Het IJsselmeer veranderde in een artificieel paling paradijs. Totdat het meer was leeggevist. Hoe kwam dat eigenlijk?
Als piepklein glasaaltje reist hij van zijn mysterieuze broedplaats in de Bermuda driehoek in drie jaar naar Europa. Zout of zoet water; het maakt hem niets uit. De paling is een diehard vis, die als bedreigd diersoort is bestempeld. Waarom eigenlijk?
Bron: historiegaasterland.nl
Voordat de afsluitdijk in 1932 de Zuiderzee in tweeën hakte - in de Waddenzee en het IJsselmeer - was de vispopulatie heel divers. Samen met de paling zwommen er nog minstens acht andere soorten in zoals de haring, ansjovis en spiering. Het IJsselmeer werd zoeter, dus alleen de vissen die in zoet water gedijen bleven over. Dat betekende dat de eeuwen oude Friese Zuiderzee- haringvisserij werd vernietigd en daarmee ook het werk van de vissers. En spiering raakten ze aan de straatstenen niet kwijt.
Nieuwe haring
De paling werd de nieuwe haring. Door de afsluiting kwam deze populaire trekvis niet meer uit het IJsselmeer. Het werd een paling paradijs. Tijdens het hoogtepunt in 1950 zat er 4.000 ton paling in het meer. De vissers haastten hun boten en netten het IJsselmeer op, om hun kleine geluk te beproeven. Met spiering als aas gooiden ze netten en fuiken uit tussen twee boten om zo paling te vangen. Het groeide uit tot het zwaarst beviste meer ter wereld.
Die abnormale hoeveelheid van die opgesloten paling werd als een ‘meetmoment van de palingstand’ genomen. Dat zeventig jaar later de paling was opgevist, was onvermijdelijk. Er was namelijk geen natuurlijke stroom meer. De traditonele palingrokerijen, hindeloopers en kotters stierven mee. Deze “gouden periode” krijgt daardoor een zwart randje. In 2005 gaan de alarmbellen van de IUCN af en komt de paling op de lijst van bedreigde vissoorten te staan, waarna supermarkten haastig een ban leggen op de populaire vis.
climategate.nl
Franse kweek
Toch is er een mogelijkheid om weer een stijgende lijn te zien door het kweken van deze vissen. Anno 2017 is paling op de totale markt voor 90% kweekvis. De kleine aaltjes worden namelijk aan de kust van Frankrijk opgevist om ze groot te brengen. De kans dat ze anders per ongeluk vermaald worden in zee door stuwen en gemalen of terecht komen in vervuilende wateren, is heel groot. Aangezien geen mens ooit een paling heeft zien paren, is het echte opkweken nog altijd onmogelijk.
Auteur: Marlou Kusters