Rundfunkboys Tom en Yannick over Rundfunk: Jachterwachter 8 januari op NPO 3
Zaterdag 8 januari zenden we op NPO 3 de sicke comedy Rundfunk: Jachterwachter uit. Wij spraken bedenkers en acteurs Tom van Kalmthout en Yannick van de Velde over de film, zweten op de set, volwassen worden en meer. Check het hier!
“Ik hoop dat we tot ons zestigste de Rundfunk-boys blijven.”
Voor Rundfunk: Jachterwachter waagden Tom van Kalmthout en Yannick van de Velde zich na de succesvolle televisieserie én theatershow voor het eerst aan een eigen filmscript. In hun supervermakelijke crime comedy komt de uitgeleefde popster Ronnie Bosboom jr. (Van Kalmthout) terecht op de camping waar Wachtopzichter (Van de Velde) met moeite de boel bij elkaar houdt. De komst van Ronnie lijkt dan ook een zegen, maar de popster blijkt op de vlucht voor criminelen. Dat levert een absurd avontuur vol bizarre lui op én de geboorte van een nieuwe vriendschap. Check de film zaterdag 8 januari om 22.10 uur op NPO 3 en lees hier ons interview met Tom en Yannick ten tijde van de bioscooprelease.
Door Marc Edelenbos
De film is opgenomen op de lelijkste camping die ik ooit gezien heb. Hoe kwamen jullie hierop?
Tom: We hebben zelf veel gekampeerd vroeger en een camping is voor veel mensen een herkenbare plek. Net als de middelbare school heeft een camping een heel eigen universum met z’n eigen regels.
Yannick: En net als de middelbare school is een camping enerzijds een ramp en anderzijds heel leuk. Het kan er fantastisch zijn, maar ook heel erg kut. Een goed arena voor een verhaal dus.
Net als de serie zit Jachterwachter vol humor, absurditeit en grove uitspraken. Gaan sommige niet een bééétje over het randje?
Tom: We zijn met de film vooral bezig geweest om het verhaal zo weird en absurd mogelijk te krijgen, op een manier die wij tof vinden. We vinden niet snel dat iets te grof is of te ver gaat. Zelfs een dreigement als ‘… want anders neuk ik een kind’, was voor ons niet te gek. We hadden ook kunnen zeggen ‘anders breek ik je nek’ of ‘steek ik je neer’ of ‘schiet ik je door je kop. Maar dat klinkt zo loos.
Yannick: ‘Neuk ik een kind’ is veel erger. Als iemand dat tegen mij zou zeggen, dan is het veel prangender. Ik zou die verantwoordelijkheid niet op me willen hebben.
Tom: Ja dat dus.
Yannick: Maar dit gebeurt uiteindelijk niet in de film hoor!
Liepen jullie tijdens het draaien weleens tegen bezwaren van de cast op?
Tom: Nee hoor. We waren alleen een beetje huiverig voor het oudere stelletje uit de film. Dat wordt gespeeld door twee acteurs van dik in de zeventig die veel seks-gerelateerde dingen moesten doen. Maar ze vonden het uiteindelijk superleuk en bedachten er zelfs van alles bij.
Het zal vast flink lachen zijn geweest op de set.
Tom: Ja de sfeer was goed! Al waren de eerste vier dagen wel zwaar. We draaiden tijdens die gruwelijke hittegolf vorige zomer. Je moest na het draaien gewoon meteen in de schaduw voor een ventilator gaan zitten, ander kwam je drijfnat van het zweet voor de camera.
Yannick: En op beeld mag je natuurlijk niet zweten. Ik had die eerste dagen dat mosterdgele shirt aan, maar daar zag je elk druppeltje op. Dus moest ik onder dat gele shirt ook nog een strak thermoshirt dragen om het zweet op te vangen. Maar dat was vééél warmer. En dit waren nog maar de eerste draaidagen van de film. Normaal leer je dan iedereen een beetje kennen, maar daar had niemand nu echt tijd voor. We waren allemaal te druk met afkoelen.
Tom: Maar er waren ook momenten waarop de mensen achter de camera met de handen voor hun mond hun lachen in moesten houden. Zodra de Rundfunk-crew riep ‘we zijn weer begonnen jongens’ had iedereen er ook meteen weer zin in.
Schreven jullie de film eigenlijk met een bepaald doel of boodschap in het achterhoofd?
Tom: Dat was niet het startpunt. We wilden gewoon iets maken over een vreselijke kutcamping en kwamen zo uit bij een hoofdpersonage die deze plek héél graag in stand wil houden. En we dachten toen: laten we allemaal problemen over deze persoon heen gooien. We vertellen wel een verhaal over vriendschap en thema’s die ons bezighouden. En je voelt misschien door het verhaal heen wat wij van die thema’s vinden. Maar we wilden in eerste instantie gewoon een comedy maken. Op een camping.
Yannick: Misschien gaat toch ook een beetje over volwassen worden. Dat was bij Rundfunk ook wel zo. Al gaat Jachterwachter over een later stadium van volwassen worden. De fase waarin wij nu zitten: zo eind twintiger-jaren, wanneer je op eigen benen moet gaan staan.
Dus ik kan ook wel met mijn oma naar deze film.
Tom en Yannick: Nou jij hebt hem gezien! Wat denk jij?
Als ze de clue van de film begrijpt, dan denk ik van wel haha!
Yannick: Wij vinden het gewoon leuk om dingen te maken die we zelf grappig vinden. En het is heel fijn dat we daarmee een soort fan-schare hebben opgebouwd van mensen die dat ook grappig vinden. Maar Jachterwachter is niet uitsluitend voor deze groep gemaakt. Tegelijk kan ik me ook voorstellen dat er mensen zijn die deze film overslaan omdat Rundfunk niet hun ding is. En dat is prima.
Jachterwachter is jullie eerste eigen filmscript. Wat is de belangrijkste les die jullie daaraan hebben overgehouden?
Yannick: Nou, we hebben vooral veel geleerd over het maken van een film en hoe je één verhaal van anderhalf uur vertelt in plaats van tien korte verhaaltjes van twintig minuten. En daar komen ook nog heel andere dingen bij kijken, zoals de financiering en distributie. Een ander belangrijk verschil met de serie is dat je aan alles voelt dat er meer van afhangt. We hebben nu bijvoorbeeld drie persdagen. Voor de serie hebben we misschien één interviewtje gegeven. Het voelt allemaal minder vrijblijvend en serieuzer. Alsof je een divisie hoger speelt.
Tom: Jeetje… volwassen worden is toch opeens de rode draad van dit interview geworden!
Nemen jullie die ook mee in een volgend project?
Tom: Ja dat gaat echt een héél volwassen ding worden. Nee grapje, dat gebeurt niet. Net zoals De Jeugd van Tegenwoordig nog steeds De Jeugd van Tegenwoordig heet, hoop ik dat we tot ons zestigste de Rundfunk-boys blijven.
Rundfunk: Jachterwachter zie je zaterdag 8 januari om 22.10 uur op NPO 3. Gemist? Kijk hem dan op NPO Start.