Een ode aan black culture
She's Gotta Have It
De serieversie van Spike Lee's debutfilm met dezelfde titel. Het gaat over een jonge kunstenares die er in New York het beste van probeert te maken.
Op mijn nineties jongenskamer in Middelburg hing jarenlang deze poster. In eerste instantie hing die daar vanwege mijn jeugdheld, Michael Jordan, maar al snel raakte ik ook gefascineerd door dat kleine, kolderieke mannetje met die enorme bril en dat Gerrie Knetemann-petje. Het bleek Spike Lee te zijn, sneakerhead van het eerste uur en, net als ik, een bijna obsessieve Michael Jordan fanboy. Zijn intense liefde voor zowel speler als sneaker leverde hem in het najaar van 2006 zelfs zijn eigen signature shoe op, de Jordan Spiz’ike. De schoen was een ultieme mix van de iconische Jordans III, IV, V en VI en ik ben m’n studiefinanciering tot op de dag van vandaag dankbaar voor de drie paar die ik in m’n kast heb staan. Gewoon gedragen natuurlijk.
Bewonderaar van de beste speler die de NBA ooit gezien heeft dus en liefhebber van diens schoeisel, maar boven alles was, en is, Spike Lee filmmaker. Ik had een Do The Right Thing-strippenkaart bij de lokale videotheek. Ik denk dat ik die film wel een keer of twintig gekeken heb. Spike Lee’s portret van New York was een welkome afwisseling op de Zeeuwse, nogal witte monocultuur waar ik in opgroeide. Een cultuur van haringhappen, ringrijden en klasgenoten die allemaal luisterden naar oer-Hollandse namen als: Dirk, Menno, Chantal of Wouter. Niet om er al te melodramatisch over te doen, maar je zou kunnen zeggen dat Do The Right Thing me in zekere zin heeft gevormd tot wie ik ben. Me de ogen heeft geopend. Het maakte me nieuwsgierig naar de muziek van die gasten die Elvis en John Wayne een stelletje racisten noemden, ik werd er verliefd op de Air Jordan IV (en nagenoeg iedere sneaker die volgde) en het was waar ik mijn hart verloor aan films met Samuel L. Jackson, Pam Grier en Denzel Washington.
Je zult begrijpen dat ik mijn enthousiasme maar moeilijk kon onderdrukken toen Netflix bekendmaakte dat het Spike Lee’s eerste feature film, She’s Gotta Have It, ging verbouwen tot serie. De film waar hij destijds zelf een personage in speelde, het personage dat al die jaren, zij aan zij met His Airness, boven mijn bed hing, Mars Blackmon.
Eating from drie walletjes
Nola is een beginnend kunstenares die in haar Brooklyn brownstone niet
onverdienstelijk kliedert met acryl- en waterverf, wachtend op haar
grote doorbraak. Ze is die vriendin waarvan je maar niet kunt beslissen
of ze een absolute powervrouw is die zich door niets of niemand de wet
voor laat schrijven of toch gewoon een gekmakende egoïst. Ik neig sterk
naar het tweede. Ze is het schoolvoorbeeld van een absurd mooie vrouw
die door haar daden alleen maar lelijker lijkt te worden. Mars, Greer,
Jamie en Opal schijnen daar toch iets genuanceerder over te denken, want
ondanks dat ze alle vier tevergeefs hengelen naar haar onverdeelde
aandacht, zijn ze met geen knuppel bij Nola weg te slaan.
Ode aan black culture
Ik had hier zo ontzettend graag geschreven dat She’s Gotta Have It
helemaal fantastisch is, maar dan zou ik liegen. Het voelt een beetje
als Dear White People,
dat eerder dit jaar al bij Netflix verscheen. Het is een serie vol
ambities, sommigen zullen het misschien zelfs pretentieus noemen, maar
in de uitvoering schiet het heimelijk te kort. Daar waar de focus in
Dear White People vooral lag op racisme, is She’s Gotta Have It meer een
ode aan black culture. Het is een lofzang aan het adres van
zwarte schrijvers, kunstenaars, comedians, denkers, filmmakers en
muzikanten. Met name die laatste groep wordt in She’s Gotta Have It zeer
goed vertegenwoordigd.
DJ Spike
De serie is doorvlochten met de lekkerste soul, jazz, hiphop en funk.
Soms is het alsof je naar een tien afleveringen durende mixtape van je
nieuwste verkering zit te kijken. Shazammen is overigens niet nodig,
want na elke track komt kort het album van de desbetreffende artiest in
beeld. Het is je moeder die van de vakantiefoto’s een slideshow heeft
geknutseld met klassiekers van Mary J. Blige en Dizzy Gillespie als
muzikaal behang. Kneuterig. Houtje touwtje. Eigenlijk zoals de hele
productie van She’s Gotta Have It een beetje gekunsteld aanvoelt. Het acteerwerk is
houterig, ondermaatse dialogen worden niet beter met John Coltrane
eronder en op wat Humans of New York-achtige
visuals na, is het visueel ook niet echt een spektakel. Daar kan zelfs
Fat Joe in een Biggie-trui en een korte cameo van Spike Lee met een
hilarische pruik niks aan veranderen.
Disclaimer
Als je lekker ging op serie als Insecure, Atlanta, Being Mary Jane en Queen Sugar
dan kun je She’s Gotta Have It best een kans geven. Ik zeg niet dat je
hem goed gaat vinden, maar je kunt op z’n minst kijken hoever je komt.
Als je hem na de eerste twee afleveringen nog niet voelt, dan gaat het
hem helaas niet worden. Dan zou ik stoppen. Het leven is te kort om je
op het tandvlees door middelmatige series heen te worstelen. Zélfs als
die uit de koker van één van je jeugdhelden komt.
- Netflix (2017)
- Een ambitieuze ode aan black culture in een matig jasje
- 30 minuten per aflevering