Hunters: een gemankeerde Inglorious Bastards meets Jojo Rabbit
Hunters
Totaal krankzinnige, bijna Quentin Tarantino-achtige serie over nazi-jagers in het Amerika van de jaren '70.
Het was één van dé series waar ik in het nieuwe jaar naar uitkeek en ondanks dat het misschien niet helemaal aan de verwachtingen voldeed, was het wel een emotionele achtbaan.
Na het ineenstorten van het Derde Rijk loeren die ‘ondergedoken’ Duitse ratten in Amerika op een do-over.
Woedend was hij, woedend. Toen Eric Lichtbau – journalist voor de New York Times – ontdekte dat de Amerikaanse regering na de Tweede Wereldoorlog – willens en wetens – hooggeplaatste nazi-kopstukken ongestraft in haar samenleving opnam, besloot hij er niet alleen een artikel, maar ook een furieus boek over te schrijven. De met Pulitzer Prizes overladen auteur spreekt daarin schande over het gemak waarmee duizenden oorlogsmisdadigers in Amerika ongestoord een nieuw leven konden beginnen. Het bleek het resultaat te zijn van verwerpelijke politieke beslissingen, ambtelijk falen en een sluimerend antisemitisme wat inmiddels ook in Amerika wortel had geschoten. Het was pas eind jaren ’70 – zo beschrijft Lichtbau – dat er eindelijk een beweging op gang kwam om deze criminelen alsnog ter verantwoording te roepen. Beter laat dan nooit, zullen we maar zeggen.
Nou weet ik niet welk leesmateriaal regisseur David Weil allemaal op zijn nachtkastje heeft liggen, maar het heeft er alle schijn van dat hij zich voor Hunters heeft laten inspireren door boeken als Eric Lichtbau’s The Nazis Next Door: How America Became a Safe Haven for Hitler’s Men. Samen met niemand minder dan Jordan Peele – onder andere bekend van de films Get Out en Us – verwerkte hij deze historische gebeurtenissen voor Amazon in een nogal bizarre serie die wel verdacht veel weg heeft van een cinematografisch eerbetoon aan Quentin Tarantino. Gezien het onderwerp – de Tweede Wereldoorlog – zou je derhalve kunnen zeggen dat Weil zijn eigen Inglorious Bastards heeft proberen te maken. Een soort van.
The hunters
Het is het New York van eind jaren ’70 en nadat zijn oma – een Holocaust survivor – onder nogal verdachte omstandigheden om het leven is gekomen, besluit Jonah zich aan te sluiten bij ‘the hunters‘. Geen gezellige club uit de kluiten gewassen padvinders die in de weekenden hun zelf geschoten fazanten roosteren boven een knisperend kampvuur, maar een bonte groep wereldverbeteraars die hun leven in het teken hebben gesteld van het opsporen van verdekt opgestelde nazi’s. Een vrij belangrijke en noodzakelijke klus, want na het ineenstorten van het Derde Rijk loeren die ‘ondergedoken’ Duitse ratten in Amerika op een do-over. Hun nieuwe thuisland moet de basis vormen voor het Vierde Rijk en het is aan Jonah en zijn pas gemaakte vrienden om daar een stokje voor te steken.
Identiteitscrisis
Normaal gesproken weet ik na het zien van een serie wel wat ik ervan vind, maar in het geval van Hunters lijkt het wel alsof ik in een identiteitscrisis terecht ben gekomen die zijn weerga niet kent. Hier een overzichtje van mijn tweets in de afgelopen 48 uur:
1. The Sopranos 2. Breaking Bad 3. Fargo 4. Hunters 5. The Wire
Mijn nieuwe Top 5 van beste series ooit. Gewoon om mijn enthousiasme over deze nieuwste van Amazon even in de juiste context te plaatsen. — Jochgem van der Mel (@Gumstarr) February 20, 2020
Dat ‘hij wordt er niet beter op’ blijkt ook de understatement van het jaar. De tering. Net de laatste aflevering gezien en ik weet niet of ik moet lachen of huilen. Wat een grap.
— Jochgem van der Mel (@Gumstarr) February 21, 2020
Even voor mijn zelfvertrouwen...
Gaan jullie mijn serieadvies ooit nog serieus nemen? — Jochgem van der Mel (@Gumstarr) February 21, 2020
Buitencategorie
Hosanna
Het begon allemaal zo hoopgevend. Maanden achtereen ploeter je door gezapige ziekenhuisdrama’s en fantasieloze detectiveseries die allemaal op dezelfde leest geschoeid lijken te zijn, in de hoop dat er eindelijk eens een Hunters tussen zit. Een serie die verrast en je meteen naar het puntje van je stoel doet schuiven. Vier minuten. Meer had ik niet nodig om te zien dat deze nieuwste van Amazon uit ander hout gesneden was. Na een krankzinnige openingsscène werd ik overvallen door dat enthousiasme wat je voelde als je – aan de hand van je vader – in de verte de geluiden van de kermis al hoorde of op de achterbank van de auto de looping van de Python boven de boomrand van Kaatsheuvel uit zag steken. Je was nog niet eens begonnen aan het uitje, maar je hart zat al in je keel, volkomen hyper over alles wat nog komen ging. Dat had ik ook bij Hunters. Bij het zien van de eerste afleveringen liep mijn hoofd vol met superlatieven. Dit was een serie die tijdens een luxe diner prima aan één tafel kon zitten met Fargo, Breaking Bad en The Wire. Buitencategorie. De manier van filmen, de styling, de karakters, de bizarre dialogen, alles was geweldig. Ik kreeg bijna medelijden met iedereen die na Hunters nog een serie moest droppen. Het was een verzameling scènes, zo waanzinnig, zo aangrijpend, dat ze ongetwijfeld onderdeel zouden worden van de popcultuur. Schaakbord, Hava Nagila, dartpijlen, poep, bowlingbaan, spelshow: jaren vanaf nu zouden steekwoorden genoeg zijn om direct weer naar dat gevoel van die eerste afleveringen te pavloffen, maar toen kwam aflevering zes…
Wat zo stormachtig en veelbelovend begon, dreigt richting het einde als een nachtkaars uit te gaan.
Nachtkaars
Het gaat te ver om te zeggen dat Hunters – zodra het de
middenlijn is gepasseerd – als een kaartenhuis in elkaar stort, maar op
de één of andere manier verliest het in de tweede helft wel een beetje
haar edge en begint het wat te slepen. Wat zo stormachtig en
veelbelovend begon, dreigt richting het einde als een nachtkaars uit te
gaan. Zodra de verhalen van #teamjonah, de nazi’s en een FBI-agente met
een gezonde haat richting het witte patriarchaat eenmaal staan, bloedt
de boel langzaam dood. Zelfs de confronterende flashbacks uit Auschwitz, die wereldwijd (begrijpelijk) op veel kritiek kunnen rekenen vanwege hun overdreven sensationele karakter en het gebrek aan respect voor de slachtoffers en nabestaanden, weten de toegeslagen gezapigheid niet echt te
doorbreken. Ook de toenemende focus op Jonah en zijn oma – niet de
sterkste acteurs in de line-up – draagt niet bepaald bij aan het
kijkplezier. Tel daarbij op dat het script – naarmate de serie vordert –
alleen maar ‘Amerikaanser’ en pathetischer wordt en de anticlimax is
compleet. Wat begon als een schizofrene mix tussen Tarantino’s
versie van Ocean’s 11 en de donkere, mistroostige verschrikkingen van Schindler’s List, verwordt tot een karikatuur die in de fabriekshal van de laatste aflevering zelfs onbedoeld doet denken aan de set van Thunderbirds. En dan hebben we het nog niet eens gehad over die volslagen belachelijke plottwisten op het einde. Come on, deze serie had echt meer verdiend dan dat. Hunters is dan ook dat
vriendinnetje wat in de eerste weken helemaal perfect lijkt te zijn,
totdat je er na verloop van tijd achterkomt dat ze haar halve kip met mes en
vork eet, de wc-rol met het velletje achterlangs ophangt en je
ongeboren zoon wil vernoemen naar haar grote politieke idool, Thierry.
Een dikke negen voor die eerste paar weken, maar een heel mager zeventje
vanaf het moment dat je het licht hebt gezien.
- Amazon (2020)
- Een gemankeerde Fargo meets Inglorious Bastards met een snufje Jojo Rabbit.
- 60 minuten per aflevering