Last van vliegschaamte? Je CO2-uitstoot compenseren is dan een mooie manier om je geweten te sussen. Maar niet om de wereld te redden. Dat blijkt uit een aflevering van Rambam. De meeste compensatieprojecten duigen voor geen meter en leiden soms zelfs tot méér uitstoot.
Wie een vliegticket koopt, krijgt tegenwoordig bijna altijd de optie voorgeschoteld om de CO2-uitstoot van de vlucht te compenseren. Allerlei bedrijven zijn gespecialiseerd in projecten die dat zouden doen, zoals de aanplant van bossen en het verspreiden van milieuvriendelijke ovens in derdewereldlanden. Gek genoeg is de prijs van deze compensatie bij al die bedrijven verschillend.
Rambam laat zien dat de kosten voor het compenseren van een retourtje Amsterdam – Tokyo uiteenlopen van 11 euro tot 78 euro. Energie-expert Jasper Faber legt uit dat dat verschil te verklaren is doordat alle bedrijven een eigen rekenmethode hebben. Bovendien compenseren sommige bedrijven alleen CO2 en andere álle effecten van het vliegen, zoals ook nevelvorming en de uitstoot van roetdeeltjes. En zelfs bij de duurste opties vlieg je nog niet ‘klimaatneutraal’. Zou je echt alle negatieve gevolgen van een retour Amsterdam - Tokyo willen goedmaken, dan zou je dat volgens CO2-deskundige Babette Porcelijn maar liefst 3800 euro kosten. Maar dat wil uiteraard niemand betalen. De opties die vliegmaatschappijen aanbieden zijn volgens haar volkomen zinloos, “een soort katholieke biecht.”
Los van het feit dat de kosten niet dekkend zijn voor echte compensatie, blijkt er ook nog veel mis met de projecten die daarvoor zouden moeten zorgen. Ida Sanders van Natuur & Milieu vertelt dat 85% van deze projecten geen bewezen effect heeft of zelfs niet bestaat. Bovendien worden allerlei zaken die al lang bestaan ook ineens meegerekend als compensatie. Zo wordt er niet alleen nieuw bos aangeplant, maar wordt met ‘compensatiegeld’ ook bestaand bos beschermd. Ofwel: bossen die er al eeuwen staan, worden ineens een compensatieproject genoemd omdat ze niet worden gekapt. De kans is aanwezig dat jouw extra compensatiegeld daaraan wordt besteed – en dus niet aan het planten van nieuwe bomen.
Het ernstigste probleem dat in Rambam wordt aangekaart, is er een van psychologische aard: doordat we denken dat we onze uitstoot compenseren, hebben we de neiging alleen maar meer te gaan vliegen en rijden. Zo leidt de optie van compensatie dus juist tot meer CO2-uitstoot. Volgens Paul Peeters, hoogleraar Duurzaam Transport, is er eigenlijk maar één simpele (en toch ook heel moeilijke) oplossing: geen fossiele brandstoffen meer gebruiken. ‘Olie is veilige koolstof, die zit veilig in de grond. Er gebeurt niks als we die niet oppompen. Zodra we dat wel doen en hem gaan verbranden, zit hij in de atmosfeer en dan zit het op de verkeerde plek.’