italië over geld, brengt hij beide partijen weer bij elkaar.
Europees Parlement:
David Sassoli
De Italiaan David Sassoli is de voorzitter van het Europese parlement. Zijn rol is te vergelijken met die van onze eigen voorzitter van de Tweede Kamer. Hij zet dingen op de agenda. Uiteindelijk komt zijn handtekening onder alle Europese wetten.
Green Deal vs de boerenlobby
Terug naar het landbouwbeleid. Als je snapt dat de EU een complexe samenstelling van verschillende lichamen is, die ook op hun beurt weer zijn samengesteld uit politici van verschillende partijen uit verschillende landen, waar ze verschillende belangen dienen, zal het je niet verbazen dat het niet makkelijk is om deze olietanker een andere kant op te sturen.
Inmiddels ligt er een groot plan bij de Europese Commissie om te verduurzamen: de Green Deal. De Green Deal werd in december 2019 voorgelegd voor een klimaatneutraal Europa in 2050. Een jaar later rolde daar het Europese Klimaatakkoord uit. Daar horen ook veel verbetering aan het landbouwbeleid bij. Omdat er dus zoveel geld gaat naar grootgrondbezitters, veroorzaken de subsidies indirect grote schade aan natuur en milieu. De grootste grondbezitters zijn namelijk veelal veehouders. Het liefst ziet de Commissie daar verandering in: enkel onbespoten tomaten en blije scharrelkip in de schappen. Goed voorstel toch?
Elke lidstaat moet echt wel eerst het plan goedkeuren. En daar ontstaan de problemen. In elk land betekent landbouw namelijk net wat anders. Bij ons zijn het koeien, in Spanje sinaasappels en in Tsjechië gaat het om granen. Het duurt dus even voordat alle 27 lidstaten het met elkaar eens zijn. Sommige machthebbers willen bovendien helemaal niet dat er wat verandert. Zij lopen dan hun dikke subsidies mis.
Veel van de mensen die de landbouwsubsidies verdelen, zijn ook de mensen die ze krijgen. Dat geeft belangenverstrengeling. Zo is de Duitse Europarlementariër Peter Jahr zelf megaboer en wilt, je raadt het niet, meer geld voor megaboeren. De Deense Asger Christensen kreeg zelfs 100.000 euro aan landbouwsubsidie terwijl ook hij in het Europees Parlement zit. In totaal zitten er meer dan dertig mensen in het Europees parlement met zo’n dubbele pet.
Copa-cogeca
De grootste boerenlobby, Copa-Cogeca, bestrijdt al jaren actief hervorming van het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid (GLB) via de Green Deal. De groep is een samensmelting van Copa, de boeren en Cogeca, de agrarische bedrijven. Copa-Cogeca zou miljoenen boeren vanuit heel Europa representeren.
Maar niets is minder waar. De lobbygroep schaart zich aan de kant van de grote voedsel multinationals als Unilever en pesticidenbedrijven. Cogeca was in het begin bedoeld ter ondersteuning van de boeren. Al snel groeiden de bedrijven die daaronder vielen echter uit tot grote multinationals zoals FrieslandCampina.
De doelen van die grote multinationals botsen vaak met de belangen van de boeren. Zo probeerde FrieslandCampina de inkoopprijs zo laag mogelijk te krijgen door in te stemmen met afschaffing van melkquota. Door de melkoverschotten daalde de prijs, terwijl de boeren juist streden voor een eerlijke melkprijs.
De belangen van de boeren aan de Copa-kant zijn dus ondergeschikt geraakt aan die van Cogeca. Bovendien is zelfs binnen de Copa sprake van belangenverstrengeling. Zo is in Tsjechië slechts een derde daadwerkelijk boer. De lobby is dus te veel gericht op boeren met gigantische ondernemingen, waarbij de kleine boeren het onderspit delven.
Corruptie?
En daar houdt het niet op. Als overblijfsel aan het communisme heeft Hongarije grote lappen staatsgrond overgehouden. De Hongaarse premier, Viktor Orbán, verdeelde deze grond over vrienden en familie. Ook als ze helemaal geen boer waren. Wat ze nu inmiddels op papier uiteraard wel zijn. Hoe meer land, hoe meer subsidie. Die vrienden van Orbán vangen op deze manier miljoenen aan Europese landbouwsubsidies. En blije politieke vrienden, betekent ook meer macht voor een autocraat en EU-hater als Viktor Orbán.
Toch vreemd. De EU heeft overal regeltjes voor, maar als er miljoenen in de zakken van Orbáns vrienden verdwijnen houdt niets ze tegen. Natuurlijk zijn er wel regels, maar de lidstaten mogen zelf controleren of ze zich daar wel aan houden. Dat het zo werkt is raar, maar niet onlogisch. De meeste landen willen namelijk helemaal niet dat Europa te veel macht krijgt.
Wetsvoorstellen
m dergelijke wantoestanden te bestrijden diende de Nederlandse Europarlementariër Lara Wolters (PVDA, dat valt in Europa onder de fractie S&D) een wetsvoorstel in voor een database waarin te zien is waar alle landbouwsubsidies heen gaan. Dus echt bij wie het geld in de zak terecht komt. Het voorstel behaalde een meerderheid.
Zo is er meer toezicht op het naleven van de regels. Als er dus een vriendje van Viktor Orbán subsidies krijgt, weet het Europese Parlement ervan.
Haar andere voorstel om verdere belangenverstrengeling te voorkomen haalde die meerderheid niet. Daarin stond dat je je onthoudt van stemmen als je belang hebt bij de te verdelen landbouwsubsidies en dus een dubbele pet draagt. Je kan dan immers ook niet objectief stemmen. Net zoals dat in Nederland gebeurt.